Nederlands displegtigheden. Derde deel
(1735)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling– AuteursrechtvrijCornelis van Alkemade en Pieter van der Schelling, Nederlands displegtigheden. Derde deel. Philippus Losel, Rotterdam 1735
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 32 B 4, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Nederlands displegtigheden. Derde deel van Cornelis van Alkemade en Pieter van der Schelling uit 1735.
redactionele ingrepen
fol. ***2v: Kristensn → Kristenen: ‘onderzogt, of het den Kristenen geoorlofd zy Gastmaalen’.
fol. B2r: behaaleu → behaalen: ‘Dat'er eer, en roem mê te behaalen zy’.
fol. B4v: dankzegzeggingen → dankzeggingen: ‘[Verzuin van gebeden, en dankzeggingen, voor en na’.
p. 9: ἐις → εἰς: ‘εἰς τὰ συμπόσια’.
p. 10: Bachchusfeesten → Bacchusfeesten: ‘vertooning der aloude Bacchusfeesten’.
p. 59: beffraffen → bestraffen: ‘die uitmunt in den dringdwang te bestraffen:’.
p. 91: ὀυ → οὐ: ‘οὐ βούλομαι πιὼν Αλεξάνδρε Ασκληπιοῦ δεῖσθαι’.
p. 133: dronkenkeid → dronkenheid: ‘& Plant. in Brood-dronkenheid, nec non Caelium’.
p. 141: afknaagegende → afknaagende: ‘in stê van een beul, zyn hart afknaagende’.
p. 242: derlandsche → Nederlandsche: ‘Strengheid der Nederlandsche Wetten tegen het begieten’.
p. 254: tweederlei lei → tweederlei: ‘uit tweederlei hoofde, en van de dronkenschap’.
p. 270: naat → naar: ‘alles doorbrengen, of spaaren naar zyn welgevallen:’.
p. 285: nauwnaauwkeurige → nauwkeurige: ‘het is meermaalen by nauwkeurige Regtsgeleerden aangemerkt’.
p. 290: uitdrukdrukkelyk → uitdrukkelyk: ‘veeltyds gewoon uitdrukkelyk te bedingen’.
p. 338: aanmerkinged → aanmerkingen: ‘De Ridder Temple, in zyne aanmerkingen over de’.
p. 340: noozaakelykheid → noodzaakelykheid: ‘niet zelden voorwendden de noodzaakelykheid van den wyn’.
p. 374: doorgtonder → doorgronder: ‘alleen de hertekenner is, en doorgronder der gedagten’.
p. 382: lichtvaardigdigheid → lichtvaardigheid: ‘met de sponsie; en de ligtvaardigheid met de bootsemaakers’.
p. 396: her → het: ‘geveinsden, die door het uiterlyke eenen schyn’.
p. 418: wywyze → wyze: ‘Op dezen grond, en deze wyze, en met deze vertaalde woorden’.
p. 493-494: befende → betreffende: ‘als niemand althans betreffende, opgedraagen’.
p. 504: voornanaame → voornaame: ‘waar door in veele voornaame huizen de Heer van’.
p. 529: in de tekst ontbreekt het nootteken, deze is door de readactie toegevoegd.
p. 532: gezelschapppen → gezelschappen: ‘daar in tegendeel die van zulke gezelschappen, waar’.
p. 568: het onjuiste paginanummer 368 is verbeterd.
p. 575: ὲμὴν → ἐμὴν: ‘τοῦτο ποιεῖτε ὁσάκις ἄν πίνητε ἐς τὴν ἐμὴν ἀνάμνησιν’.
p. 590: het onjuiste paginanummer 592 is verbeterd.
p. 629: 9. → 6.: ‘6. Om verwyt, of smaad’.
p. 633: bet → het: ‘het grootste heil niet altoos meest’.
p. 645: Griffiier → Griffier: ‘Klerken van den Griffier mogten alleen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (*1v, t.o. 480, t.o. 488, t.o. 494) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
NEDERLANDS
DISPLEGTIGHEDEN,
VERTOONENDE HET
GEBRUIK, EN MISBRUIK AAN DEN DIS,
IN HET
HOUDEN VAN MAALTYDEN,
EN HET
DRINKEN DER GEZONDHEDEN, ENZ.
