Hij overleed den 2 Julij 1861 te Rosendaal bij Velp. Zijne vrienden rigtten een eenvoudig gedenkteeken, door den kunstenaar Tetar van Elven ontworpen, op den Godsakker, waar zijn overschot rust, op.
Hij was een onzer uitstekendste en geniaalste dichters. ‘In alle genren en het zij bij den vrolijken toon of den weêmoedigen aansloeg, was natuur en waarheid zijn onveranderlijke leus.’ Hij gaf 3 bundels gedichten uit onder de titels: Eerste Gedichten. Amst. 1851; Leekedichtjes Amst. 1860; Laatste der Eerste Amst. 1860. Alle drie zijn, na een paar herdrukken beleefd te hebben, met eene uitvoerige levensschets van den dichter verzameld door P.A. Tiele onder den titel: De dichtwerken van P.A. de Genestet, 2 dln., Amst. 1868. 2e dr. 1871. Volksuitgave 1874.
Zie ook zijn leven in Levensberigten der Maats. v. Ned. Letterk. door Busken Huet 1862; J.C. Zimmerman, Onzejong gestorven vriend de Génestet in De Gids 1861. 18. 229; Busken Huet, Nekrologie van enz. in Ned. Spect. 1861, bl. 217; Huberts, enz.