tekst kan men dus afleiden, dat de zeventig leerlingen meestal blootsvoets rondtrokken. Dit wordt ons overigens ten overvloede meegedeeld in een andere passage van het Nieuwe Testament. Voor Jezus de Hof van Olijven ingaat om er te bidden, vraagt Hij aan zijn apostelen: ‘Toen Ik u zonder geldbuidel en sandalen uitzond, hebt gij toen aan iets gebrek geleden? Zij antwoordden: ‘Aan niets’. Nog heden ten dage lopen de Oosterse boer en arbeider ongeschoeid rond.
Een schorpioensteek behoort niet tot de zeldzaamheden. Ik logeerde gedurende een maand in een school in Zuid-Egypte, die sinds vijf jaar onder leiding stond van een Nederlandse directrice. In die vijf jaar werden er niet minder dan vijfhonderd schorpioenen in de school gevangen. Toen ik, in een klein Zuidegyptisch dorpje verblijvend, een handdoek greep uit de wasmand, die juist van het bleekveld kwam, viel er een schorpioen uit. Het is een afzichtelijk dier, welks kleur, naar de soort, varieert van groenachtig tot bruinzwart. Het heeft de gedaante van een kreeft en aan zijn kop zitten twee grote scharen. Maar wat het dier zo luguber maakt, is de beweeglijke staart, die eindigt in een gifangel. Tegenwoordig bestaat er een serum tegen de steek. In Zuid-Egypte vangen de dorpskinderen de schorpioenen levend voor een cent. Zij worden dan naar een laboratorium in Caïro gezonden, waar men, met medewerking van deze afzichtelijke dieren zelf, een tegengif tegen hun steek weet te vervaardigen. Er is in het Oude Testament nog van andere schorpioenen sprake. In het eerste boek der Koningen kan men lezen, hoe het volk koning Roboam, de zoon van koning Salomon, vraagt, het regeringsjuk wat te verzachten. Maar de koning luistert niet naar de raad der oudsten, die hem zeggen dat hij de dienaar van zijn volk moet zijn, doch naar de raad der jongelingen, met wie hij opgegroeid is en die hem aanraden tot het volk te zeggen: ‘Mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd maar ik zal er nog een juk bovenop