ONDER DE OUDE BATAVIEREN, VORSTEN, GRAAVEN, EDELEN, EN ANDERE NEDERLANDEREN;
NEVENS DE OORZAAKEN DEZER MISBRUIKEN;
DE WETTEN, EN MIDDELEN DAAR TEGEN;
EN DERZELVER OVEREENKOMST MET
DIE DER ANDERE VOLKEN;
VOLGENS DE GESCHIEDENISSEN; EN GODGELEERDHEID,
EN ZEDEKUNDE; EN REGTSGELEERDHEID,
EN STAATKUNDE.
DOOR
K. VAN ALKEMADE,
EN
Mr. P. VAN DER SCHELLING.
DERDE DEEL.
Met Plaaten.
TE ROTTERDAM,
By PHILIPPUS LOSEL, 1735.
[fol. A1r]
Korte inhoud der hoofddeelen des derden deels van Nederlands dis-plegtigheden.Misbruik der Gastmaalen.
[Misbruik der Gastmaalen, en plegtige Drinkmanieren, in vroeger, en laater tyden. Oorsprong dier misbruiken.] Bestraffingen der Oude Kerkeleeraaren des aangaande. [Misbruiken der Romeinen, Duitschen, Engelschen, enz. Eet- en Zuip-stryden in Pontus, en elders. Zeldzaame lekkernyen, onmaatige kosten, en pragt der gastmaalen. Ongevoegchelykheid der pragt, vooral in maaltyden. Schadelyke tydkwisting. Aartig geval, en overtuigend voorbeeld van den schranderen Locke. Gruwelen op, of ter gelegenheid van gastmaalen uitgevoerd. | bladz. 1, enz. |
[fol. A1v]
II.Misbruik der drink-voorwaardens en drink-betuigingen.
[Oorsprong, en einde van den Bokaal boorde vol te schenken, ten teeken van hoogagtinge.] Misbruik der Gezondheids-dronken. Bestraffing der oude Kerkeleeraaren des aangaande. Gewoonte onder de Duitschers. Misbruik der Drinkbetuigingen, en byzonder om haat, wraak, en vyandschap te betuigen, en ter oneere, en ten vloek, en verderve van iemand, een Land, Volk, Vorst, enz. Onbezonne drift, om zyne genegenheid, en begeerte tot de gezondheid van een ander, te betuigen door teekens gevaarelyk voor zyne eige gezondheid, en leven. Zwaare straf, door Kaligula daar over uitgevoerd. [Misbruik, om uit het waarnemen van die Drink-betuigingen van iemands opregte genegenheid voor den welstand van Land, en Kerk, of byzondere Persoonen; en uit het nalaaten het tegendeel te besluiten. Gewoonte in Engeland, van op de Gezondheid der Kerke te drinken. Misbruik dezer gewoonte.] | 32, enz. |
[fol. A2r]
III.Van den drink-dwang.
Kunsjes, om iemand, tegen heug en meug, te doen drinken, by de Skyten, Grieken, Romeinen, zelfs al by de Chaldeen, en Duitschen. Drinkdwang, van ouds kwaad gekeurd, en by de Kristenen, en hunne Kerkvergaderingen, verboden, en door oude en later Kerke-leeraaren bestraft: Als ook by de Profeeten, [en Heidensche Zedemeesteren. Wetten tegens den Drink-dwang, by de Persen, Lacedemoneren, Indiaanen, Franken, Engelschen. Redenen, van den zelven Drink-dwang afraadende.] | 51, enz. |
[Van eenige middelen van drink-dwang in't byzonder.]
