Nederlands displegtigheden. Tweede deel
(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling– Auteursrechtvrij
[pagina 498]
| |||||||
Goude, zilvere, en vergulde Drinkkoppen, Schaalen, Bokaalen, Koppetassen, enz.
| |||||||
[pagina 499]
| |||||||
i. Van ouds, onder de regeering der Graaven van Holland was 't een gebruik, en gewoonte; dat de Steden Ga naar voetnoot1, | |||||||
[pagina 500]
| |||||||
Heerlykheden, en andere Gemeenschappen, op de huldinge van hunne Vorsten in deze Nederlanden, nevens andere giften, en geschenken, ook zekere dierbaare, of konstig gewerkte drinkvaten aan de zelve aanboden. [Welke drinkvaten gemeenelyk waren van goud, zilver, of zilververguld, en naar der zelver vorm, en gedaante, genaamd bekers, drinkkoppen, koppetassen, bokaalen, enz. als in het vervolg zal blyken.] | |||||||
[pagina 501]
| |||||||
ii. Gelyk ook aan de andere zyde de Graaven, en Gravinnen deezer Landen [en der zelver Stadhouders] somtyds zoodaanige vergulde koppen geschonken hebben aan de Steeden, of andere Gemeenschappen Ga naar voetnoot2. | |||||||
[pagina 502]
| |||||||
[En zelfs vind men, dat door Vorsten zekere zilvere, of goude drinkkoppen aan | |||||||
[pagina 503]
| |||||||
byzondere persoonen, zoo wel als aan zekere Gemeenschappen, en in 't byzonder aan | |||||||
[pagina 504]
| |||||||
Burger- Schutteryen vereerd zyn; het zy ter erkentenisse van eenige verdiensten, of ten teeken van hunne gunst; waar van de voorbeelden overvloedig zyn in Nederland.] Van dit laatste soort van zilvere drinkkoppen is, onder andere, een bewys de zilververgulde kop, door Vrouw Jakoba, Gravinne dezer Landen, aan de Schutterye der Stad Gouda geschonken, nevens zeker inkomen, om maandelyks, of jaarelyks den zelven, als ze de Wapenschouw, en Wapenoeffening deeden, te gebruiken; welke kop tot op dezen dag toe, volgens het getuigenis van Tombergius, in zyne Goudse Arkadia, nog in wezen, en van dit gebruik zoude zyn. iii. [En 't was niet alleen de gewoonte, dat Steeden, en Gemeenschappen Drinkkoppen vereerden aan 's Lands Graaven, en hunne Stedehouderen, en deze wederom aan sommige Steden, en Gemeenschappen: Maar de Graaven waren ook wel gewoon daar mede te vereeren eenige hooge Bevelhebberen, en Krygsoversten] | |||||||
[pagina 505]
| |||||||
wanneer zy, na het overwinnen der vyanden, het Vaderland beveiligd hebbende, met zeegen t'huis kwamen, en dus (in plaats van hen anders, naar de oude Romeinse wyze, te bekranssen met laurieren) met goude, of zilvere koppen, bokaalen, of drinkbekeren, te beschenken. En, gelyk dusdaanige vereeringen geen geringe eer, en agting mede bragten, en byzetteden, zoo wierden ook deze drinkkoppen, en bekers in groote waarde gehouden by die huisgezinnen, en geslagten; en het was, en bleef de gewoonte, om op alle plegtige maaltyden, en byeenkomsten dezelve voort te brengen; en tot het drinken der Gezondheden te gebruiken, niet zonder melding, en verhaal aan de nakomelingen van de oorzaak, en reden des geschenks, en van de loffelyke verdiensten. iv. De aaloude trek, en begeerte der Duitsen tot den drank, roem, en het vermaak van by den drank te toonen de teekens hunner verdiensten, schynt ook de oorzaak geweest, en tot heden toe geble- | |||||||
[pagina 506]
| |||||||
