ging duurde niet lang. Hij stierf 12 April 1724, zonder kinderen na te laten. Dietr. Sigfr. Claessen hield eene lijkrede op hem, en Nicolaas Westermannus schreef een Elogium Philippi Ouselii Theologi Francofurtani propter Oderam, geplaatst in de Bibl. Bremensis cl.
VII p. 877 seqq.
Hij schreef, behalve de genoemde Dissentatie, ook in Schillingii Comment. de leprâ L.B. 1778 8: p. 4-68.
De Accentuatione Hebraeorum metrica tractatus. Lugd. Bal. 1714.
De Accentuatione Hebraeorum prosaica. Lugd. Bat. 1715. 4.
Welligt in het eerstgemelde werk hetzelfde met Introductio in accentuationem Hebraeorum metricam L.B. 1714 4o. door Chaufepié vermeld, in welks voorrede hij beweerde dat de punten en accenten zoo oud als de H.S. zijn, een gevoelen ook door Buxtorf en Coccejus omhelsd, maar door Cappellus verworpen.
De auctore Decalogi, diss. duae, Francof. ad V. 1717, 1718 4o.
De decalogo soli Israëli dato diss. tres. Francof. 1719.
De naturâ decalogi diss. duae. Ibid. 1723 4.
De nominibus decalogi Francof. 1717 8.
De denario regni coelorum s. Parabola Matth. XX. 1-16. diss. duae; Francof. 1720, 1723.
Encomium taciturnitatis; Vituperium loquacitatis, in ms. in het Britsch Museum. p. 893, 499. In Bibl. Brem. t.a.p. vindt men een Lat. brief van Fr. Burmannus en Hadrianus Relandus aan Oeselius en in Tom i. Thesauri epistolici Lacrosiani een brief van hem aan Lacroze.
Zie, behalve de Orat. Funeb. van Claessen en het Elogium van Westermannus, Bibl. Germ. Tom. XII Art. IX, p. 138, 140. Chaufepié, Dict. Hist. et crit. i.v.; Haag, la France Prot. i.v.; Biogr. Univ. i.v. Biogr. Hist. i.v. Nouv. Biogr. Univ. i.v.; Prideaux Hist. des Juifs. T. II. p. 164-194. Journal des Scav. Fevr, 1715, p. 215; Jöcher, Adelung, Rotermund, Hinsching, Hist, Lit. Handb. beruhmter ü denkwürd. Personen. T, VI. L. 220.