| |
| |
| |
Kapittel XIV.
Reden waarom de burgerwetten, in Nederland, enz. de koop, en andere toezeggingen, in dronkenschap, en zelfs in drinkgelagen, enz. gedaan, onder zekere bepaaling nietig houden.
[Redenen, waarom niet alleen de byzondere Wetten, maar ook de beschrevene Regten, het Roomsche en 't Pauselyke, den koop, in dronkenschap aangegaan, kragteloos houden. Waar in een koop bestaat, en wat daar toe, naar regten, vereischt word. Hoedanigen wel, en wie zig niet tot koopen kragtig verbinden konnen. Of ook zekere beschonkenen. Sententien van den Hove Provintiaal van Utregt des aangaande. Twisten daar over, of
| |
| |
iemand zoo beschonken zy geweest, dat de Wet zyne verbintenissen nietig verklaard. Redenen, waarom de koop, in drinkgelaagen geschied, in Holland, en elders, wederroepelyk zy.]
[I. De koop bestaat naar regten in een overeenkoming, dat is, een eendragt des wils, onder een, of meer persoonen, ontrent de geveilde waaren, en derzelver prys.
Te weten, de beschreve Regten vereischen drie zaaken tot het wezentlyk voltrekken van koop, onder koopers, en verkoopers, die een Contract van koop sluiten; merx, pretium, consensus. 1. Onderlinge overeenstemming. 2. Geveilde waaren. En 3. bedongen prys. Vide Zoesium, Bruneman, Voet, ad P. de contrah. emption. nec non. Donell. comment. l. XIII. cap. I. P. Verryn in indice Systematico emptionis venditionis cap. 1, 2, 3, &c.
| |
| |
En hier uit is ligt te besluiten, waarom een koop, en verkoop, in dronkenschap gedaan, naar regten kragteloos gehouden word.
1. | Vooreerst, om dat die genen, welke door dronkenschap hunnes verstands onmagtig zyn, niet bekwaam geoordeeld worden, om in dezen de vereischte toestemming te geven, nog zig volslagen te verbinden. |
2. | En ook om den toeleg, van zoodanigen in den drank te misleiden, te beteugelen. Als uit het vervolg klaarder zal blyken. |
II. 't Is naar regten klaar, dat dullen, en uitzinnigen, kinderen, enz. zig tot koop, nog verkoop uitwerkelyk konnen verbinden. l. I. § 12. D. de Oblig. & Act. l. 70. § 4. D. de fidejuss. l. 40. D. de reg. jur. § 8. & § 8, 9. J de inut. stip. l. 3. C. de in integr. rest. min. Struvii Syntagm. jur. civ. part. I. exerc. VI. th. 37.
III. Zoo ook niet die slaapen l. I. § 3. D. de acq. poss. Mornac. ibid. L. Goris ad Sand. de effestuc. c. 5. n. 11. Waarom | |
| |
men aangemerkt vind, dat Kaligula als een tiran gehandeld heeft met Aponius Saturninus, vir praetorius, die Hoofdschout van Rome was geweest; als hy, in 't verkoopen der Zwaard-vegteren van den Schouwburg, het meenigvuldig knikken van het hoofd van Sempronius, inter subsellia te slaapen leggende, door den uitroeper, daar toe gelast, liet gelden als koop, en toestemming in den voorgestelden prys. Sueton. in Call. c. 38. nec licendi finem factum, quoad tredecim gladiatores HS nonagies ignoranti addicerentur.
IV. En eindelyk niet die dronken zyn, ook volgens 't Pauselyk regt. can. luxuriosa. can. venter. dist. 35. cap. acrapula X. de vit. & hon. Cler.
V. Te weten zoodanigen, die door den drank van het gebruik van hunne rede beroofd zyn, en niet weten wat zy doen. Zy namelyk worden in dit opzigt gelyk gesteld met dullen en uitzinnigen; als ook met zekere kwistpenningen, en verklaarde Stads kinderen, die als met | |
| |
hunne wille uitzinnig zyn. d. can. Luxuriosa. & d. c. Venter. Vinn. depactis c. 14. n. 3. Struvii Syntagm. jur. civ. p. I. exerc. VI. th. 37. P. Verryn ind. systematico empt. vend. c. 6. art. 3.
En dat by gebrek van behoorelyke toestemminge, tot den aard der handelingen vereischt.
En had daarom op sommige plaatsen Relief, of herstelling, plaats tegen handelingen, in dronkenschap aangegaan. Vide Christinaeum decis. Cur. Belg. vol. 2. dec. 104. n. 8. Cod. Fabr. l. 5. t. 4. def. 7.
VI. Waarom ook de Regtsgeleerden van ouds beweerd hebben, dat een dronke mensch geen huwelyk kon aangaan, indien naamelyk de dronkenschap de vereischte toestemming belette. Vid. Mozzium de contractibus pag. 917. 6. Decian. Cons. 112. Als mogelyk in 't vervolg breeder zal getoond worden.
VII. Waarom dan ook 't geen in dronkenschap geschied, by gebrek van de vereischte behoorlyke toestemming, ten op- | |
| |
zigte van diergelyke verbintenissen van koop en verkoop, kragteloos word gehouden.
Inzonderheid zoo zoodanig een met eede verklaard, dat hy zoo door den dronk ontsteld zy geweest, dat hy niet weet wat hy gedaan hebbe, of ten minste dit den volgenden dag niet geweten hebbe.
En dus is het verstaan van den Hove Provinciaal te Uitrecht in 't jaar 1566, den 8sten Maart, in de zaak van Cornelis Jansze Peerboom appellant, en Claas Gerritsze geäppelleerden.
En in't jaar 1599, den 17 Juny in de zaak van Gosen Baertsen te Emmenes, en Gosen Jamwegen: als mede in't jaar 1608, den 13 October, luidende 't laatste vonnis aldus: 't Hof, mits den verweerder by eede affirmerende ten tyde van de pretense koop so beschonken geweest te zyn, dat hy als doen, noch ook 's anderen daags niet en heeft geweten, dat hy syne huisinge in questie verkoft soude hebben, verklaert den Eischer in synen eisch, fine, en conclusie niet ontfankelyk, nog ge-
| |
| |
fundeert, absolverende daar van den verweerder; ende compenseert de kosten van den processe om redenen.
VIII. De ongemakken van deze gewoonte zyn,
1. | Vooreerst oneindige twisten, als by voorbeeld over diergelyke punten, of iemand waarlyk dronke zy geweest, of niet, en wel zoodanig dat hy niet wiste wat'er omgegaan zy: en hoedanige bewyzen, indicien, praesumptien, of andere blyken, daar toe vereischt worden. Vide Mascardum de probation. Vol. II. Conclus. 579. pag. m. 548. |
2. | En ten tweeden, zoo in deze gevallen de gedaagde ligt word toegelaaten tot den eed, dat alsdan in dezelve gevallen een deur tot veelerlei meineed word geopend. |
IX. En deeze maand men de redenen te zyn, waarom in de meeste plaatsen van Holland, en elders, in gebruik is, dat een koop, in drinkgelaagen geschied, binnen vierentwintig uuren wederroepelyk is. Oudenhove beschryving
| |
| |
van Zuidholland. Vid. & A. Matthaei Observat. rer. jud. a supremo Ultraject. revisionis Consessu. obs. XL.]
|
|