Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 775]
| |
Hij had op de nadering der Pruissen met vele anderen de wijk naar Amsterdam genomen, en werd in 1787 als schrijver van genoemd dagblad van de verleende amnestie uitgesloten. In Junij 1793 kwam hij te Woerden terug en verscheen vervolgens bij oproeping van Burgemeesteren, in de vroedschapsvergadering, van welke hij, ondanks al het gebeurde, lid was gebleven. De voorzittende Burgemeester deed het toen gebruikelijke formulier van den eed op de constitutie van de regering en het Erfstadhouderschap voorlezen, en vroeg hem of hij den eed geliefde af te leggen. Costerus voldeed hieraan en nam als voorheen zitting in de vroedschap. In 1795 ontmoeten wij hem als Baljuw van Woerden. Ook hij was Secretaris van het Groot Waterschap van Woerden, welke betrekking toen 130 jaren door leden van zijne familie bekleed was. Eene afbeelding door Kobell naar Smit in 4o. en nog eene kleine, door eenen ongenoemden daarnaar vervaardigd, zien van hem het licht. Zie Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, D. XVI. bl. 354, D. XX. bl. 195, D. XXVI. bl. 396, D. XXX. bl. 46; van Kampen, Vaderl. Karakterk., D. II. bl. 771. |
|