| |
| |
| |
Jessica Durlacher
De dochter
door Nora van Laar
Achtergronden en uiterlijke beschrijving
De eerste druk van De dochter van Jessica Durlacher (Amsterdam, 6 september 1961) verscheen in september 2000 bij uitgeverij De Bezige Bij. In juni 2009 zag de zeventiende druk het licht. Volgens de persoonlijke website van de schrijfster zijn er in Nederland van de roman 175.000 exemplaren verkocht. Het boek is verder verkrijgbaar als e-book, groteletterboek (uitgeverij XL, 2001) en in gesproken vorm op daisy-rom (uitgeverij Dedicon, 2004). Vertalingen verschenen in het Duits, Zweeds, Italiaans en Russisch. Het werk werd genomineerd voor de Nordrhein/Westfalen Literaturpreis en de NS Publieksprijs 2001.
De dochter kent als opdracht: ‘Voor mijn dochter Moon en mijn zoon Moos. En niet te vergeten voor Leon.’ Het verhaal bestaat uit drie delen, aangeduid als ‘deel i’, ‘deel ii’ en ‘deel iii’. Deze delen bestaan in totaal uit 131 korte hoofdstukken, alle zonder titel maar doorlopend genummerd met Romeinse cijfers. deel i bestaat uit hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 41, deel ii uit hoofdstuk 42 tot en met 117 en deel iii uit hoofdstuk 118 tot en met 131.
| |
Inhoud
Deel I
Tijdens een bezoek in 1983 aan het Anne Frankhuis ontmoet Max Lipschitz Sabine Edelstein. Sabine is daar als werkneemster; Max begeleidt, samen met zijn ouders en zus Lana, zijn tante Judith en oom Benno die over zijn uit Chicago. Korte tijd later spreken Max en Sabine af. Ondanks zijn ergernis over haar obsessie met het concentratiekampverleden van hun beider vaders beginnen zij een verhouding.
Zeven maanden later sterft tante Judith. Vader Simon en Max vertrekken naar Jeruzalem waar de begrafenis zal plaatsvinden; moeder wil niet mee omdat ze ervan overtuigd is dat Judith haar als ‘sjikse’ zonder zwaar oorlogsverleden afwees. In het vliegtuig vertelt vader over het moment dat de Duitsers
| |
| |
zijn familie kwamen halen. Judith is hem toen bij de buren, waar hij op de piano mocht spelen, komen ophalen. Hij heeft haar dit nooit kwalijk genomen: zonder haar, meent hij, was hij de oorlog nooit doorgekomen. Een dag na aankomst in Israël verschijnen onverwachts moeder en Sabine.
In Jeruzalem springt de vonk tussen Max en Sabine definitief over. Niet lang daarna trekt Sabine bij Max in. Hoewel Max' vader normaal vreemden afweert, wordt zijn band met Sabine erg hecht. Hij staat zelfs toe dat ze hem ondervraagt over de oorlog, een onderwerp dat in de familie altijd taboe was.
Op een dag lopen Max en Sabine bij toeval Sabines vader Hans tegen het lijf. De ontmoeting verloopt stroef. Sabine vertelt dat haar vader historicus is en lesgeeft aan Vordense pubers. Kort erop verdwijnt ze. In een brief schrijft ze Max dat het nooit iets tussen hen tweeën zal worden; hij mag haar niet zoeken. Ondanks deze waarschuwing spoort Max Sabines moeder op, maar die zegt ook van niets te weten.
| |
Deel II
Vijftien jaar later, in oktober 1998, ontmoet Max, die intussen uitgever is, Sabine op de Buchmesse van Frankfurt; zij is daar omdat ze een fotoboek heeft gemaakt. Sabine is in gezelschap van Sam Zaidenweber, een Amerikaans filmproducent op leeftijd die een uitgever zoekt voor zijn memoires. Omdat hij het boek graag in zijn moedertaal Nederlands wil laten verschijnen, vraagt hij Max het uit te geven. Het boek gaat trouwens alleen over Sams filmperiode in Hollywood; schrijven over Auschwitz, waar hij als jongen verbleef, ligt té gevoelig.
