[Jan van Call]
CALL (Jan van), een broeder van den voorgaande, geboren te 's Gravenhage in 1689, was een niet onverdienstelijk teekenaar in de manier van zijnen vader, die hem, benevens zijnen ouderen broeder, den hier bovengenoemde Pieter van Call, in de eerste grondbeginselen dier wetenschap onderwees.
Ook was hij zeer kundig in al hetgeen tot het bouwen, aanleggen en versieren van lusthoven en buitenplaatsen behoort; en nog daarbij ervaren in al, wat tot de teekenkundige kennis en oefening van den oorlog vereischt werdt. Voor den Koning van Pruissen teekende hij in 1748 met sapverw alle de steden, kastelen en forten, welke in den toenmaligen oorlog in Braband, Vlaanderen enz. door den Fransche belegerd en ingenomen waren; met de veldslagen in die streken geleverd. De tijd, welke hij niet met teekenen doorbragt, besteedde hij aan het geven van onderwijs in de teekenkunst aan de jongen lieden uit de deftige klassen.
Hij had een deugdzame inborst, en leefde zeer ingetogen; muntte inzonderheid uit in prijzenswaardige onderliefde en verstrekte aan zijne moeder in haren hoogen ouderdom ten sterken steun. De tijd wanneer hij overleden is, vinden wij niet opgegeven, doch in 1715 was hij nog in leven.
Zie van Gool, Nederl. schild. en schilder. D. II. bl. 168 en 169; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Algem. Woordenb.; Immerzeel. Levens en werken der kunsts.