Nederlands displegtigheden. Tweede deel
(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling– Auteursrechtvrij
[pagina 383]
| |
[Gebruik van zekeren rang, of orde der Drinkvoorwaardens, en Drinkbetuigingen, in de Nederlanden, en elders aangenomen.][i. Gelyk 'er zekere rang, ten opzigt van de personen in verscheide voorvallen, en zelfs aan den disch, en in het drinken van gezondheden, word waargenomen, als hier in eenige lest voorgaande Hoofddeelen, K. XX. enz. is getoond; Zoo is 'er ook zekere orde, en rang in gebruik, naar welke de drink-conditien, of drinkvoorwaarden, van welke eenige in 't begin van dit II. Deel zyn beschreven, van, en aan den dis, worden ingesteld. ii. Deze zaken meine ik zoo bekend te zyn, dat ze, ten zy voor uitlandigen, uitheemsen, vreemdelingen, of nakomelingen, geene beschryving noodig hebben. Dog dewyl we ons meestal beklaagen over onze voorouders, dat ze de gewoon- | |
[pagina 384]
| |
tens, en gebruiken, en zelfs hunne dis-plegtigheden, ons niet beschreven, nog in schrift nagelaaten hebben: En dat waarschynelyk om dezelve reden, als waarom wy het hedendaags verzuimen, te weten, om dat zy onderstelden, dat die gewoontens hen toen zoo bekend waren, dat ze geen beschryving noodig hadden: Zoo schynen we dit niet voorby te konnen, zonder ons schuldig te maken aan het zelve verzuim, vooral in dit geval, daar het deze stof schynt te vereisen; hoewel we ons dat lot niet verbeelden mogten, dat onze schriften van laate nakomelingen zouden gelezen worden; welke, zoo dit gebeurde, en zy daar door kennis kregen, of behielden, van zaaken die, onzes bedunkens, gering, en thans geen beschryving waardig, en daar aan, onzes agtens, hen weinig zoude gelegen zyn, egter mogelyk met zoo veel nieuwsgierigheid, vermaak, en verwondering, de zelve zaaken zouden vernemen, als wy nu, uit het weinig berigt, dat 'er van overig is, nog de gebruiken, en plegtigheden onzer oude | |
[pagina 385]
| |
voorvaderen nasporen, en beschouwen. Of zou juist altoos moeten gewagt worden tot een Athenaeus, Tacitus, een Guicciardyn, een François Le Petit, of diergelyke uitheemsen, en vreemdelingen voor de nakomelingen dezer, en der nabuurige Landen beschreven, 't geen de inboorlingen, die 'er oneindig beter kennis van hadden, verzuimd hadden aan te teekenen? Of zou de zoogenaamde nieuwsgierigheid in ons desaangaande alleen pryselyk wezen, ten opzigte van de Hebreen, Grieken, Romeinen; en eenige andere volken, en zelfs niet onverschillig, en middelmatig, maar veragtelyk, ten opzigte van ons eige volk? iii. We zullen dan hier kortelyk onderzoeken de aaloude gewoontens der Kelten, Germaanen, Saxen, Friesen, en Batavieren; en of, en hoedanigen bescheid daar van te vinden zy: En dan daar tegenover stellen een korte schets der hedendaagse gewoontens van menigerlei verscheide drinkbetuigingen, en der zelver rang, en orde. In | |
[pagina 386]
| |
welker verhaal wy, zonder het minste oogmerk van dezelve toe te stemmen, of goed, of kwaad te keuren, of verder van eenige regels, of wetten te beschryven, of iemant aan dien rang, of orde te willen onderwerpen, alleen het meest gemeene gebruik in veelerlei maaltyden, en gezelschappen, of ten minste zoo als het ons, en anderen toescheen, en dat kortelyk zullen melden. iv. Wat dan voor eerst de oude gebruiken der Batavieren hier ontrent betreft: Al het bescheid, dat we daar van gekregen hebben, komt van uitlandigen, die maar een algemeene ruwe schets van der zelver gewoontens ontworpen hebben, zonder zig in byzonderheden veel in te laaten; en welke derhalven, van 't geen we hier navorsen, niet gerept hebben. Cluverius zegt wel, dat hy meend, dat de Kelten yder hun byzonder eettafelke, en drinknap zouden gehad hebben, in navolging van de Grieken. En dat de Germaanen deze gewoonte zouden gemeen hebben gehad met de Kelten. Germ. | |