Over die periode heeft Sam wel met Sabine gepraat. Zo'n tien à vijftien jaar geleden had ze bij hem aangebeld met het verzoek hem te mogen interviewen voor het Nieuw Israëlietisch Weekblad. Van dat gesprek was hij zó kapot geweest dat hij de publicatie van haar artikel had verboden; wel had hij haar ingehuurd als zijn assistente. Sabine had hem daarna overgehaald om in ieder geval zijn herinneringen aan zijn filmcarrière op papier te zetten. Sam vertrouwt Max toe dat hij toch óók over de oorlog is gaan schrijven, maar dat Sabine daar voorlopig niets van mag weten: het moet voor haar een verrassing blijven.
Op 21 december vliegt Max naar Los Angeles om met Sam het een en ander te regelen. En ook om Sabine te zien, met wie de relatie hersteld is. De eerste dagen zijn heerlijk, maar al snel krijgen de twee gelieven ruzie over Sabines wel érg hechte omgang met Sam. Ze wil daar alleen over kwijt voor de man te voelen als voor een vader. Ze zegt ook: ‘Ik heb alles aan hem te danken... Max, I owe him.’
Op 30 december belandt Sams vrouw Anna met een beroerte in het ziekenhuis. In een restaurantje in de buurt over- | |
| |
handigt Sam Max en Sabine ieder een exemplaar van het manuscript van zijn boek: ‘Lange reis naar The Milky Way’. Hij vertelt het opgedragen te hebben aan Sabine. De volgende dag is die opnieuw verdwenen.
Na een maand vliegt Max terug naar Nederland; in het vliegtuig leest hij eindelijk het eerste deel van Sams manuscript. Tot zijn verbijstering merkt hij dat het levensverhaal van Sam gelijk is aan dat van Sabines vader. Hij leest hoe Sam, samen met zijn ouders en het meisje Lisa Stern, bij de Friese familie Fedders Van Vliet onderduikt. Verder leest hij over Sams liefde voor Lisa en over het moment dat Sam haar met de zoon des huizes Hans betrapt. Ten slotte leest hij over het moment dat de Duitsers hen komen halen. Vlak voor vertrek kon Lisa Sam nog toefluisteren dat ze door Hans tot vrijen was gedwongen met verraad als pressiemiddel; na de ontdekking moet Hans zijn dreigement ten uitvoer hebben gebracht.
Nog voor Max in Nederland weer aan het werk gaat, bezoekt hij Lisa die intussen in Jeruzalem woont. Lisa vertelt dat er jaren geleden een vrouw het een en ander over Hans was komen navragen. De bezoekster noemde hem een schoft en vertelde bovendien dat hij later als SS'er aan het Oostfront had gevochten. Max begrijpt dat dit Sabines moeder moet zijn geweest.
| |
Deel III
Max is erg boos op Sabine; het maakt hem niet uit of ze wel of niet op de hoogte was van de ware geschiedenis van haar vader. In juni vliegt hij nog een keer naar Los Angeles voor de begrafenis van Anna, die een tweede beroerte niet heeft overleefd.
Weer thuis bezoekt hij Sabines moeder die hem vertelt dat ze aan de joodse achtergrond van haar man was gaan twijfelen omdat diens paspoort niet klopte. De echte Hans Edelstein, vertelt ze, was een jood die met haar echtgenoot in Sachsenhausen gevangen had gezeten; waarschijnlijk zat Hans daar omdat hij de Duitsers ook iets had aangedaan. Na Edelstein te hebben vermoord, had hij diens identiteit aangenomen. Toen ze hem met de waarheid had geconfronteerd, was hij naar Zuid-Amerika vertrokken. Maar ook Sabine had haar koffers gepakt. Wanneer Max beseft dat Sabine zich opgeofferd heeft om de schuld van haar vader te vereffenen, verdwijnt zijn woede.
In oktober presenteert Max met Sam diens boek op de Buchmesse in Frankfurt. Na de bijbehorende festiviteiten brengt hij Sam naar zijn hotel. Juist op het moment dat hij Sam toevertrouwt zelf ook een boek te hebben geschreven, vertelt die hem dat Sabine een boodschap op zijn antwoordapparaat heeft achtergelaten: ze is in Frankfurt en vraagt hem om
| |
| |
een voor hem onbegrijpelijke reden om vergiffenis. Sam geeft Max het telefoonnummer dat Sabine heeft achtergelaten. Wanneer deze haar belt, barst ze in snikken uit. In het besef dat hij haar gedrag totaal verkeerd heeft geïnterpreteerd, vraagt Max haar hem te vergeven.
| |
Interpretatie
Titel
Hoewel het verhaal van De dochter vanuit het perspectief van Max Lipschitz wordt verteld, is hij niet de naamgever van het boek. Die eer is weggelegd voor de spil van de intrige, zijn vriendin Sabine Edelstein. Zij stelt zich ten opzichte van haar vader onvoorwaardelijk loyaal op. Oorzaak hiervan is diens verleden als joods concentratiekampoverlevende; Sabine gebruikt deze achtergrond ook als verklaring voor zijn afstandelijke gedrag.
