Dit en de fraaie albasten sphinx is eigenlijk alles wat er rest van deze wereldstad. Slaat men echter van daar de weg in naar de woestijn, dan bereikt men de dodenstad van het oude Memphis, een kerkhof, zo groot en ontzagwekkend, dat geen ander kerkhof ter wereld er mee vergeleken kan worden. Links en rechts, kilometers in het rond, ziet men reusachtige pyramiden. Maar wat men niet op het eerste gezicht ziet, zijn de ontelbare graven onder de grond, die door de archaeologen zijn blootgelegd. Een van die graven is het graf van Ti, de opzichter en architect van twee der koningspyramiden. Zijn graf stond oorspronkelijk boven de aarde maar is door de woestijn overdekt geraakt. Het graf van Ti is beroemd om zijn wandschilderingen. De kunstenaars, die er aan werkten, hebben het leven van iedere dag in Egypte op meersterlijke wijze en met grote nauwgezetheid afgebeeld op de muren. Alles kan men er zien: het slachten van het vee, het traden van gevogelte, het vetmesten van ganzen en kraanvogels, zaaien, ploegen, maaien en oogsten. Een van de beroemdste afbeeldingen is wel het reliëf waar Ti op de nijlpaardenjacht is.
Men ziet hem op zijn boot over de Nijl varen langs het papyrusriet. Het riet zit van boven vol fladderende en nestelende vogels. Beneden, onder de boot van Ti, ziet men de Nijl vol logge nijlpaarden. Ze zijn meesterlijk afgebeeld in hun massiviteit. Een van hen is in zijn logge behendigheid met een krokodil in een gevecht gewikkeld. Een ander wordt juist gevangen door de bootsmannen van Ti, die hem met harpoenen en vangstrikken te lijf gaan.
In de dagen van Ti en van het Oude Testament waren krokodil en nijlpaard een gewoon verschijnsel in de Nijl. Nu zijn zij door de civilisatie al lang teruggedreven naar Midden-Afrika.
Het reliëf in de grafkelder van Ti doet ons onwillekeurig denken aan de prachtige beschrijving, die het boek Job geeft van het nijlpaard. God houdt Job de geringheid van de mens voor met de woorden: