Nederlands displegtigheden. Tweede deel
(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling– Auteursrechtvrij
[pagina 347]
| |||||||||||
[Rang onder de Generaliteits Kollezien, en Hooge Subalterne Officieren van de Militie van het Land.][i. Gelyk 'er een vast gebruik van rang plaats heeft onder de Souveraine Nederlanden, met elkanderen vereenigd, als reeds is aangewezen: Zoo schynt ook wel eenig gebruik van rang plaats te hebben tussen de Generaliteits Kollezien en corps. Hoewel ik dit, ten opzigte van alle, en yder in 't byzonder, niet kan bepaalen, nog bevestigen. Ten minsten, men vind deze Kollezien veeltyds volgens zekeren rang genoemd, welken ik hier zal volgen laten, zonder egter den zelven, als aldus aangenomen, te beschryven:
| |||||||||||
[pagina 348]
| |||||||||||
ii. Dog, onder de Hooge, en Subalterne Officieren van de Militie, is door Haar Hoog Mog., den 23 Maart 1671 dezen rang geordonneerd: | |||||||||||
[pagina 349]
| |||||||||||
Te weten, dat (onverminderd den Rang aan den Generaal van de Artelery aan te wyzen) men geven zal.
| |||||||||||
[pagina 350]
| |||||||||||
| |||||||||||
[pagina 351]
| |||||||||||
iii. Wyders, dat onder de voorschreve Hooge, en Subalterne Officieren, hier voor in paraliteit, en collateraliteit onder den anderen gesteld zynde, voorrang zal hebben de oudste in Commissie. iv. En, zoo wanneer de Commissien bevonden zullen worden op eenen dag gegeven te zyn, die gene, dien voor dato van de zelve Commissie de voorrang gecompeteerd had. v. En, in geval Haar Hoog Mog. zouden mogen goedvinden, by partikuliere Acte, of Commissie, tot zekere actie, of expeditie, een van de Militaire Officieren te honoreren met hooger Character, dan waar mede hy, volgens zyn ordinaris Commissie, is bekleed, 't zy een Luitenant-Generaal met een Generaalschap, een Colonel met een Generaals Functie over een separaat Corps, of anderzins; dat, in zulken gevalle, geduurende de voors. actie, | |||||||||||
[pagina 352]
| |||||||||||
of expeditie, en langer niet, des zelfs Rang, met alles 't geen daar van dependeert, 't zy van commandement, 't zy van respect, zal worden gereguleert na de waardigheid van 't emploi, dat aan hem extraordinaris gedefereert zal worden; En dat, de voors. actie, of expeditie, en vervolgens de voors. Commissie cesserende, de zelve dan wederom zal treden in zyne oude Charge, en Rang, zonder uit dien hoofde eenigen voorrang te mogen pretenderen, of nalaaten zyn oude Charge waar te nemen. vi. En hebben Haar Hoog Mog., den 1 April 1671, nader verklaard, dat onder de Officieren van de nieuwe Werving zou moeten worden nagekomen het Reglement, op het houden van den Rang, tussen de Hoofd-; en andere Subalterne-Officieren van de Militie van den Staat, by Resolutie van Haar Hoog Mog., van 23 Maart 1671 vastgesteld: en dat, mitsdien de Sergeanten-Majoor, mitsgaders Ritmeesters, Luitenanten, en Cornetten te paard, ook zelfs niet in het veld, bui- | |||||||||||
[pagina 353]
| |||||||||||
ten de garnizoenen van de respective Steden, en buiten de retrenchementen van de respective Legeren, zullen mogen pretenderen, veel min hebben, of houden eenigen voorrang voor de Sergeanten Major, Kapiteinen, Luitenanten, en Vendrigs te voet; maar overal, en in alle plaatsen met de voors. Sergeanten Major; Kapiteinen, Luitenanten, en Vendrigs te voet, zullen moeten staan in een absolute paraleliteit: En zulks rang hebben, en nemen, naa de oudheid van hunne respective Commissien. Of, zoo de Commissien van eenen tyd zyn, naar den voorrang, die hen voor de zelve Commissien gecompeteerd had. Dat ook van gelyken de Luitenanten van de Compagnien der Kollonellen van de nieuwe Werving; gemeenelyk genaamd Kapiteinen Luitenants, zullen moeten concurreren met de Luitenanten van andere Compagnien, zonder eenigen voorrang voor de zelve andere Luitenanten te konnen pretenderen: | |||||||||||
[pagina 354]
| |||||||||||
