doelt: ‘Hoeveel van de prijs laat gij ter wille van mij vallen?’ ‘Ik eer u met twintig gulden,’ antwoordt de vader van de bruid. ‘En mij, met hoeveel eert gij mij?’, valt dan onmiddellijk een tweede vriend in. Op deze wijze brengen de vrienden de prijs van vijfhonderd gulden terug op driehonderd gulden. Dan is het ogenblik gekomen waarop de vader van de jongen zegt: ‘En mij, met hoeveel eert gij mij dan wel, de vader van de jongen?’ ‘Met honderd gulden!’ antwoordt de vader van het meisje. ‘Moge zij mijn jongen toebehoren,’ zegt dan de vader van de toekomstige bruidegom en daarmede is de koop definitief gesloten voor tweehonderd gulden.
Wij gaven hier zo'n uitvoerig verslag van de uithuwelijking in het moderne Oosten, omdat deze in niets verschilt van de uithuwelijking in het Oude Testament. Het lijkt ons echter niet overbodig er twee opmerkingen aan toe te voegen, waarmee wij misschien vragen beantwoorden, die bij de lezer zijn opgekomen. Deze verhandeling van de bruid kan de moderne lezer ietwat bruut in de oren klinken, in feite is zij dat niet. De koopsom is een bruidsschat en het meisje moet ongeveer ter waarde van deze prijs aan meubelen, bedden, doeken en vaatwerk mee in het huisgezin brengen. In wezen is deze eis dus niet vreemder dan onze eis, dat een jongeman, wanneer hij trouwen wil, het brood voor het nieuwe gezin kan winnen. De tweede opmerking geldt meer de innerlijke zijde van het huwelijk. De lezer zal zich misschien afgevraagd hebben wat er in deze zakelijke huwelijken dan wel van de liefde terecht komt. Dat zou menigeen verbazen. Heel vaak groeit een zakelijk huwelijk tot een diepe liefde uit. Zeker zo vaak als een huwelijk op het eerste gezicht in het Westen in een echtscheiding strandt. Men ziet talloze gelukkige huwelijken in het Oosten. De weg tot de werkelijke liefde is alleen een geheel andere, meestal in het huwelijk zelf ontstaan door gedeelde vreugde, gedeelde smart. Het boek Genesis geeft ons een voorbeeld hoe zulk een liefde al vroeg beginnen kan.