[Hendrik van Cranenburgh]
CRANENBURGH (Hendrik van), werd den 13den Januarij 1754 te Amsterdam uit deftige ouders geboren, en bij het al vroeg vertoonen zijner neiging voor het vak der beeldende kunsten, tot schilder opgeleid. Hij maakte zich de lessen van Barbiers ten nutte en beoefende getrouw de natuur. Ter meerdere volmaking ondernam hij, met een paar kunstvrienden, eene reis naar het Munstersche, om aldaar ongekende landelijke tafereelen af te teekenen. Doch op zijn dertigste jaar, toen hij huwde, veranderde zijne lotsbestemming in die van een kassiers kantoor. In de vrije uren bleef hij echter de kunst beoefenen; doch kon alleen zulke voorwerpen teekenen, die onder zijn dadelijk bereik lagen. Hij legde zich alzoo toe op het kopiëren van eerste meesterstukken en onderscheidde zich daar bijzonder in. Hij bediende zich enkel van waterverwen en werkte daarmede zóó krachtig en eigenaardig, dat men zijne stukken voor originele, met olieverw geschilderd aanzag, en alleen door de glazen, die zijne teekeningen bedekten, van het tegendeel overtuigd werd. Zijne arbeid, om het origineel weder te geven, was onvermoeid, en nimmer legde hij het penseel neder, dan met de overtuiging, dat het hem niet mogelijk was, het oorspronkelijke nader bij te komen. Met olieverw heeft hij nimmer geschilderd. Hij teekende meest landschappen, stillevens en oude gebouwen; doch daar hij de kunst als bijzaak beoefende, spreekt het van zelf, dat zijne stukken niet algemeen