[pagina 387]
| |
antiq. l. 1. cap. 7. p. 128. Maar 't is een enkele gissing, die hy door geen bewys ondersteund. En als men dit alles al eens onderstelde, zoo volgd nog niet dat deze gewoontens plaats hadden in 't byzonder by de Batavieren. En; indien ze al plaats hadden by de Batavieren, kan 'er, zelfs by waarschynelykheid, nog geen besluit uit getrokken worden; ten opzigte van eenige drinkbetuigingen, en der zelver orde onder de Batavieren. v. De oudste, en eenigste betuiging onder het drinken; by de oude Saxen, en Friesen, en waarschynelyk ook de Batavieren, gebruikelyk; daar ik gewag van vind; was; wagt heil; waar op geantwoord wierd, drink heil; waar van ik reeds gesproken heb in de Aanteekening op Kap. XXII. § iii. A. (2). vi. En mogelyk, dat 'er maar zoo eene betuiging onder 't drinken doorgaans en zeer langen tyd plaats had by de eenvoudige Voorouderen. En dat de reden daar van zy, dat zy gewoon waren allen te drinken uit eenen | |
[pagina 388]
| |
beker, enz. Kap. XX. § ii. A. (1) die mogelyk met deze voors. drinkbetuiging, van wagt heil, enz. rond ging. vii. En mogelyk dat dan hier van overgebleven zy de gewoonte, die in Nederland nog plaats heeft ten platten Lande (alwaar de oude gewoontens doorgaans langst aankleven, en stand houden) hier in bestaande, dat elk, den beker voordrinkende, in plaats van wagt Heil, als eertyds, thans alleen zegt, geluk, en noemd den Doopnaam des genen; wien hy den beker voordrinkt, en toebrengt: zonder dat men by de eenvoudigsten andere drinkvoorwaarden, of drinkbetuigingen in gebruik heeft. viii. In laater tyden vind men wel eenig gewag van driederlei bekeren, of dronken, het Klaverblad, en een Klaverblad met een staart, als ik getoond heb Kap. III. § xiii. enz. Dog behalven dat dit, in navolginge van andere volken, van dezen, of genen zoo ingesteld, en van een ander beschreven zy, zoo bewyst het geenszins een algemeene gewoonte. | |
[pagina 389]
| |
ix. Meer bescheid vind men desaangaande van andere volken, de Grieken, en Romeinen. Zie Kap. III. § xi, xii. en Kap. XII. § x. A. (8). bl. 105. Als ook van de Noorder Volken, te weten van hunne verscheide drinkvoorwaardens, en orde in het instellen der zelve. Dog dewyl daar van reeds gesproken is, zal het onnoodig zyn hier herhaald te worden. Zie Kap. XI. en XIV. § ix. enz. En deze zaaken bewyzen nog niets, met volkome zekerheid, ten opzigte van de oude Batavieren in 't byzonder. x. En wat vorder de hedendaagse gewoontens belangd, die van andere volken ontleend schynen, vooral in de Steden; men meend, dat in Nederland meestal de gewoonte is verscheide zoogenaamde drink-voorwaarden, of drink-betuigingen by het drinken in te stellen, en te drinken; En wel voor eerst, de welkomst der verscheene gasten. xi. Vorder de Gezondheid der zelve, en wel van yder in 't byzonder, naar der zelver Waardigheden, Ampten, Jaren, enz. | |
[pagina 390]
| |
En wel volgens dien rang, die we aangewezen hebben, dat, ten opzigte van hooge, en laage personen, in gebruik is. Kap. XX. enz. xii. Dog, om dat het dikwils moeijelyk, hagchelyk, en aanstootelyk is voor den Huiswaard, by decisie, of uitspraak, den rang onder sommige gasten te regelen, werd, voorzigtigheids halven, by eenigen wel gebruikt de manier van in te stellen de gezondheid van het getal der genen, die 'er tegenwoordig zyn; wanneer de Gastwaard, by voorbeeld, ingezet hebbende de gezondheid van ons tienen, de volgende reis die van negene noemd, vorder van agte, en zoo voort tot een, of den lesten toe, voortgaat; door welken lesten dan de huiswaard zelf verstaan word. xiii. Of ook, dat de zelve gastwaard eerst drinkt de gezondheid van die naast hem zit, beginnende van zyn linkerhand, en met de zonne, gelyk men spreekt, of op een andere wyze omgaande. Welke naastzittende gast dan, by die zelve instelling, den hospes, of onthaaler bedankt, en | |
