Nederlands displegtigheden. Eerste deel
(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling– Auteursrechtvrij
[pagina 395]
| |
[Van de verzaamelde Liefdegiften, uit welke de Liefdemaalen wierden aangeregt, en van de tyden, plaatsen, en wyzen, op welke de zelve zyn gehouden; en hoe om 't misbruik afgeschaft, en in ongebruik geraakt. Of zoodanige Liefdemaalen wel oit in de Nederlanden zyn gebruikelyk geweest?][i. Wanneer de eerste Kristenen het H. Avondmaal, ter gedagtenisse van de heilzaamste dood van Kristus hielden, waaren ze gewoon ook teffens hunne ἀγάπαι, dat is Liefdemaaltyden, te houden, alzoo genaamd, om dat ze ingesteld waren om onderlinge gemeenzaamheid, en liefde te oefenen. Steph. in Thes. Leich crit. 5. en teekens verstrekten van hunne onderlinge liefde: Van welke Liefdemaalen in de Schriften der oudste Kerkeleeraaren overvloedig, en zelfs in den | |
[pagina 396]
| |
Brief van Judas uitdrukkelyk word gewag gemaakt, vers 12. als gezegd is bl. 382. ii. In deze betuigden zy hunne onderlinge gemeenschap, en liefde, die ze in het H. Avondmaal beleeden, nog kragtiger, en met 'er daad; oordeelende, dat zoodanige maaltyden by het H. Avondmaal best voegden. Want tot deze maaltyden verschaften de vermogende brood, wyn, geld, en 't geen 'er toe vereist wierd, en hielden die maalen met den armen; zoo dat de zelve aangeregt wierden uit de verzamelde liefdegiften: waarom de maalen zelfs met een Latyns woord genaamd zyn, Collectae, Kollekten, anders oblationes, offers, ook charitates, en in 't Grieks ἀγάπαι, liefdens; door welk woord Charitates ook eindelyk in 't Latyn allerlei aalmoesen beteekend wierden. Zonaras in can. 2. Concilii Gangrensis. Dit kan onder andere besloten worden uit de woorden van den Ouden Kerkeleeraar Cyprianus, in zyn redenvoering de eleëmosynis, over de aalmoesen; alwaar hy een ryke, dog gierige weduw bestraft, | |
[pagina 397]
| |
om dat zy van het gene den Heere opgedragen was, at, & ipsa nihil in Dominum inferebat, en zelfs niets den Heere toebragt. En uit het geene Zonaras heeft aangeteekend in Can. 74. Concilii Laodiceni: Antiquus mos erat, post communionem divinorum mysteriorum, συσσίτια, & συμπόσια, hoc est, coëpulationes, & compotationes fieri divitibus, epulas suppeditantibus, & praeterea pauperiores invitantibus. iii. De geleerden zyn't niet eens geweest in den tyd, wanneer deze maaltyden zyn gevierd geweest; of voor, of na het H. Avondmaal. iv. Waarschynelykst dunkt my het gevoele der genen, die meenen, dat men ten tyde van de Apostelen, en in de eeuw die op hunnen tyd volgde, de Liefdemaalen gehouden hebben even voor het H. Avondmaal: In navolging mogelyk van den Zaligmaker, die het H. Avondmaal instelde, na dat hy het Paasmaal gehouden had. 'T welk schynt afgenomen te konnen worden uit de bestraffing van den | |
[pagina 398]
| |
Apostel Paulus, van het misbruik dat al in zynen tyd plaats had, 1 Kor. XI: 20, 21. Als gy dan by een te saamen komt, dat en is niet des Heeren Avondmaal eten. Want in het eten neemt een ygelyk te voren zyn eige avondmaal, enz. dat is die voorraad, die een ygelyk van huis had medegebragt tot dezen gemeenen maaltyd, welke de ryken aan afgezonderde tafelen, en zonder de armen te wagten, of daar aan deel te laten hebben, zonder regel en maat verteerden; waar uit volgde 't geen de Apostel op zyne voors. woorden volgen laat. En deze is hongerig, en de andere is dronken. Hebt gy dan geen huizen om aldaar te eten? vers 22. Naamelyk, om in 't byzonder te eten met zoodanigen, als het u behaagt? Maar dit, wil de Apostel zeggen, is een gemeene maaltyd voor de Gemeente, en tot verligting van den nood der armen geschikt, en daarom in het gemeen ordentelyk te houden. Want dat des Heeren is, dat zelve is gemeen, zegt Chrysostomus over deze plaats. | |