[Kunsjes van Drinkdwang, het werpen van den beker, of het glas, naar het hoofd, of in het aangezigt. Het dreigen van het verbryzelen der zelven op den kop der onwilligen. En wel byzonder van het gieten van den wyn over de kleederen der onwilligen. Voorbeelden van verscheide volken. Dit misbruik zelfs van de Heidenen bestraft. Voorbeeld van iemand met de dood gestraft, om dat hy weigerde zoo veel te drinken, als hem wierd bevolen. |
[fol. A2v]
Van het Wapel-Drenken.Handvest van Kuilenburg, des aangaande. Wapel-drenken, wat beteekend. Waarom, en tot wat einde in't werk gesteld. enz.] | 73, enz. |
[Middelen, en geestige kwinkslagen tegen den drink-dwang.]
[Tweederlei zorg, om niet te vervallen tot kwaade Drank-misbruiken in gezelschappen. Of, en hoe het gevaar te ontgaan. Of, en hoe de Drink-dwang te wederstaan. Voorbeelden van aartige kwinkslaagen tegen den Drink-dwang; somtyds de dwingers van de onredelykheid van dien dwang overtuigende. Voorbeeld van Kallisthenes, Xenofon, Arystas, Cyrus, Diogenes. Voorbeeld van den Raadsheer Fabricius, Doctor Thorius, als ook van Marigni, en eenige Grooten.] | 86, enz. |
[Van brassery.]
[Brassery, en Dronkenschap, heerschende zonden in Europa. Honger, als een natuurlyke ziekte, te genezen door spyze, en drank. Het groote einde van het eten, en drinken. Regels van matigheid, |
[fol. A3r]
100, enz. |
Van dronkenschap.
[Oude genegenheid der menschen tot overdaad in spyze, en drank.] Dronkenschap, en brooddron- |
[fol. A3v]
131, enz. |
Uitwerkzels, en gevolgen der dronkenschap.
[Dronkenschap, een zonde van de allergruwelykste gevolgen, verwekt ongeregeldheid, in woorden, en werken. Oorsprong, en nadrukkelyke beteekenis van het oude woord Avond-dronken, dat is, bastaarden. Openbaard ligtvaardig de geheimen, misbruikt de openhartigheid, en 't vertrouwen der tafel-vrienden, en de tafel-vryheid. Waarom de Grieken anderen persten tot evengelyke groote bekers. Ze ontdekt den aart der Dronkaarten. Gevaar van zulk een onvoorzigtig geklep. Verwekt een |
[fol. A4r]
158, enz. |
[Of de dronkenschap, naar regten, eenige misdaaden verschoond, en van de straf bevryd, of dezelve verligt.]
[Sommige Rechtgeleerden wilden de misdaaden, door dronkenschap begaan, zwaarder, of dubbeld; andere verschoond, of ligter gestraft hebben. Hun gevoelen wederlegd. Decisie van den Hove van Vrankryk. Onderscheid by sommige Rechtsgeleerden |
[fol. A4v]
197, enz. |
[Wetten en straffen tegen de dronkenschap.]
[De dronkenschap stryd tegens de Wet der natuur. Aanmerkelyke plaats van Montaigne. Stryd met Gods Wetten. Besluiten van Kerkvergaderingen daar tegen. Beveelen van Koningen van Denemarken, en Noorwegen, verbiedende de dronkenschap aan Kerkelyken, op zekere straffen. Wetten van Mahomet daar tegen. Verscheide Burger-wetten, en straffen tegens de Dronkenschap, zelfs tegens 't gebruik van Wyn, en herbergen. Van de Grieken, Romeinen, oude Rugiaanen. Van Koningen van Vrankryk, en Engeland. Dronkaarts door Wetten inhabil, en onbekwaam verklaard, om ampten te bekleeden, en daar van ontzet. In Hoogduitsland, dronkaarts uit ampten geweerd, of anders gestraft. Koustumen van Bourgondie, en Vrankryk des aangaande. Van Nederland. Geen dronkaarts in de Wet te dulden. Nog in Ampten. Oude ge- |
[fol. A5r]
211, enz. |
Burgerwetten tegen het dronken drinken van verscheide persoonen, en byzonder overheden, geestelyken, wereldlyken, behoeftigen, [schipgezellen, enz. tegen tapperyen, herbergen, kermissen, bruiloften en andere feesten. Tegen drinkgelagen, en drinkgeld, van klerken, procureurs, enz. tegen het spannen van vierschaaren in herbergen enz.]