[pagina 391]
| |
teffens insteld, en drinkt de gezondheid van die naast hem zit, en volgd; en die wederom drinkt de gezondheid van den volgenden; en die daar nevens zit, op de zelve wyze, vervolgens voort en rond gaat, tot den lesten der aanwezende gasten toe. Wanneer de huiswaard ten tweeden insteld de gezondheid van den genen, die in ry volgt aan den voors. eersten, en dus wederom by vervolg yder gast zyn man in orde vervolgd naar den voors. ry, en dat dus telkens by herhaalde instellingen van den Gastwaard, tot den lesten toe. xiv. De Gezondheden der gasten rond gedronken zynde, is men veeltyds gewoon in te stellen de gezondheden van de afwezende egtgenoten der tegenwoordige gasten in 't algemeen, of van yder in 't byzonder. Wordende anders aan de vrouwen gegeven een voorrang van eer; of ook wel de Gezondheid van man, en vrouw, beide tegenwoordig zynde, teffens ingesteld. xv. Daar aan somtyds de zoogenaamde inclinatien der ongehuwde persoonen, of | |
[pagina 392]
| |
't geen hen lief is: het goed succes van hunne verkiezing, vryaadzie, enz. En dat in eene algemeene, of verscheide instellingen, ten opzigt van yder in 't byzonder. Dog, ('t geen, ik in een zaak van zulken belang, door agteloosheid byna vergeten, en overgeslaagen had) somtyds werd teffens in eene drinkvoorwaarde begrepen, Uxoribus & amoribus, vrouwen, en meestressen; in een goeden zin genomen zynde. xvi. Het welwezen van yders respective kinderen. En dat mede in eene, of in verscheide instellingen. xvii. En, gelyk men dus heil wenscht aan yders reeds gebore kinderen, zoo is men vorder gewoon, in zekere gevallen heil te wenschen aan de onzigtbaare, met den hensbeker der onzigtbaare, waar van zie Kap. XV. xviii. Vorder, gelyk men somtyds in 't byzonder, zoo gedenkt men ook aan het heil der afwezende vrinden, in 't algemeen, onder voorwaarde van de absente, of afwezende vrinden. En dat wederom in | |
[pagina 393]
| |
eene drinkvoorwaarde, of in verscheide, naar het getal der gasten. xix. Hier op volgd veeltyds het welvaren, en goed succes van yders beroep, negotie, koophandel, reederye, ondernemingen, enz. En wederom in eenen dronk, of veele verscheide, naar het getal der gasten. xx. Het welvaren van de Stad, of plaats, waar in men zig bevind, of waar toe men de meeste betrekking heeft. xxi. 't Welvaren van der zelver Regeringe. Of ook wel van des zelfs hooge, en laage Kollezien, volgens rang: Of van een, of eenige der zelve in 't byzonder. xxii. Het welvaren van het gemeene Land, als by voorbeeld Holland. xxiii. De Souverain, de Prins van den Lande, of in Holland de Ed. Gr. Mog. Welke voorwaarde, ten teeken van de meeste eerbied, met onderscheidinge, doorgaans met ongedekten hoofde, en veeltyds staande werd gedronken in Holland. xxiv. Het welvaaren van de Vereenigde Nederlanden. | |
[pagina 394]
| |