ven, van deze zeer oude gewoonte pvan Drinktuig ten schenk te geven.] v. En, om van de oude tyden tot laater, en de tegenwoordige over te gaan, zoo hebben de Heeren Staaten van Holland, en Westvriesland, zelfs nog in den jaare 1667, aan de Heeren Kornelis de Wit, als gevolmagtigden op 's Lands Vloot; aan den Luit. Admiraal de Ruiter, en den Admiraal van Gent, elk een schoone Bokaal van goud, van groote waarde vereerd, op welke de resolutie van Haar Ed. Groot Mog., de oorzaak dezer Geschenken behelzende, gegraveerd stond. vi. [De Resolutie van de H. H. Staaten, is van den 2. Juli 1667, en te zien in de Historie van 't leeven van de Heeren, Jan, en Kornelis de Wit. 2. b. 193. bl. alwaar zulks in het breede verhaald word, gelyk ook zelfs in het opschrift, tot dien kop behoorende, alwaar men binnen in het deksel van den gouden kop leest deze woorden: | |||||||
Extractcompendieux, den 2 Juli 1697.‘Op het geproponeerde van de G. Raden is by de Staten goetgevonden, dat aan Heer Cornelis de Witt, als Gevolmagtigden van den Staat op 's Lants Vloote, gedirigeerd, en uitgevoerd hebbende het fameus Exploit, den 21, 22, en 23 Juli 1667, op de Rivier van Londen, en van Rochester in 't werk gesteld, vereerd zal worden | |||||||
[pagina 507]
| |||||||
een Goude Kop, daar op 't voors. Exploit uitgebeeld zy, en tot gedenkteeken in zyne familie, en voor de posteriteit.’ Accordeerd in substantie met de Resolutie van de Staaten: HERB. VAN BEAUMONT. vii. Deze Kop was waardig 5000 guldens, en verbeeldde rondom het innemen van de sterkte Charnesse, nevens het verbranden, en veroveren der Koninklyke oorlogschepen, by Chattam, met verven geëmalieerd. Zynde de voet met konstig lofwerk van bloemen, en het deksel van boven met een rooden staanden leeuw, verbeeldende het Wapen van Holland, vercierd, ibid. 192. viii. Zie van diesgelyken gouden kop, door Haar Ed. Groot Mog., aan den Lt. Admiraal de Ruiter vereerd. G. Brand, in 't leven van de Ruiter, bl. 609. ‘Deze gift was wel klein, ten aanzien van 's mans verdiensten, die met geen goud konden opgewogen werden; maar de eer, die het geschenk verzelde, vermeerderde de waardy. Zoo plagten wel eer de oude Romeinen hunne Helden met geringe kranssen van laurier, of eikeloof te beloonen: en al 't lof bestond in den lof der dapperheid, die door de gift werd beteekend, en ten toon gesteld.’ ix. Zoo hebben in laater tyd Haar Ed. Groot Mog. in Augustus van den jaare 1721, den Wel Edele Heeren, van Hoornbeek, toen Raad-Pensionaris van den Lande, Goslinga, en den Griffier Fagel, yder voor hunne byzondere diensten, met het bemiddelen van de verschillen, die tussen de 3 | |||||||
[pagina 508]
| |||||||
Hoofdkwartieren van Gelderland, Nymegen, Zutphen, en Aarnhem, ontrent honderd jaaren geduurd hadden, gedaan, met een gouden Bokaal, zeer konstig gesneden, en ydere bokaal ontrent 3000 gls. waardig, doen vereeren. Europ. Mercur., op 't jaar 1721: bl. 112. x. En zyn 'er voorbeelden van zoodanige drinkkoppen, enz. om diergelyke verdiensten, tot heil van 't gemeene best, door 's Lands Staaten niet alleen, maar zelfs door byzondere Steden, in vroege, en laater tyden, aan sommigen vereerd. Zoo heeft de Stad Gornichem aan den Heere Jan Jakobsz van Ameide, Raad, en Burgemeester der gemelde Stad, zig nevens andere H. H. Gevolmagtigden, extra-ordinair hebbende laten gebruiken in het maaken van den Treves, met een grooten zilververgulden Kop, of Bokaal, vereerd. Binnen op het deksel word vertoond het Wapen der Stad, met het Wapen des voorn. Burgemeesters, aan de eene, en dat van zyne Egtgenoot aan de andere zyde, en het jaartal 1609 aldaar onder het Wapen der voors. Stad; en daar rondom deze regels geschreven:
Voor de moeite langdurig extraordinarie begaan,
In Treves besogne gebragt tot victorie,
Den Burgemeester Ameide tot een memorie
Heeft Stads dankbaarheid dees Kop doen ontfaen.