[Burgerwetten in Nederland, en elders, behelzende Verbod, aan verscheide persoonen in het byzonder, van zig dronken te drinken; en van herbergen, tapperyen, kermissen, bruiloften, feesten, speelen, enz. by te woonen; byzonder aan armen, en vrouwen, die openbaare of publyke aalmoessen trokken. Keuren van Oudewater. Delft. Plakaat van Keuzer Karel V.] Reden van de strengheid van |
[fol. A5v]
240, enz. |
[fol. A6r]
XII.[Huis- en hof-regels voor de tafelhoudige. Als ook burgerwetten tegen de pragt, en kostelykheid der tafelhoudinge.]
[Byzondere Huis- en Hof-regels van een welgeschikte Tafelhoudinge. Burgerlyke Wetten, tegen de onmaatigheid in spyze, zoo wel als drank; en voor de maatigheid, en eenvoudigheid; als ook tegen de pragt, en kostelykheid der Tafelhoudinge. Wetten der Romeinen, Fransen, Nederlanders. Lukaneren. Voorbeelden van uitmuntende mannen. Wetten van Koning Lodewyk XIV. ten opzigte der Krygsoversten. Wetten in Engeland, besnoejende de Tafelhouding der Kerkelyken Wetten in Holland, ten opzigte van samendrinkingen, Promotie-, welkomst-, vertrek-, en andere -maalen der Studenten. Onderzoek, en aanmerking over den grond, en redelykheid van diergelyke Wetten. Of de overdaad, en verkwisting zondig; en nut, dan nadeelig voor 't Gemeenebest zy. Of yder met het zyne doen mag, wat hy wil. Magt der Overheden des aangaande. Pragt, en overdaad, zyn hindernissen in het oefenen van verscheide deugden.] | 259, enz. |
[fol. A6v]
XIII.Koopmanschap, en andere toezegging, door een dronk bevestigd, dog in een gelag geschied, in verscheide Nederlandsche provintien, binnen vierentwintig uuren af te gaan.
[Burgerwetten, eenige handelingen, en verbintenissen, in dronkenschap geschied, begunstigende; en dezelve kragteloos stellende, voor altoos, of voor zekeren tyd.] Koopmanschap, door een dronk bevestigd, dog in een gelag geschied, binnen vierentwintig uuren af te gaan. Keuren van Rynland. [Obligatien uit gelagen. Oude Keuren van Leiden. Rantsoen, of Wynkoop. Of, en hoe ver die plaats hebben in Holland. Keuren van Wormer. Gisp. Kennemerland. Gebruik van Hilversum. Hoe moet blyken van de dronkenschap der Handelaaren. Sententien van den Hove van Utregt, en Uitspraaken van de Staaten derzelver Provintie, in cas van Revisie. Gewoontens van Vlaanderen; Hoogduitschland. Beding, van den koop te mogen afstaan, mits betalende den wynkoop. Keuren van Leide. Oorsprong der voors. gewoonte, en gemeenschap van diergelyke gewoonte met die der Batavieren, Persen. Gevoelen van Burgundus, wegens dien oorsprong. Besluit] | 280, enz. |
[fol. A7r]
XIV.[Reden waarom de burgerwetten in Nederland, enz. de koop, en andere toezeggingen, in dronkenschap, en zelfs drinkgelagen, enz. gedaan, onder zekere bepaaling nietig houden.]