[pagina 399]
| |
Dat nu het gemelde misbruik, en by gevolg deze gemeene Liefdemaalen voor het H. Avondmaal toen ter tyd bespeurd, en gehouden zyn, kan daar uit blyken, dat de Apostel beveeld, dat de ryken, en armen elkanderen zouden wagten, om, na het houden van dezen maaltyd, het H. Avondmaal te vieren. Het welk niet gehouden wierd, ten zy de geheele Gemeente verzameld was, en geen meerder leden verwagt wierden. v. In de volgende eeuwen hield men de Liefdemaalen niet voor, maar na dat het H. Avondmaal bediend was, wanneer de gansche Gemeente te samen at, en dan scheidde: Dit zegt Chrysostomus, de Bisschop van Konstantinopolen, die in de vierde eeuw na Kristus geleefd heeft, dat in zynen tyd plaats had. Homil. 27. in 1. ad. Cor. vi. Zelfs was men in die tyden gewoon te vasten, tot dat men het H. Avondmaal gehouden had. En, na dat men den Liefdemaaltyd had gehouden, het geen daar van overschoot, Collecta genaamd, aan den | |
[pagina 400]
| |
armen te geven. Van welke leste stelling men, onder anderen, meer bescheid kan vinden by den Hr. G. Outhof, over Obadias. vii. En zyn deze Liefdemaaltyden dus, zelfs ten tyde van Augustinus, eenige eeuwen in gebruik gebleven, tot dat eindelyk, om de groote ongemakken, onorde, en onbetaamelykheden, die in, en ontrent de zelve bespeurd wierden, het Concilie, of de Kerkvergaadering, van Laodicea, ontrent het jaar 364, de zelve verbood in de Kerk te houden. Canon 28. en naderhand dat van Karthago, welke beide Concilien wel Particulier, Provinciaal, of Nationaal waren: Dog 't welk bevestigd is ontrent het jaar 680, in het derde Concilie van Konstantinopelen, het welke de zesde algemeene Kerkvergadering was. Waar door deze maaltyden eindelyk geheel in, en buiten de Kerk, in ongebruik geraakt, en nagelaten zyn. Zie 't geen ik reeds heb aangeteekend op het voorgaande Kap. XXVIII. §xi. Aant. (12). bl. 388. | |
[pagina 401]
| |
viii. Ter bevestiging van 't geene we van deze Liefdemaaltyden gezegt hebben, konnen strekken, behalven de schriften der oude Kerkeleeraaren in 't algemeen, die van Chrysostomus in 't byzonder, over 1 Kor. XI: 20, enz. Calvinus, Estius, H. de Groot, Hammond, J. le Clercq. sur le N. Test. over deze plaats. Stuckius antiquit. conviv. l. 1. c. 33. Carranza Summa omn. Concil. Baronius ad ann. Chr. 377. § 14. & ann. 397. § 28. & seqq. Cave, eerste Kristendom 1. b. 11. h. indien ze met elkanderen worden vergeleken. xi. Ontrent het jaar 640, of het midden van de zevende eeuw, is in Vlaanderen, Brabant, en Artois, het ligt des Evangeliums eerst doorgebroken, en de leer der waarheid ontrent het jaar 677 ook in Zeeland, Holland, en vooral door Wilfridus in Vriesland verkondigd, dog weder verwareloost, en eindelyk by een deel volks der Nederlanden wederom aangenomen, op de Prediking van Willebrordus, en zyne 12 medgezellen, uit Engeland ontrent het jaar 1690 herwaards gekomen, | |
[pagina 402]
| |
dewelke Groningen, Overysel, Holland, Zeeland, en de naabuurige plaatsen doorgetrokken zyn. Beda Hist. Angl. lib. 5. Revius Hist. Daventr. l. 1. Baseli Sulpitius Belgicus. Batavia Sacr. x. Zoo dat daar uit ligt af te nemen zy, dat het niet zeer waarschynelyk is, dat de Liefdemaaltyden in de Nederlanden, onder de Kristenen, in gebruik geweest, of lang onderhouden zyn. Dewyl de Kristelyke Godsdienst in de zelve zoo laat eerst is begonnen verkondigd te worden, na dat de zelve Liefdemaalen niet alleen in Nationale, en byzondere, maar zelfs in een algemeen Synode waren verboden in de Kerken gehouden te worden. 'T welk ik niet ondienstig, en genoeg agtte hier te hebben aangetoond.] |
|