Welke kop nog in wezen, en te Rotterdam, in bewaringe van de nakomelingen, en bloedverwanten van den zelven Stamnaam, als de voors Burgemeester, by my gezien is. Gelyk men daar nevens nog voorhanden heeft de bescheiden, behelzende, en bewyzende, dat, | |||||||
[pagina 509]
| |||||||
den 1 Mei 1611, by Acte van de Staaten van Holland, Jan Jakobsze van Ameide is aangesteld tot Gecommitteerde Raad van de Staaten; zynde deze oorspronkelyke Acte geschreven op pergament, en geteekend by den Sekretaris Duik. Als ook een Acte van Sauvegarde op den zelven dag aan den zelven Heer, by de H. H. Staaten van Holland, gegeven, inhoudende, dat, zoo hem in 't reizen, toeven, of wederkeeren, tot vorderinge van des Gemeene Lands diensten, te water, en te lande, op eenige passagien, wegen, of plaatsen van den vyand, of andere, by apprehensie, invasie, arrest, of anderssins eenig ongeluk aan zyn persoon, of goederen zoude mogen overkomen, of beschadigt werden, het zelve te indemeren, enz. xi. En zyn diergelyke Schaalen, Drinkkroezen, en Bekers ook dikwils vereerd door andere Kollezien, ter gedagtenisse, en erkentenisse van andere diensten, ten nutte van 't gemeen gedaan. Wanneer de Zuidpolder, buiten Goedereede, aan eenige, meest Rotterdamse, en Delfse Heeren, ter bedykinge uitgegeven door de Raaden, en Rekenmeesteren van de Grafelykheids Domeinen van Holland, en inderdaad bedykt, en tot een schoone vrugtbaare Polder gemaakt zynde, kort daaraan in groot gevaar was van inbreuk, en door de onvermoeide vlyt, en wakkerheid van Jakob Krynsze Kievit, als aangestelden opziender, wierd behouden; zoo hebben de Ingelanden, in erkentenisse, en ter gedagtenisse van dezen Dienst, hem vereerd met een zilveren beker, vercierd zynde met hunne Wapenen, en met dit opschrift: Vereering, gegeven aan Jakob Krynsze Kievit, over zyne vigilante, en getrouwe dienst, by hem gedaan, wanneer | |||||||
[pagina 510]
| |||||||
de Polder perikel heeft gehad van te inunderen. Zie onze Beschryving van de Stad Briel, en den Lande van Voorn. II. Deel. 290. bl. xii. Zoo zyn ook in vroeger, en later tyden verscheide byzondere persoonen, door 's Lands Staaten, om byzondere omstandigheden, en verdiensten hunner Voorouderen, met zilververgulde Koppetassen, overdekt met het Wapen van Holland, vereerd. Van welk laatste geval ik maar een voorbeeld zal bybrengen van de dogter van den Heer Advokaat van 't Gemeene Land; J. van Oldenbarneveld, breeder blykende by deze volgende Resolutie: | |||||||
Extract uit de Resolutien der H. H. Gecommitteerde Raaden. fol. 23.
| |||||||
[pagina 511]
| |||||||
de groote obligatie van den Heer Advokaat, haar Vaders diensten, den Lande gedaan; en begeren dit klein present in dank te willen ontfangen. xiii. En zyn door 's Lands Staaten, Steden, en andere Gemeenschappen, somtyds om andere redenen, diergelyke geschenken gedaan. Dus is aan P. Scriverins door de H. H. Staaten vereerd een zilververgulde kop, voor de Dedicatie van zyn Boek. Batavia Illustrata, ter waarde van 200 a 250 gls. volgens Resolut. van de Staaten van Holl. 11 Octob. 1609. MS. Resolut. fol. 251. xiv. En is de Prins der Nederlandse Dichteren, Joost van den Vondel, wegens zyn gedicht van de inwydinge van het Stadhuis t'Amsterdam, opgedragen, en toegeëigend aan de Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Regeerderen der zelve Stad, by de zelve Regeerderen met een zilveren kop, of schaal vereerd: Als ook in later tyd, uit andere handen, met een schoonen zilveren vergulde kop, voor de Opdragt van de Herschepping van Ovidius. J. V. Vondels leven, bl. 86.] |
|