[Redenen, waarom niet alleen de byzondere Wetten, maar ook de beschrevene Regten, het Roomsche, en 't Pauselyke, den koop, in dronkenschap aangegaan, kragteloos houden. Waar in een koop bestaat, en wat daar toe, naar Regten, vereischt word. Hoedanigen wel, en wie zig niet tot koopen kragtig verbinden konnen. Of ook zekere beschonkenen. Sententien van den Hove Provintiaal van Utregt des aangaande. Twisten daar over, of iemand zoo beschonken zy geweest, dat de Wet zyne verbintenissen nietig verklaard. Redenen, waarom de koop, in drinkgelaagen geschied, in Holland, en elders, wederroepelyk zy.] | 296, enz. |
[fol. A7v]
XV.[Of, en hoe ver dronkenschap andere handelingen, acten, en verbintenissen, uiterste willen, huwelyks kontracten, het kennen of ontkennen van handschrift, scheldwoorden, eeden, enz. kragteloos maakt.]
[Uiterste willen in dronkenschap gemaakt, naar regten kragteloos. Onbekwaamheid door dronkenschap, tot het maaken van een uiterste wil, hoe, en door wien te bewyzen. Huwelyks-contracten, en -voorwaarden, in dronkenschap aangegaan, kragteloos. Het kennen of ontkennen van zyn handschrift, in dronkenschap geschied, kragteloos. Of iemand, een ander in dronkenschap gescholden hebbende, van de Palinodia bevryd zy. Of een groote dronkenschap iemand van de straf van Godslasteringe bevryd, en andere misdaaden. Of iemand, in groote dronkenschap een eed gedaan hebbende van een geoorloofde zaak, denzelven verpligt zy te houden? Van den eed van Herodes, aan de dogter van Herodias. Hoe die trap van dronkenschap, waar door iemand in't algemeen onbekwaam gehouden word om zig te verbinden, te bewyzen zy.] | 304, enz. |
[fol. A8r]
XVI.[Reden van de verscheidenheid der burgerwetten, sommige verbitenissen uit dronkenschap kragtig, en sommige kragteloos houdende, volgens het regt der natuur.]
[Of, en hoe de Burgerwetten, iemands verbintenis, ten baate van anderen, om dronkenschap kragteloos houdende; en in tegendeel niemand van misdaaden, nog van derzelver schuld en straf, om dronkenschap verschoonende, overeenkomen met het regt der Natuur. Of die een ander tot dronkenschap verlokt, om zig door verbintenisse te bevoordeelen, schuldig zy aan kwaade trouw, en bedrog. Wanneer zoodanige verbintenissen van kragt worden, en blyven: Als ook die van minderjaarigen. Waarom een smoordronken van halsstraffelyke misdaaden, en derzelver straf, niet is te verschoonen. Waarom het regt der Natuur, zoo wel als Burgerwetten, smoordronkenen te gemoet komt in het vernietigen van beloften, en verbintenissen, tot hunne schade strekkende; en niet verschoond van, maar straft om hunne lyfstraffelyke misdaaden; schoon zy, in beide gevallen, naar Regten, by onzinnigen vergeleeken, niet weeten wat zy doen.] | 314, enz. |
[fol. A8v]
XVII.Eenige voorwendsels voor de dronkenschap, [en wederlegging der zelve.]