De rol van begripvolle dochter neemt zij ook aan ten opzichte van Max' vader Simon. En later tegenover Sam Zaidenweber, degene van wie haar vader de levensgeschiedenis heeft gestolen. Met haar keuze voor Sam toont Sabine dat zij haar positie als dochter laat bepalen door de haar vertrouwde achtergrond en niet door biologische verwantschap. Oorzaak van het contact met Sam ligt in de onthulling van de waarheid rond haar vader; dit vraagt van haar onmiddellijke boetedoening.
| |
Thematiek
Sabines wens het kwaad dat haar vader heeft aangericht recht te zetten, betekent echter dat zij haar verhouding met Max moet offeren. Helaas ervaart Max dit als verraad. Deze combinatie van verschillende belevingen rond eenzelfde gebeurtenis is een van de voorbeelden van het gebruik van het contrasterende motievenpaar trouw en verraad. Sam is trouw aan Anna, terwijl die haar mans omgang met Sabine toch als verraad beschouwt. Max' vader Simon blijft trouw aan zijn zuster, terwijl hij haar evengoed als verraadster had kunnen zien.
Verrader bij uitstek is natuurlijk Hans, die als jongen onderduikers aangeeft en zich als volwassene als een ander voordoet. De schuld die hij daarmee creëert, gaat over op zijn dochter. Maar ook Max voelt zich schuldig, eerst ten opzichte van zijn vader wiens leed hij niet kan verzachten, later tegenover Sabine wier handelen hij verkeerd heeft ingeschat. Daarbovenop voelt hij vaak schaamte. Bijvoorbeeld wanneer Sabine het trauma van de ouders te zeer uitmeet. En ook wanneer zijn zuster Lana zich op gelijksoortige wijze uit.
| |
| |
De vergelijking tussen zus en vriendin is niet toevallig. Max, opgevoed met de naar buiten toe gesloten houding van zijn vader, kiest zijn contacten uitsluitend op basis van herkenning. Bij elk nieuw contact dat hij legt, ziet hij overeenkomst met een gezinslid; zo ontdekt hij bijvoorbeeld in Sam eigenschappen van zijn vader Simon. Maar de broer-zusvergelijking is meer dan familieband alleen. Doordat hun eerste ontmoeting plaatsvond in het Anne Frankhuis ziet Max zichzelf en Sabine ‘alsof ik Annes broer was en zij haar zuster’. Aan deze herkenning ligt de gemeenschappelijke joodse achtergrond en het daarbij behorende oorlogsverleden ten grondslag.
Het gegeven van herkenning komt ook terug in de locaties waar het verhaal zich afspeelt. Max en Sabine ontmoeten elkaar in Amsterdam, de stad die als ‘schuldig’ wordt neergezet omdat daar zoveel joden zijn weggevoerd. De twee kunnen hun liefde dan ook pas definitief bevestigen in Jeruzalem, de voor joden heiligste plek op aarde. Los Angeles, ver weg aan de andere kant van de wereld, is nodig om afstand te nemen van het beladen verleden: het leven is er letterlijk en figuurlijk licht. Maar daar, in die onbeladen omgeving, vervalt ook de basis van de gemeenschappelijke familieachtergrond; Max lijkt Sabine hier dan ook definitief te verliezen. Hereniging vindt tot twee maal toe plaats op Duitse grond, dé plek waar de families van daders en slachtoffers samenkomen.
Bij de laatste ontmoeting zijn alle raadsels opgelost en kunnen Sabine en Max eindelijk vrijuit praten. Sabine kon dat van nature al, maar werd door haar geheim weerhouden; Max moest het leren. Het moment van openbaring valt tijdens de Buchmesse in Frankfurt am Main, als internationale boekenbeurs dé omgeving waar teksten aan de hele wereld worden bekendgemaakt. Voor de betrokkenen is zwijgen is dan ook geen optie meer.
| |
Vertelsituatie
De openbaring van het verleden gebeurt niet alleen pratend. Sam heeft er een boek over geschreven. En ook Max blijkt de pen te hebben opgenomen. Het is verleidelijk de tekst die de lezer voor zich heeft, als de zijne te zien: Max is immers de ik-verteller, een ik-verteller bovendien die zich bedient van zinnen als: ‘Uiteindelijk onthield ik dit wat ik nu schrijf.’
| |
Opbouw
Max doet zijn verhaal achteraf. Regelmatig treft de lezer opmerkingen als: ‘Later heb ik nog vaak aan die avond teruggedacht.’ of: ‘Het vreemde is dat ik het daarbij liet.’ Dergelijke opmerkingen horen bij de zelfanalyse die zijn tekst toch is.
