Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Florentius Costerus]

COSTERUS (Florentius), werd proponent zijnde, in 1654 beroepen te Wognum en Wadway, en vertrok van daar in 1656 naar Hoorn, alwaar hij den 23^sten October 1703 overleed. Zijne afbeelding, door Houbraken gegraveerd, ziet op onderscheidene wijzen het licht. Hij was gehuwd met Antje Beets van Hoorn, en schreef:

Nederlandts vloek en zegen en deszelfs Reunie, vermeerdert met een nieuwen vloek en zegen, en andere biddagstoffen: mitsgaders eene bevestiging en twee synodale Predikatiën, enz. Hoorn 1740, 8^o., de zesde druk, 7de druk, 1748, 8^o.

Den Geestelijken Mensch in zijn Begin, Voortgang en Uiteynde, Rott. 1739, 4^o., 5de druk. Amst. 1739, 4^o. 6de druk.

Over den Profeet Maleachi, Delft 1725, 4^o. Gron. 1728, 4^o.

Belijdenis, Hoorn 1718, 8^o.

Twee Predikatiën, 12^o.

Zie Veeris, Kerk. Reg. van Noord-Holl., bl. 129, 146; van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boek., D. I. St. I, IV; Arrenberg, Naamreg. van Nederd. Boek.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Abbing, Geschied. van de Stad Hoorn enz., bl. 84, 85; Muller, Cat. van Portrett., bl. 66.