[Zelden gebreken zonder voorspraaken, of voorwendselen ter verschooninge. Maar zelden vond eene ondeugd zoo veel voorwendsels onder allerlei persoonen, als de dronkenschap. |
Voorwendsels der Staatkundigen;] dat men daar door te eerder geheimen weet te ontdekken, vrindschap, verbonden enz te maaken. Voorbeelden van Claudius Civilis, Brederode, Prins Willem den I. ['t Voorbeeld van welgemelden Prins verdedigd tegens misbruik van het zelfde. |
Voorwendsels der Geneeskundigen, dat det sterk drinken, ten minste nu en dan gedaan zynde, ter gezondheid strekt. W. Temples voorwendsel, ter verdediging van de Noordsche volken in hunne geneigdheid tot den drank. |
Voorwendsels van luiden van Studie, Geleerden, Orateurs, enz. dat de wyn het verstand scherpt, vrymoedig maakt, en tot sommige zaaken bekwaamer. |
Voorwendsels van Handwerks- en Krygs-luiden, enz. |
[fol. B1r]
Wederlegging van de voorwendselen der Staatkundigen: Der Geneeskundigen, en van die voorgeven te letten op hunne gezondheid: Als ook van de voorwendselen der luiden van Studie, enz. | |
Wederlegging van veele andere voorwendselen: Om iemand in het drinken te verzellen. Om kennis, en vriendschap te maaken, of te onderhouden. Om de geesten te verheugen. Om zyne zorgen: of wel den tyd, te verdryven. Om verwyt, of smaad voor te komen. Om vermaak in den drank. Om een goeden uitslag in onderhandelingen, koopmanschap, enz.] | 326, enz. |
[Voorwendsel, dat zonder den wyn geen vreugde, en in de dronkenschap het grootste vermaak zou zyn te vinden, en wederlegging van het zelve.]
[Hoe een mensch het hoogste heil, en de volmaaktste vreugde hebbe te zoeken. Redekaveling van den Hoogleeraar Heineccius hier over. Hoe de genegenheid daar toe zy ingeschaapen. Wat uit deze beginselen te besluiten zy, ten opzigte van het gebruik, en misbruik van spys, en drank. Kenmerken van het waare hoogste goed, en de beste vreug- |
[fol. B1v]
356, enz. |
[De aanleidingen, oorzaaken, en redenen van de gewoonte van dronkenschap der oude heidensche, en hedendaagsche christen-volken, onderzogt, en verscheide hunner voorwendselen wederlegd.]
Dronkenschap der Noordsche Volken. Of de Hoogduitschers daar van te verschoonen waaren, volgens Kluverius. Een heerschende zondige gewoonte, onder andere, in de Nederlanden. De aanleidingen, oorzaaken, en redenen van deze gewoonte, onder de oude Heidensche Volken, onderzogt. Deze gewoonte ligter te begrypen in Heidenen, dan Kristenen. Algemeene oorzaaken van het verval tot deze gewoonte, nagespoord. Byzondere oorzaaken van het verval tot deze gewoonte, nagespoord. Verscheide voorwendsels: als by voor- |
[fol. B2r]
368, enz. |
[Waare aanleidingen, en oorzaaken van de gewoonte van dronkenschap in 't algemeen, en byzonder onder de Christenen.]
[Onder de waare aanleidingen, en oorzaaken van de gewoonte van dronkenschap is | ||
1. | Kwaad gezelschap, inzonderheid van aanzien. | |
2. | De kragt der mode, verleidende tot de gewoonte van dronkenschap, door voorbeelden, inzonderheid van aanzienelyke luiden. | |
3. | Een complaisance, of al te groote poging om te behaagen aan het gezelschap; nevens zekere valsche schaamte. |
[fol. B2v]
4. | Vermindering van vreeze Gods, naar maate van de vermeerdering van de valsche schaamte, of van de vreeze voor het verlies van de gunst van het gezelschap. Onderscheid tusschen een waare, en een valsche zedigheid, en schaamte. | ||
5. | Zekere schaamteloosheid, of zoogenaamde zorgelooze gerustheid, door den drank verwekt, of vermeerderd. | ||
6. | Ledigheid, en gebrek van redeneering, | ||
7. | De langdurige gewoonte, en willige slaverny. | ||
8. | Gebrek van goed, en noodzaakelykheid van niet dan kwaad gezelschap by te woonen. | ||
9. | Moetwillige onkunde van de elende van den staat der dronkerts; en van de middelen, om daar uit gered te worden] | 385, enz. |
[Middelen tegens de dronkenschap.]
