drukte den ouden man zoo geweldig, dat hij er onder bezweek, en krankzinnig werd, welke ongesteldheid hem bijbleef tot aan zijne dood, die voorviel te Leuven, den 18den Mei 1663. Zijne beeldtenis is gegraveerd in groot folio door Pieter Holstein, en nog eens verkleind in v(an) H(eusen) en v(an) R(hyn), Kerk. Outh. D. I. bl. 455.
Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb; v(an) H(eussen) en v(an R(hijn, Kerkel. Outh. D. I. bl 438-457; Broedersen, Tractatus Histor., Tom. II. pag. 89-105; Dupae de Bellegarde, Hist. de l' Eglise Métrop. d' Utrecht, 3e ed pag. 159, 163-167; Hoynek van Papendrecht, Hist. der Uitr. Kerke, D. I. bl. 22, 26, 27, 29, 30, 32, 35, 36, 37; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.