Het verhaal wordt in drieën gepresenteerd. Het eerste deel beschrijft de periode tussen de ontmoeting met Sabine en haar eerste verdwijning; in dit deel leert Sabine de waarheid rond haar vader kennen. Het tweede deel loopt van de tweede ont- | |
| |
moeting tot het moment dat zij opnieuw verdwijnt; nu is het Max die de waarheid leert kennen. Het derde deel is gewijd aan de verzoening.
In deel i liggen er tussen het vertelmoment en de gebeurtenissen vijftien jaar, in deel ii een jaar, in deel iii vallen vertellende en belevende ik nagenoeg samen, om in de laatste twee hoofdstukken aan elkaar gelijk te zijn. Ondanks deze opzet wordt het verhaal chronologisch gebracht, zij het dat de verteller naarmate het verhaal vordert soms een sprongetje vooruit in de tijd maakt om daarna de overgeslagen gebeurtenissen te vertellen. Deze wijze van vertellen versterkt de spanningsboog.
| |
Thematiek
De boeken van Sam en Max zijn er uitsluitend dankzij Sabine: op háár aandringen zijn de twee gaan schrijven. Met haar voortdurende gevraag konden zij hun ervaringen ordenen en uiteindelijk bespreekbaar maken. Dit geldt natuurlijk ook voor Simon, al schrijft die het niet op. Het idee hierachter is dat men zijn verleden pas kan accepteren, wanneer men het kan verwoorden. Hierdoor vormt taal, samen met schrijverschap, een volgend thema in De dochter. Auteurschap wordt daarbij hoger aangeslagen dan beroepen waarbij geen creativiteit te pas komt: Sam wordt van filmproducent schrijver, Max vanuit zijn positie als uitgever. Sabine zelf kiest uiteindelijk voor de professie van fotograaf: blijkbaar kan zij zich beter uitdrukken in beelden dan in woorden.
| |
Genre
De groei van de personages maakt De dochter tot een bildungsroman. De zoektocht die Max naar Sabine onderneemt mag daarom gerust figuurlijk worden genomen als een zoektocht naar de kern van de eigen identiteit. Wat Sabines zoektocht betreft, kan men van een Vatersuche spreken; wanneer die voltooid is, kan zij uiteindelijk eerlijk tegenover zichzelf en de anderen zijn. De mogelijkheid dat het tussen haar en Max goed komt, is dan niet meer ondenkbaar. Mochten de twee hun verhouding voortzetten, dan betekent het dat liefde alles overwint, zelfs de kloof tussen de werelden van slachtoffer en dader.
| |
Stijl
Zoals eerder gezegd, volgt de lezer deze ontwikkelingen aan de hand van ik-verteller Max. Doordat die de informatie slechts beetje voor beetje weggeeft, blijft Sabines geheim zo lang mogelijk voor de lezer verborgen. Dit geeft de tekst het karakter van een thriller, een gegeven dat nog eens wordt aangedikt door het veelvuldig gebruik van cliffhangers (‘Het was de enige keer dat ik haar vader zou zien’; ‘Dat was het laatste wat ik van haar zag’) of door de toevoeging van sfeerversterkende elementen. Een voorbeeld van het laatste is te vinden in de scène betreffende Max' eerste bezoek aan Sabines moeder: het is dan al donker, de straat is uitgestorven op een passant
| |
| |
met een bijl in de hand na, ‘[...] alsof hij zo kan beginnen met een massamoord. En dat juist vanavond’. Cursiveringen worden trouwens, net als hoofdletters, vaker gebruikt om nadruk te geven.
Meer in het algemeen is de stijl sterk beschrijvend: gedachten, emoties en achtergrond worden tot in detail beschreven.
| |
Context
Het thema van de joodse tweede generatie vormt een vast onderdeel van Durlachers werk. Kern van deze problematiek is dat de kinderen hun door de oorlog getraumatiseerde ouders verder leed willen besparen. Daartoe slikken zij de eigen problemen in en stellen zij zich naar boven toe verzorgend op. Maar helaas moeten zij steeds opnieuw bemerken dat zij hun vader of moeder niet kunnen beschermen; gevoelens van schaamte en schuld liggen dan ook voortdurend op de loer.
