Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 570]
| |
gewoon bevorderd tot den rang van kapitein-luitenant ter zee. Gedurende de jaren 1823-1827 was hij Commandant en Directeur van 's Konings zeemagt in Oost-Indië met den rang van schout bij nacht, en in het laatst van 1827 tevens waarnemend raad van Nederlandsch Indie. De titel van baron was bij diploma van den 6 Mei 1822 op hem overgedaan. Hij overleed den 4 Jan. 1833, een zoon en eene dochter nalatende.
Zie J.C. de Jonge, Gesch. v.h. Nederl. zeew. D. bl. |
|