[Mr. Iman Cau]
CAU (Mr. Iman), zoon van Mr. Iman Cau en van Louise Sweerts de Weerdt, geboren den 12den Junij 1653, te 's Gravenhage, vestigde zich, na volbragte studie, als Advokaat in zijne geboorteplaats, en werd den 4den April 1675 aangesteld tot Seeretaris van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland en nam den 19den October 1682 als Raadsheer zitting in dat Hof.
In Augustus 1692 werd hij met den President van den Hoogen Raad Huibert Roozeboom, door Willem III, naar Goes gezonden, om kennis te nemen van de geschillen aldaar en te gelijk van de Privilegiën der stad, waarop de Burgemeester Adolf van Westerwijk en diens aanhang zich beriepen. Bij hunne terugkomst gaven zij verslag van het gedane onderzoek, waarop zij op het laatst van October nogmaals naar Zeeland gezonden werden, met last om de stukken van het onderzoek te stellen in handen van de tegenwoordige regering, om volgens deze de schuldigen in regten te betrekken.
Hij overleed den 26sten Junij 1708 en had bij zijne echtgenoote, Anna Constantia Sterthemius, verwekt tien zoons en zeven dochters, van welke drie zoons en twee dochters hem overleefden. Zijne zoons waren: Mr. Iman Cau, Raad der Stad Zierikzee, en wegens die Stad Rekenmeester van Zeeland; Nicolaas Cau, die later volgt, en Mr. Johan Anthonie Cau, die geweest is Schepen te Zierikzee.
Zie van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 1478 en 1479; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. XVI. bl. 207, 214; Vreede, Geschied. van den Hooge Raad in het Jaarb. van de Regterl. Magt, 1839, bl. 52; uit familie-papieren aangevuld.