woonlijk liggen de Kaffers in den slaap lang uitgestrekt; bij koud weder alleen trekken zij de leden zamen.
Des morgens, zoodra de Kaffers hunne mat hebben verlaten, zijn zij opgeruimd en vrolijk; overal hoort men hen zingen; eene algemeene helderheid van geest verzekert de gunstigste gesteldheid des ligchaams.
Voor het overige zijn deze Menschen zeer gaarne bezig, en genieten bijkans geene andere rust, dan ter bevrediging hunner eigenlijke behoeften noodig is. Dus, bij voorbeeld, houdt zich een aantal hunner in gezelschap, dikwerf dagen lang, en niet zelden met gevaar hunnes levens, bezig met het vervolgen en dooden van eenen Olifant. Niet het vleesch, dat zij nimmer nuttigen, maar de tanden alleen, wier bezit al mede geene behoefte, doch enkel een vak van weelde uitmaakt, zijn het loon hunner inspanninge, en deze echter moeten dan nog, als het wettige eigendom van het Opperhoofd der Horde, tot welke het Jagtgezelschap behoort, aan hetzelve worden afgeleverd. Van gelijken aard zijn de menigvuldige en groote reistogten, waartoe deze Natie zeer geneigd is, en die veelal geen