Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 48]
| |
werd Ridder en overleed te Luik in 1592. Omdat hij aan den Koning getrouw bleef, schijnen zijne goederen door de Staten van Friesland in beslag te zijn genomen; althans zijn huis te Leeuwarden werd in 1584 aan den nieuwen Stadhouder, Graaf Willem Lodewijk van Nassau, tot eene vorstelijke residentie aangewezen. Cammingha was gchuwd in 1542 met Trijn Sickesdr. van Hottinga, en had twee zoons en twee dochters. Zie Eekhoff, Geschiedk. Beschr. van Leeuw D. II. bl. 386. |
|