Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Johan Samuel Swaan]Swaan (Johan Samuel), geboren te Hoorn in 1774, overleden 26 October 1826, eerst Apothekar te Amsterdam, later Rector der Latijnsche scholen in zijne geboortestad, was een zeer verdienstelijk geleerde, die zijne kunde niet slechts in de school, maar ook in het maatschappelijk leven uitbreidde. Veelvuldige voorbeelden zijn daar van voorhanden, ook van zijne dichterlijke voortbrengsels, die echter zich niet boven het middelmatige verheffen. Uit zijne, met dichtregelen doorweven, verhandeling, de Laster getiteld, door hem in 1798 in de Maatschappij Felix Meritis voorgedragen, en te Amsterdam gedrukt, ontleenen wij de volgende regels: Gelyk de witte beer, aan 't verre Noorder strand,
Zelv' door de felle koud' zyn bloeddorst niet kan toomen,
Op 't ys, geheel verstyfd, zyn droeve pooi vermand.
Die ongelukkiglyk hem was te nagekomen:
| |
[pagina 215]
| |
Zoo is ook de aard van haar, die thans myn lier
bezingd;
Nog stand, nog ouderdom, zyn voor den Laster veilig,
Zy die op loogen tuk, de waarheid steeds verminkt,
Misbruikt den Godsdienst zelv', voor 't deugdzaam hart zoo
heilig,
Des Tygers bloeddorst, en der slangen listigheid,
De wreedheid van den beer streeft zy nog ver te booven
Daar by het wilde dier den mensch slechts dood verbeid,
Zoekt zy, wat erger is, zyne eer, zyn heil te rooven
Ga naar voetnoot1.
Ook vervaardigde hij een Wilhelmus van Nassouwen, in den geest van het oude lied, toepasselijk gemaakt op de gezegende omwenteling van 1813, te Amsterdam bij J. ten Brink. Gz. 1814, met eene dichterlijke opdragt aan Z.K.H de Souvereine Vorst. Het eerste couplet luidt dus: Wilhelmus van Nassouwen
Geteeld uit Neêrlandsch bloed,
Heb ik op God vertrouwen;
Hij sterkte mijn gemoed.
'k Heb reeds mijn jeugdig leven
Voor Neêrlands heil gewaagd.
Mij deed geen vijand beven,
Schoon door 't geweld geschraagd. enz.
|
|