In Durlachers allereerste fictiepublicatie, het verhaal ‘Schoorstenen’ (tijdschrift De Held, nr. 2, jrg. 1) komt het onderwerp al aan bod. Daarna vormt het niet alleen de kern van De dochter, maar ook van de romans Het Geweten (1997), Emoticon (2004) en De held (2010). Ook de thema's taal en schrijverschap zijn terugkerende elementen; de novelle Schrijvers! (2006) draait er zelfs expliciet om. Bovendien is er steeds weer sprake van een zelfanalyse door terugblikkende vertellers, die hun verhaal op thrillerachtige wijze presenteren.
Als non-fictie vindt men het onderwerp van de tweede generatie in de rede Op Scherp die Durlacher op de 4 meiherdenking 2001 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam uitsprak over haar eigen ervaringen op dit gebied met haar vader Gerard Durlacher, overlevende van Auschwitz. De terloopse opmerking van Sam Zaidenweber dat zijn vader eigenlijk een professionele zangcarrière nastreefde, vindt zijn oorsprong in het leven van Durlachers grootvader; verslag hiervan vindt men in het werkje Arthuro d'Alberti (2005).
In groter verband bevindt Jessica Durlacher zich in het gezelschap van auteurs die de geschiedenis van de joodse tweede generatie eveneens als onderwerp in hun werk hebben opgenomen. Te denken valt aan Leon de Winter, Marcel Möring en Arnon Grunberg.
| |
| |
| |
Waarderingsgeschiedenis
De pers reageerde zeer gemengd op De dochter. Positieve oordelen vindt men onder meer bij Leo van Gelderen, Douwe de Vries en Max Pam. Elsbeth Etty zegt het in NRC Handelsblad zo: ‘Wat haar [Jessica Durlacher] in dat boek [Het Geweten] nog niet lukte: spelen met haar thema, afstand nemen, verrassende invalshoeken vinden, daarin slaagt ze nu volledig. In deze roman doet de beheerste introspectie van de hoofdpersoon geen moment afbreuk aan de spanning van het gecompliceerde, vaardig vertelde verhaal.’ Alleen aan het eind van haar recensie neemt Etty wat gas terug: ‘Haar verhaal zit compositorisch goed en trefzeker in elkaar. Hoewel haar stijl enigszins vlak en zelfs nogal gelikt is en ze literair geen hoogstandjes laat zien, beschikt ze zonder meer over de gedreven, vaardige pen die een ware verteller nodig heeft.’
Andere recensenten geven toe het thema interessant te vinden, maar menen dat dit niet opweegt tegen de in hun ogen waardeloze stijl. Men leze onder meer de oordelen van Agnes Andeweg, Thomas van den Bergh en Margot Engelen. Over Max' verliefdheid op Sabine schrijft Eva Berghmans in De Standaard: ‘Die bladzijden zijn nergens origineel, erger nog, ze staan bol van de clichés van de ergste soort: die uit het dagboek van een puber.’ Een ander mankement is volgens haar ‘de slappe spanningsboog’. Uiteindelijk verklaart ze: ‘[...] ik heb er bitter weinig leesplezier aan beleefd, vooral door de stuntelige taal, en Durlachers gewauwel heeft mij op tijd en stond behoorlijk geïrriteerd en verveeld. Maar ik kan er niet omheen dat de verhaalstof zelfs mij de laatste vijftig bladzijden wel nieuwsgierig gehouden en verrast heeft. En dat Durlacher het tweedegeneratietrauma bijvoorbeeld wel op een genuanceerde manier behandelt. Ik kan hier maar één conclusie trekken: Durlacher heeft genoeg verbeeldingsvermogen en goede ideeen, maar is een te onhandige schrijfster om daar haar voordeel mee te doen.’