[Voor middelen, om zig te wagten van dronkenschap, zyn doorgaans gehouden | ||
1. | Het beschouwen van dronkaarts, en hunne buitenspoorige woorden, gebaaren, en daaden. | |
2. | Het overwegen hoe beestagtig, hoe on- en tegen-natuurlyk, en hoe schandelyk de dronkenschap zy. | |
3. | Hoe schaadelyk, en van hoe kwaade gevolgen. |
[fol. B3r]
4. | Hoe afschuwelyk dienvolgens de Heidenen zelfs dezelve afgebeeld hebben. | |
5. | Het naspeuren van de waare aanleidingen, en oorzaaken van de dronkenschap; en zig daar van te wagten; en in't byzonder van kwad gezelschap, daar toe geneigd. Gevaarelykheid van kwaade, inzonderheid aanzienelyke voorbeelden. | |
6. | Zig te wagten voor de verleidende kragt der Mode, en het getal der aanzienelyke voorbeelden. Deze verminderen nooit de wezendlyke schuld der ondeugden in't algemeen, nog der dronkenschap: alzoo weinig als het meerder getal der listige, bedriegelyke, en verrykende bankroeten, al waaren't die der aanzienelyksten, de schandelykheid en schuld der zelve kan verminderen, of beneemen by verstandigen, eerelyke, en Godvreezende luiden | |
Burgundus wederlegd. Of, en waar de dronkenschap infamie verwekt. Of, en hoedanige in de Nederlanden. Wezendlyk, en onveranderlyk onderscheid tusschen goed, en kwaad, deugd, en ondeugd, eerelyk, en schandelyk. | ||
7. | Zig te kanten tegen al te groot een behaagzugt, en complaisance. Hoe verre die mag strekken | |
8. | Zig te wagten van een valsche, en zig aan te doen met de waare zedigheid, en schaamte: en, vervreemd van onbeschaamdheid, verre van te roemen, zig te schaamen over de dronkenschap. | |
9. | Het schuwen van de ledigheid. |
[fol. B3v]
10. | Het verkiezen van goed gezelschap, goed van begrip, oordeel, en zeden. | ||
11. | Zig vooral wagten van de gewoonte van dronkenschap. 't Gevaar der zelve. | ||
12. | Zig wagten van valsche redeneringen, voorwendsels, en verleidingen. | ||
13. | Zig zelf wel te onderzoeken, en hoe. | ||
14. | Te wapenen met waare, en goede beginselen van redekaveling, en hoedanige. | ||
15. | Het overdenken van Gods geboden, en zyne beloften, en dreigementen. In't byzonder ten opzigte van dronkenschap. enz. | ||
16. | Eindelyk, het verwekken van eene angstvallige begeerte, om hier zonder tusschenpoozen, en hier na eeuwig Gods gunst en heil te genieten; en een bekommerde vrees, om die door eenig schynvermaak te verliezen. | ||
Reden, waarom dronkaarts gemeenelyk volharden; hoewel zy overtuigd zyn, dat zy zig naar lighaam, en ziel verderven. Waarom het grootste heil niet altoos meest begeerd word. En waarom de menschen hunne dierelyke lusten opvolgen, en niet de waare, en eeuwige vreugde najaagen. Hoe dronkaarts dit stuk behoorden in te zien, om te merken, hoe zy zig zelfs elendig bedriegen. Redekaveling van Locke daar over.] | 405, enz. |
[fol. B4r]
XXII.Van de maatigheid.
[Lof, redelyk- en nutheid der Maatigheid; uit Goddelyke, en menschelyke Schriften. [Lessen, en voorbeelden van vroege en laater tyden, onder Joden, Kristenen, [en Heidenen. Zelfs in Holland in 't byzonder. De vrugten der maatigheid, en onheilen van onmaatigheid. enz.] | 451, enz. |
[Zeldzaame standvastige maatigheid, in Paraeus, vereerd door den marquis Spinola met een bokaal. enz]
[Een voorbeeld van standvastige maatigheid, in het weigeren van een beker zoo vol, als anderen, uit te drinken; en hoe deze Deugd in de Nederlanden, door den Marquis Spinola met een zilver-vergulde Bokaal van eene zeldzaame gedaante, vereerd zy. Gedaante, en gebruik van deze Bokaal, enz. Afbeelding van dezelve. Door wien, aan wien, by welke gelegenheid, en op welken tyd, dezelve zy vereerd, ter gedachtenisse in't Geslacht. Hoe dezelve by dat Geslacht in Holland nog bewaard word. Afbeelding van een glas, van een |
[fol. B4v]
478, enz. |
[Verzuin van gebeden, en dankzeggingen, voor en na gastmaalen, inzonderheid eeniger grooten. En of die gebeden, en dankzeggingen, een enkelde reis, of somtyds mogen nagelaaten, en tot beter omstandigheden van tyd, plaats, enz. mogen verschoven worden.]
