Oosterse gastvrijheid
Ga uw knecht toch niet voorbij
Wie eens als gast bij een Oosterling aan tafel mee heeft aangezeten, die heeft voorgoed een afdoend begrip gekregen van de gastvrijheid in de Oriënt. Het is een gastvrijheid, waarvan wij als Westerlingen geen begrip hebben. Bij ons is een gast een bekende, die wij met enig overleg uitnodigen. Reeds voor zijn verschijning wordt er met hem een bepaalde regeling getroffen. Hij zal een paar dagen blijven, een week, misschien twee weken. Hij zal in den regel niet onaangekondigd verschijnen.
In het Oosten bestaat dat allemaal niet. Iedere willekeurige vreemdeling, die het huis van een Oosterling passeert, wordt dringend naar binnen genodigd en van het ogenblik af, dat hij deze uitnodiging aanneemt, is hij geen vreemdeling meer maar gast. Van het moment af, dat hij binnentreedt, wordt hij de spil waarom alles draait, het centrum van de familie, de hoge gast, die alleen al door zijn aanwezigheid Gods zegen op het huis doet neerdalen. Niets is goed genoeg voor hem, het prachtigste stuk vee wordt geslacht, de schoonste tapijten worden te voorschijn gehaald en al wat zijn oog ook maar bewonderend aan-