Voor deze bespreking is gebruikgemaakt van:
Jessica Durlacher, De dochter, eerste druk, Amsterdam 2000.
| |
| |
| |
Secundaire literatuur
Jacob Moerman, Nieuwe roman van Jessica Durlacher. In: Drentse Courant, 4-10-2000. |
Martin Hendriksma, Hoe zou mijn vader geweest zijn zónder de oorlog? De tweede roman van Jessica Durlacher. In: Zwolse Courant, 5-10-2000. (Interview. Ook in: Haarlems Dagblad, 7-10-2000, Leidsch Dagblad, 7-10-2000, Utrechts Nieuwsblad 7-10-2000, Gooi en Eemlander, 11-10-2000) |
Linda Huijsmans, Joodse vaders hebben vele dochters. In: Algemeen Dagblad, 6-10-2000 |
Max Pam, Een mooie vette traan. In: HP/De Tijd, 6-10-2000. |
Monique van de Sande, Over de oorlog en de liefde. In: Metro, 9-10-2000. (Interview) |
Elsbeth Etty, Door een oerwoud van leugen en bedrog. Gecompliceerde roman van Jessica Durlacher. In: NRC Handelsblad, 13-10-2000. |
Theo Hakkert, Lachen als een tank die ontploft. In: Tubantia, 13-10-2000. |
Koen Eykhout, Haastklus van Jessica. In: De Limburger, 20-10-2000. |
Monica Soeting, Kinderen van Joodse vaders... Oorlogsverleden obsedeert personages in Hollywood-thriller van Jessica Durlacher. In: de Volkskrant, 20-10-2000. |
Agnes Andeweg, Overbodige dramatiek. De invloed van de oorlog. In: Vrij Nederland, 21-10-2000. |
Ron Elshout, Moeilijke kwesties helder geanalyseerd. In: Haagse Courant, 21-10-2000. |
Daniëlle Serdijn, De kleffe verzoening. In: Het Parool, 25-10-2000. |
Astrid van Leeuwen, ‘Op m'n zeventiende kon ik de sfeer bij ons thuis niet meer aan. Ik moest loskomen, uitbreken van verdriet’. In: Libelle, nr. 44, oktober 2000. (Interview) |
Reinier Spreen, Oorlog als excuus voor een spannend verhaal. In: Nieuwsblad van het Noorden, 27-10-2000. |
Thomas van den Bergh, Vol mankementen. In: Elsevier, 28-10-2000. |
Marja Pruis, Glibberend naar de climax. In: De Groene Amsterdammer, 28-10-2000. |
[Anoniem], Gewoon contact met mijn vader was zo ontzettend moeilijk. In: Viva, nr. 40, 2000, p. 36-39. (Interview) |
Karolien Knols, Ik ben een beetje een aansteller. In: Marie Claire, oktober 2000, p. 28-31. (Interview) |
Margot Engelen, Liefde tussen kinderen van holocaust-slachtoffers. In: Trouw, 4-11-2000. |
Brigitte Jonkers, In tranen ten onder. In: Eindhovens Dagblad, 9-11-2000. |
Leo van Gelderen, Jessica Durlacher verhaalt over de tweede generatie. In: Noordhollands Dagblad, 28-11-2000. |
Douwe de Vries, De pijn van de tweede generatie. Intrigerende roman van Jessica Durlacher. In: Friesch Dagblad, 29-11-2000. |
Mieke Wilcke-van der Linden, De dochter. In: Nederlands Dagblad, 1-12-2000. |
| |
| |
Eva Berghmans, Sabine en het geheim. Jessica Durlacher en het tweedegeneratietrauma. In: De Standaard, 14-12-2000. |
Hans Warren, Werkelijk leed kan niet worden verloochend. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 28-12-2000. (Ook in: Zwolse Courant, 28-12-2000 en De Stem, 5-1-2001) |
Gerrit Witteveen, Jessica Durlacher over haar tweede roman ‘De dochter’. Geheimzinnige verhoudingen in een filmische wereld. In: Friesch Dagblad, 27-1-2001. (Interview) |
A. Verhoef, Wrakhout zonder houvast; Jessica Durlacher schrijft tegen Joodse achtergrond. In: Reformatorisch Dagblad, 7-2-2001. |
Madeleine Rood, Jessica Durlacher wil aandacht. ‘Een boek is een vorm van aanstellerij’. In: Arnhemse Courant, 20-9-2001. (Interview) |
Sabine Doering, Vaterkind, Tochterkomplex. Das Opfer is der Täter: Jessica Durlacher spielt met den Identitäten. In: Frankfurter Allgemeine Zeitung, 3-1-2002. |
Nora van Laar, [Over De dochter]. In: Boekdelen, nr. 3, september 2002, jrg. 2, p. 18-21. |
lexicon van literaire werken 99
september 2013
|
|