[Verzuin van Gebeden, en Dankzeggingen voor, en na de maaltyden, en gastmaalen, voornaamelyk eeniger Grooten. Onredelykheid van dat verzuim, vooral in zulken. Onredelykheid van het zelve misbruik nader den Nederlanderen vertoond met een uitheemsch, liever dan hun eigen voorbeeld. Misbruik desaangaande in Groot-Brit- |
[fol. C1r]
497, enz. |
[Of het den Kristenen geoorlofd zy, gastmaalen te houden, aan te regten, en by te woonen.]
[Sommigen hebben niet alleen het misbruik, maar, om het misbruik, de Gastmaalen, als in't geheel, en volslaagen ongeoorlofd voor een Kristen, afgekeurd. Sommigen, zoo ver niet durvende komen, van dezelve af te keuren; dorsten ze ook niet geoorlofd verklaaren, beweerende; dat het veiliger was, zig daar van in't geheel te onthouden. Redenen. Sommigen stelden de gastmaalen, |
[fol. C1v]
507, enz. |
[fol. C2r]
XXVI.Of het den Kristenen geoorlofd zy gezondheden in te stellen, en te drinken: en in 't byzonder der tegenwoordigen.
Hoe sommige Kristenen, volgens den aart, en eis van hunnen Godsdienst, zoo zy meenden, zwaarigheid maakten, om Gezondheden in te stellen, en te beantwoorden. Redenen van hun gevoelen. [Tractaaten daar over geschreven in Engeland.] Wederredenen tegen dat gevoelen. [Of men het gebruik van een middelmaatige zaak hebbe na te laaten, om het gevaar van dezelve te konnen misbruiken. En of men dan zig van de menschen, hunnen ommegang, en bezigheden, die dien ommegang vereischen, en van gezelschappen, enz. hebbe af te houden, en met de Monniken, enz. de eenzaamheid te verkiezen, uit vrees van verleid, en tot misbruik vervoerd te worden. Of het drinken der gezondheden, en andere drink-betuigingen gemeenschap hebben met de gewoonte eeniger Oude Heidensche volken, van hunne Verbonden te bevestigen met een dronk, onder zekere vervloeking van die 't niet oprecht zouden onderhouden. Gevoelens van andere Godgeleerden. Besluit.] | 536, enz. |
[fol. C2v]
XXVII.[Of het den Kristenen geoorlofd zy ter eere, en ter gedagtenisse, of op het heil van iemand, het zy overleden, het zy afwezende, het zy tegenwoordig zynde, te drinken.]
[Gelyk sommige Kristenen zwaarigheid gemaakt hebben, van in te stellen, of te drinken gezondheden der tegenwoordigen, en afwezenden, nog in levenden lyve zynde: zoo vond men'er, die het ten hoogste misdaadig, en strafbaar oordeelden, te drinken ter gedagtenisse van iemand der Overledenen. Gevoelen van den Bisschop Brown in Engeland. Zyne Redenen. Eenige Whigs hebben ondernomen dit gevoelen te wederleggen. Hunne aanmerkingen over het gevoelen van den voornoemden Bisschop. Wederlegging van het zelve. Aanmerkingen van den Ridder Steele over het voors. gevoelen van Brown. En wederlegging van het zelve. Aanmerkingen op die wederlegging. Steele tegengesprooken. Tegenwerpingen opgelost.] | 570, enz. |