Doch niet alleen in het oude Egypte, ook in Palestina liet men zich begraven in een grafgewelf, dat in de rotsen uitgehouwen werd, of dat soms ook uit een natuurlijke spelonk bestond. Zo lezen wij in het boek Genesis hoe Abraham, na de dood van Sara, van een der Hethieten een akker koopt met een spelonk. ‘En daarna begroef Abraham zijn vrouw Sara in de spelonk op de akker van Machpela, ten Oosten van Mamre, dat is Hebron, in het land van Kanaän.’ Na de begrafenis werd zulk een grafgewelf met een grote ronde steen gesloten, om het stoffelijk overschot tegen de wilde dieren te beschermen. Abrahams graf was een familiegraf. Later werd hij zelf in de spelonk bijgezet en met hem Isaäk, Rebecca, Jacob en Lea. Boven het graf staat tegenwoordig een mohammedaanse moskee, want Abraham is voor de mohammedanen een profeet. Moslimvrouwen, die graag een kind willen hebben, brengen een bezoek aan de moskee en werpen door een gleuf in het graf een briefje, dat aan Sara is gericht en waarop zij haar hartewens kenbaar maken. De engelen immers, die Abraham bezochten, voorspelden ook Sara nog een zoon, toen zij al hoogbejaard was.
Ook in het Nieuwe Testament vinden wij het rotsgraf bij herhaling vermeld. Men denke slechts aan het graf van Lazarus, die door Jezus wordt opgewekt. ‘Toen werd Jezus zeer bewogen’ lezen wij bij Johannes, ‘en Hij trad toe op het graf’. Het was een grafgewelf en er lag een steen voor. Jezus sprak: ‘Neemt de steen weg’. De steen, die Jezus hier van het graf laat wegnemen, was de afsluiting van het graf tegen de jakhalzen en hyena's. Meestal was deze steen nog van een zegel voorzien, opdat grafrovers het graf niet zouden schenden. De rotswand aan de buitenwand van het graf werd wit gepleisterd, opdat niemand de buitenwand van het graf zou aanraken. Mozes had immers gezegd: ‘Ieder die een graf aanraakt zal zeven dagen onrein zijn’. We begrijpen nu ook hoe scherp het verwijt is, dat Jezus tot de farizeeën richt: ‘Wee u, schriftgeleerden en