En dat de voors. Officieren van de nieuwe Wervinge zig niet zouden konnen, of mogen behelpen daar mede, dat zy voor 't maken van dit Reglement reeds verkoren, aangesteld, of beëdigd zouden mogen zyn. Gr. Pl. B. III. 70. vii. En, op dat de disputen van rang tussen de Officieren, spruitende uit het verzuim van den eed, aan de Generaliteit, binnen den tyd daar toe gesteld, af te leggen, geen plaats zouden hebben, hebben Haar Hoog Mog. den 19 Mei 1717 noodig gevonden, aan alle Kollonellen, zoo te voet als te paard, aan te schryven: ‘Dat ze, yder in opzigt van zyn onderhebbend Regiment, zig in dezen deele reguleren [zouden] na de ordre van 't Land, en dienvolgens geen Capiteinen, te voet, of te paard, nog hooger Officieren, laten dienst doen by de Regimenten, welke geen eed hebben gedaan aan de Generaliteit, binnen den tyd daar toe gesteld.’ viii. Insgelyks is door Haar Hoog Mog. gereguleerd de rang van Militaire | |||||||||||
[pagina 355]
| |||||||||||
Officieren, die, na dat by de Bondgenoten besloten is een nieuwe Werving te doen, ontrent eenen, en den zelven tyd, door de respective Provincien verkoren, en aangesteld worden; welke gehouden, en geconsidereerd zouden worden, en rang hebben, en nemen, even als of zy alle op een, en den zelven dag by de voors. Provincien geëligeerd, en aangesteld waren, en als of zy op hunne Commissien, mede op een en den zelven dag, en uur, eed hadden gedaan; zonder eenig voorregt van Rang te konnen pretenderen, om dat de een by de eene Provincie eerder aangesteld zoude mogen zyn, of ook op zyn Commissie Eed hebben gedaan, dan de andere, enz. volgens Resolutie van den 23 Maart 1671, en van den 13 April 1672. ix. Ook is by Haar Hoog Mog. de rang beraamd, en vastgesteld van die genen, die in In-, en Uitheemsen dienst te voren geweest zyn. Zoo is, by voorbeeld, 1. Tussen die genen, die in Inheemsen dienst geweest zyn, en die, in Uitheem- | |||||||||||
[pagina 356]
| |||||||||||
sen dienst geweest zynde, zig in Imheemsen dienst begeven hebben, en van gelyk Character zyn, de voorrang aan de eerste toegewezen. 2. Dog aan zoodanigen, die den tyd van 4 jaaren, dog anders niet, in Uitheemsen dienst een hooger Charge bekleed hebben, word de rang gegeven voor die genen, welke in Inheemsen dienst in minder Character zyn gebruikt geweest. 3. Onder de Uitheemsen, die in Inheemsen dienst zig laten gebruiken, gaat die voor, welke in Uitheemsen dienst de hoogste Charge gehad heeft. x. Onder anderen, die nooit in dienst geweest zyn, en gelyk aangesteld worden, moet om de rang geloot worden, volgens Resolutie van Haar Hoog Mog. van 23 Maart 1671. xi. Zoo is ook by Haar Hoog Mog. gereguleerd de rang tussen Militaire Offcieren te paard, en te voet, eens by den Staat aangenomen, en daar naa, het zy by Reforme, het zy by dimissie, van den Dienst gelicentieerd, en daar na weder- | |||||||||||
[pagina 357]
| |||||||||||
om aangenomen zynde: wanneer de zelve komen in concurrentie met andere Militaire Officieren van gelyke Charge, of Character, 't zy in de oude, of nieuwe militie. 1. Zoo dat hy, die gelicentieerd is by reforme, zyn Rang houd, volgens dato van zyn eerste Commissie. 2. En die gelicentieerd is by dimissie, zyn rang houd, volgens dato van zyn jongste Commissie. 3. Ten waar de zelve Officier langer dan een volkomen jaar in Eed, en dienst van 't Land waar geweest; wanneer hy ook zyn rang zou houden, volgens zyn eerste Commissie zoo dat egter alleen gerekend zou worden de tyd, die hy effective in Eed, Dienst, en gagie van 't Land zou hebben geëmployeerd, volgens Resol. van 1 Junii 1671. II. 76. xii. Gelyk ook geresolveerd is: Dat de Officieren van de ordinaris Militie van 't Land, en hunne Compagnien, concurrerende, 't zy in Krygsraden, of andere gelegenheden, met de Officieren van de | |||||||||||
[pagina 358]
| |||||||||||
Burgers, of Waartgelders, en hunne Compagnien, voor den een, en den ander den voorrang zullen hebben, en houden. En dat de Officieren van de Burgers, en hunne Compagnien, in concurrentie met Officieren van de Waartgelders, en hunne Compagnien, de preseance, en rang voor de laatste hebben zullen, volgens Resol. van den 16 April 1672. Invoegen dat in alle Krygsraaden, en andere Militaire Actien, en Commandementen,
xiii. En, belangende den rang van de Officieren, en Compagnien van de Burgers onderling, dat de zelve gereguleert moest worden na de orde, rang, en sessie van de Steden, en plaatsen, daar uit de zelve gezonden zouden zyn. Gr. Plak. B. III. D. bl. 78.] |
|