[Abraham Costerus]
COSTERUS (Abraham) was eerst rector te Woerden, werd in 1603 predikant te Claaswaal, in 1605 te Sliedrecht, in 1606 te Barendrecht, in 1609 te Hooge en Lage Swalue en in 1614 te Ossendrecht. Hij was onder het getal der negen en dertig personen, die in 1618 geacht en opgegeven werden, als bekwaam te zijn tot de vertaling van den bijbel.
Hij schreef:
Historie der Joden, die 'tsedert de verstooringe Jerusalems in alle landen verstrooyt sijn. Amst. 1658, 12o.
(Deze zoogenaamde historie bevat enkel eene beschrijving van het geloof, de zeden en gebruiken dezes volks. Het boek leert ons Costerus kennen als een verklaard tegenstander van de godsdienstvrijheid der Joden, en is blijkens de voorrede geschreven met het doel, van door aanwijzing der fabelen en verderfelijke leeringen van de Joden, den magistraat van Amsterdam en ieder wien het aanging te bewegen, om hen het bouwen eener nieuwe openbare synagoge in 1658 te beletten.)
Vergelijkinge der Gereformeerden en Mennoniten over eenige plaatsen des Nieuwen Testaments. 8o.
't Leven van den ridder van St. Joris. 8o.
Zie Soermans, Kerk. Reg. van Zuid-Holl., bl. 12, 16, 27, 29, van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boek., D. I. St. III; Schotel, Kerk. Dordr., D. I. bl. 375; Koenen, Gesch. der Joden in Nederl., bl. 28, 335.