Nederlands displegtigheden. Eerste deel
(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling– Auteursrechtvrij
[pagina 272]
| |
Buur-maalen.i. Dat onder de meenigvuldige Feesten, ende vreugdemaalen der Joden, een zeker feest, dat genaamd wierd het Feest der daagen des Oegstes, ingesteld, en gehouden zy, kan uit sommige plaatsen des O. Verbonds, eenigzins afgenomen worden. Ruth. III: 3-7. Regt. IX: 27. Ps. IV: 8. CXXVI: 6. Jesaia IX: 2. Jer. XLVIII: 33. Hosea II: 14. [Poli Syn. in h.l.l. & Ravan. B. in messe.] ii. Dusdanige Feesten, en Maalen, die met dat voors. Feest eenige overeenkomst hadden, wierden van ouds ook in deze Landen gehouden; En geschied zulks nog, inzonderheid onder de Hopplukkers, wanneer de gebuuren malkanderen in dit werk des Oegstes de helpende hand bieden, en na gedaan werk een vrolyken maaltyd hebben, en genieten. iii. Dit zelve had al van ouds plaats in Holland onder de Bouw-, en Land- | |
[pagina 273]
| |
luiden, in het maaijen, en inoegsten van het hooi. Om dat men eertyds geene van buiten inkomende huurlingen, en daglooners konde bekomen, of ten minsten zoo ligt niet als wel jegenwoordig, en om het werk, dat veeltyds om de gesteldheid des lugts, en weders, een byzonderen spoed, en haast vereiste, te schielyker af te doen, en het hooi met droog weder, als in behouden haaven, veilig ter schuure in te brengen. iv. Dat zoodanige de helpende hand geleend hebbende buuren daar op met een vrolyken maaltyd wierden beantwoord, en der zelver hulp erkend, scheen de reden, en de pligt der dankbaarheid te vereisen. Dog deze erkentenissen gaven aanleiding, dat deze buuren doorgaans zoo troefden, dat ze zelden zonder van den overtolligen drank bestoven [of wel dronken] te zyn, t'huis keerden. En om dat doorgaans gezien, en ondervonden wierd, dat dit te dezer gelegenheid plaats greep, en voorviel, zoo is het een spreekwoord | |
[pagina 274]
| |
geworden: Hy heeft het hooi binnen Ga naar voetnoot* Het geen met 'er tyd tegen alle dronkaarts, en in andere voorvallende gelegenheden plaats behouden heeft. [v. Nog is 'er een ander soort van Buurmaalen in Holland in gebruik geweest. De steden wierden gemeenelyk verdeeld in vier quartieren, of meer deelen, en wyken, en deze deelen, of wyken, in verscheide buurten. Die in de buurt een huis kogt, trouwde, of stierf, was gehouden iet te te betaalen, of laten voldoen aan zekeren Oversten, of Schuld-eister, of Schuldinvorderaar (waar mede eertyds Schout in beteekenis overeen stemde) welken zy noemden Heer van de Buurt; en deze somme, ontrent 4 jaaren verga- | |
[pagina 275]
| |
derd, plagten de Buurten te verteren, eenige dagen agter een: welke buurmaalen te houden, en slempdagen door te brengen, men noemde hoven. Dit alles bevestigd de Hoogleeraar Boxhorn aldus: De geburen verzameln ook somtyds, om met malkanderen te banketteren. Want de Hollandse Steden werden gedeeld in vier, of in meer deelen, en die wederom in haar Bygebuurten.. En is 't dat iemant in de zelve buurt een huis koopt, of bruilhoft houd, men moet eenige somme gelds betalen aan den Schout, of Oversten, dien zy Heer van de Buurt noemen. De welke somme, als zy eenigzins vergroot is, dat is ontrent alle vier jaaren, zy plegen te versmeren; en met brassen over te brengen eenige dagen. Die dagen noemen zy in hunne taal, Hoven. Toneel van Holl. V. Kap.] |
|