[Mr. Caspar van Citters]
CITTERS (Mr. Caspar van), zoon van den voorgaande en van Josina Parduin, geboren den 22sten Januarij 1674 te Middelburg, vestigde zich, na, aan de hoogeschool te Leiden zijne studiën te hebben volbragt en den 16den Januarij 1699 te Orleans den graad van Doctor in de Regten te hebben verkregen, als Advokaat te Middelburg, doch geraakte, zoo door bekwaamheid als aanzien, spoedig in voorname ambten. Hij werd in Junij 1700 Raad in den Hove van Vlaanderen; later Seeretaris van Middelburg; in 1711 Pensionaris dier stad en Commissaris van de wisselbank; ten zelfden jare Secretaris van de Staten van Zeeland, welk ambt hij in 1718 verwisselde, met dat van Raadpensionaris van Zeeland. Dit laatste ambt bediende hij met gelijken lof als de vorigen tot aan zijn overlijden den 28sten September 1734. Gehuwd aan Magdalena Verheije, had hij bij haar eenen zoon, Jacob van Citters, die hier achter volgt, en eene dochter, verwekt.
Zijne afbeelding gaat uit in plaat, gegraveerd door Jakob Houbraken in 8o.
Zie Tegenw. staat der Vereen. Nederll. D. IX. bl. 61: Scheltema Staatk. Nederl.; van Kampen, Vaderl. Karakt. D. II. bl. 604, uit familiepapieren aangevuld.