xxv. Haar Hoog Mog., en der zelver goede Regering. enz. Of nu, als het welvaren van den Lande, en van den Souverain, en des zelfs gelukkige, heilzaame, en voorspoedige Regering, waar van het welvaren van den Lande veel afhangt, in byzondere drinkvoorwaardens onderscheiden word, het een, of het ander, en welk van beide moet voorgaan, vermeet ik my niet te beslissen. Als ook niet, of men eerst hebbe in te stellen het welvaren van de Stad, enz. waar in men zig bevind, en waar toe men de meeste relatie, en betrekking heeft, dan het welvaren van het Gemeene Land, enz. waar van die Stad een lid is. enz. xxvi. Vorder, de respective Kollezien, van deze, of gene Provincie. Of die der respective Provincien. En dat wel alle te gelyk, onder eenen naam, en en corps, elk in 't byzonder, of volgens rang. xxvii. Die der Generaliteit, volgens zekeren rang, reeds gemeld, en wel in 't byzonder zoodaanige, tot welke eenige | |
[pagina 395]
| |
der tegenwoordige gasten de meeste relatie hebben. Hoedaanige in zulken geval gewoon zyn lest den bokaal te drinken, en voor het instellen, en voldoen van die Drink-voorwaarde te bedanken. xxviii. En heeft deze voors. orde plaats, als men op den bodem van Holland, of in een andere byzondere Provincie is: Maar in plaatsen, onder het Ressort van de Generaliteit, gaat de Generaliteit voor de voors. Provincien, en der zelver Kollezien, volgens Kap. XXII. § xiii, xiv. xxix. By welke voors. nog een meenigte van genoegzaam ontelbaare Drinkvoorwaardens konnen gevoegd worden. Waar onder het Welvaaren van de Geoktroijeerde Oostindise, als ook de Westindise Maatschappije der Vereenigde Nederlanden: En der zelver respective Bewindhebberen. enz. Het welvaaren van de Groote, Groenlandse, en andere Visseryen, enz. | |
[pagina 396]
| |
xxx. Eindelyk volgd, en word door de disgenooten ingesteld een glaasje van dankbaarheid aan den Onthaaler der Gasten, voor zyn beleefd onthaal, en 't vermaak, hen aangedaan: En een van den Traktant, tot dankbaarheit voor de eer, en het vermaak, hem door het gezelschap aangedaan. xxxi. En ten laatsten, in avond-maaltyden, en Gezelschappen, de goede nagt-rust, of slaapdronk. Kap. VII. § xi, xii. xxxii. Zaaken, die, gelyk we reeds hebben aangemerkt, anders genoegzaam by deelen bekend zyn, en daarom hier niet zoo zeer beschreven, als maar effen aangeroerd worden, en van welke we niet eens zouden reppen, ten zy vooral de draad van onze Verhandeling ons daar toe trok; als die, reeds getoond hebbende den rang der persoonen, den rang der drinkvoorwaardens, by die persoonen in gebruik, niet wel konden voorby gaan. xxxiii. Niet dat we hier mede te kennen geven willen, dat het gebruik algemeen, of op allerlei maaltyden alle de | |
[pagina 397]
| |
voors. voorwaardens, of de voors. rang, zouden gebruikt worden: of, indien ze gebruikt wierden, dat de zelve binnen de voors. voorwaardens, en der zelver gestelden rang bepaald zoude zyn: Geenszins. Terwyl daar ontrent, ten opzigt van de byzondere gezelschappen, en verscheide omstandigheden, zoo veel veranderingen konnen plaats hebben; en elk doorgaans zoo veele nieuwe drinkvoorwaardens, zelfs buiten de voors., weet te bedenken; en aan dezelve zoodanigen rang te geven naar zyn goeddunken; dat het genoegzaam onmogelyk is, om de zelve, en al 't geen voors. is, als een vastgesteld gebruik op alle tyden, in alle plaatsen, en omstandigheden, die dog oneindig verschillende zyn, te beschryven, of te bepaalen. Waarom ik ook zelfs de voorbetuiging, ten opzigte van den rang van Hooger, en Laager Stands Personen gedaan. Kap. XII. § i. ook hier, ten opzigte van deze korte schets van den rang der drinkvoorwaardens in de Neder- | |
[pagina 398]
| |
landen gebruikelyk, en doorgaans, des nood zynde, houde voor herhaald. xxxiv. Ook vermeet ik my niet, en laat anderen, dien 't luste, over, om naauwkeurig te bepaalen, welke der voorschreve Drink-voorwaardens, of Drink-betuigingen, men met gemeene glaazen, en welke met Bokaalen hebbe, of gewoon is te onderscheiden.] |
|