dichters naar de kroon hebben gestoken, indien hij zijne geestige invallen met meerdere zorgvuldigheid had willen bearbeiden. Overigens was zijn dichttrant krachtig, in zijne treurspelen rollen zijne verzen tamelijk wel, doch in zijne overige gedichten, hier en daar voorkomende, zijn dezelve echter meer hard en stootend.
Zijne afbeelding door Sandrart geschilderd, is door Persijn gegraveerd. De oorspronkelijke schilderij schonk hij aan het gasthuis te Amsterdam. Zijne zinspreuk was: Overal t'huis.
De voornaamste tooneelspelen van Coster zijn de volgenden:
Spel van Tiisken van der Schilden, Amst. 1613, 4o. Delft 1615, 4o. meermalen herdrukt.
Spel van de Rijcke-Man, gespeeld op de Loterij van 't Oude Mannen- en Vrouwen-Gasthuis binnen Amsterdam 1615, Amst. 1615, 4o., idem 1621, meermalen herdrukt.
Ithys, Amst. 1615, 4o., idem 1619, 4o.
Iphigenia, Amst. 1617, fol. idem 1619, 4o. meermalen herdrukt.
Vertooninghen tot Amsterdam ghedaan door de Nederduytsche Academie, op de inkomste van zijn Excellentie Maurits, Prince van Orangen, enz., in 't jaar 1618. Amst. 1618, 4o.
Isabella, Amst. 1619, 4o., meermalen herdrukt.
Polyxena, Amst. 1619, 4o.
Verthooninge gedaen bij die der Nederduitsche Academie, door bevel van de E.E. Heeren dezer steede Amsterdam, tot onthaal van syne Koninglyke Majesteit van Bohemen, in 't jaar 1621. Amst. 1621, 4o.
Boere-klucht van Teeuwis de Boer en mejuffer van Grevelinckhuysen, Amst. 1627, 4o., meermalen herdrukt.
Zie Paquot, Memoires, T. XI. p. 264-266; Wagenaar, Beschrijv. van Amst. (fol. uitg.) St. II. bl. 396, St. III. 244; Catal. of Reg. der Ned. Tooneelspeldicht. (Delft 1743); Naemrol der Ned. Tooneelsp. (Leid. 1774); de Chalmot, Biogr. Woordenb.; de Vries, Geschied. der Nederd. Dichtk., D. I. bl. 128-130; Siegenbeek, bekn. Geschied. der Nederl. Letterk., bl. 123; A. van Halmael Jr., Bijdr. tot de Geschied van het Tooneel, enz., bl. 5-7; Catal. van de Bibl. der Maatsch. van Nederl. Letterk. te Leiden, D. I. b. bl. 76, 77; Muller, Cat. van Portrett., bl. 66.