Zacht Lawijd. Jaargang 7
(2007-2008)– [tijdschrift] ZL– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 104]
| |
Robbert Hak & Annette Lavrijsen
| |
[pagina 105]
| |
Paul Rodenko
| |
[pagina 106]
| |
van wezenlijk belang voor uitgeverij Bert Bakker/Daamen worden. Zijn artistieke waarde voor de uitgeverij uitte zich met name in de essays en kritieken die hij voor het door Bert Bakker uitgegeven literaire tijdschrift Maatstaf schreef. Commercieel gezien was Rodenko vooral belangrijk om herhaaldelijk herdrukte bloemlezingen als Nieuwe griffels schone leien. Van Gorter tot Lucebert, van Gezelle tot Hugo Claus (1954) en zijn licht-erotische bewerkingen zoals de delen met ‘vrijmoedige liefdesverhalen uit 1001- nacht’.Ga naar eind1 Maar ook door tot één druk beperkte essaybundels als Tussen de regels. Wandelen en spoorzoeken in de moderne poëzie (1956) en Met twee maten. De kern van 50 jaar Nederlandse poëzie droeg hij aanzienlijk bij tot het gehalte van Bakkers fonds.Ga naar eind2 | |
Bert Bakker als motivator: Het spiegelbedBakker had met Rodenko heel wat te stellen. Meestal had hun gekissebis niet eens zozeer met de kwaliteit van Rodenko's werk te maken maar vooral met Rodenko's werktempo. Het was meer regel dan uitzondering dat Rodenko zijn werk niet op tijd af had en pas na herhaaldelijk aandringen van Bakker kwam met zijn kopij, die dan vaak nog aangepast moest worden. Nu is het misschien ook wel schrijver eigen om slordig te zijn en deadlines te missen, maar Rodenko spande wat dit betreft toch de kroon. Paul Rodenko (links) met J.B. Charles en A. Roland Holst, 1962 [foto Nico Naeff; collectie Bert Bakker jr.]
Paul Rodenko (links) en Gerrit Achterberg, Neede, 1947 [foto Maria Austria]
| |
[pagina 107]
| |
Misschien het beste voorbeeld van de manier waarop Bakker hiermee omging, wordt gevormd door de verwikkelingen rond Rodenko's Het spiegelbed. Dit boekje vormde, na De el van liefde en andere onstichtelijke historieën uit vrijmoediger eeuwen en De nijvere nachten van Teobaldo (1962), het derde en laatste deeltje in de reeks Helse Vertelsels. Deze reeks startte in 1960 naar aanleiding van het grote succes van Rodenko's Vrijmoedige liefdesverhalen uit 1001-nacht. Ook in de reeks Helse Vertelsels waren het ‘verhalen uit vrijmoediger eeuwen’ die opnieuw door Rodenko tot leven werden gewekt. Het spiegelbed verscheen in 1963 als Ooievaar-pocket nr. 175, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Op 12 maart 1963 vertoonden zich reeds de eerste tekenen dat de komst van Het spiegelbed vertraging ging oplopen.Ga naar eind3 Rodenko schreef op die datum aan Bakker dat hij ziek was. Hij liet weten te verwachten dat het manuscript, ondanks zijn ziekte, wel af zou komen. Het was echter vaak zo dat wanneer Rodenko aangaf dat ‘iets wel af zou komen’, er juist reden was om aan te nemen dat dit niet zo zou zijn. Ook wat betreft Het spiegelbed zou dit het geval blijken. Op 1 april (de uiterste inleverdatum van het manuscript) deelde Rodenko mee dat wegens ziekte Het spiegelbed toch nog niet af was. Op 11 april, anderhalve week na de deadline, was Bakker het zat. Hij had op dat moment nog steeds niets ontvangen en stuurde Rodenko een verhitte brief waarin hij flink naar hem uitviel: ‘Ik heb in jullie geldelijke beslommeringen altijd klaar gestaan. [...] En nu ik in dit voorjaar werkelijk een dringend verzoek op jouw hulp gedaan heb, laat je mij vierkant zitten. [...] Behalve in míjn vlees, snijdt je ook stevig in je eigen, want je tegoed over 1963 zal aanzienlijk minder zijn dan in het vorige jaar. Ik begrijp niet wat je bezielt’.
Nu was Bert Bakker een man die behoorlijk hoog van de toren kon blazen, maar de toon die hij in deze brief tegen Rodenko aansloeg, was zelfs voor hem niet gebruikelijk. Het was niet de eerste keer dat Rodenko aankondigde dat hij een deadline niet zou halen, maar meestal reageerde de uitgever iets toegevender. De reden dat Bakker in dit geval zo kwaad reageerde, was dat Rodenko's verzuim hem dit keer een hoop geld kostte. Doordat het boekje vertraging opliep, zou de zomerverkoop uitvallen. Om deze reden viel de bestelling van bijvoorbeeld de boekhandelsketen Bruna een stuk lager uit dan de oorspronkelijke 5000 stuks. Daarnaast kostte de vertraging sowieso al een afzet van 6000 exemplaren omdat de verkoop van de eerdere deeltjes uit de reeks ook terugliep door het uitblijven van een nieuw deeltje.Ga naar eind4 Rodenko schrok behoorlijk van de kwade brief. Hij besloot in zijn antwoord dan ook hoog spel te spelen. In een brief van 26 mei (die hij vanaf zijn vakantieadres in St. Raphael schreef) deed hij op pathetische wijze een beroep op Bakkers medeleven. Hij schreef dat hij niet zo maar ziek was, maar leed aan een zware nerveuze depressie. Zijn voortdurend laat inleveren van kopij was daarom niet het gevolg van luiheid en onwil, maar van zijn ziekte. Rodenko zei lange tijd geprobeerd te hebben zijn depressie voor de buitenwereld verborgen te houden en zichzelf op te peppen met positieve kreten, maar iedere keer weer werd hij met de feiten geconfronteerd. De vakantie die hij op dit moment genoot, had hij naar zijn zeggen dan ook echt nodig, anders was hij zeker in een kliniek geëindigd. Rodenko sloot zijn brief af met de mededeling | |
[pagina 108]
| |
Tijdens de viering van de vijftigste verjaardag van Gerrit Achterberg, Lage Vuursche, 20 mei 1955. Staand v.l.n.r.: Gerrit Kamphuis, Achterberg, Ellen Warmond, A. Marja, Jetty Rodenko-Schaper, Maurits Mok en A. Roland Holst; zittend: Paul Rodenko, Bert Bakker, Mies Bouhuys en J.B. Charles [foto Particam Pictures]
dat hij op 1 juni (dus al over zes dagen - de vakantie moet hem werkelijk wel érg goed hebben gedaan) terugkwam en weer met frisse moed aan het werk zou kunnen gaan. In reactie op deze kreet om medelijden van Rodenko schreef Bert Bakker op 31 mei dat hij alle begrip had voor de situatie van de schrijver. Hij wilde de boel niet bagatelliseren, maar hij wees er wel op dat dit niet bepaald de eerste keer was dat Rodenko een inzinking had. Verder wilde hij hun meningsverschil vooral zakelijk houden: ‘Wij kunnen dan later de psychologische problematiek van onze verhouding onder de loep nemen’. Hij eindigde zijn brief met de dringende wens: ‘Donder nu in godsnaam alle klusjes opzij en zorg dat ik op i juli het manuscript in huis heb’. De maand juni verstreek en nog ontving Bakker geen manuscript, ook niet na 1 juli. Pas op 14 juli 1963 ontving Bakker post van Rodenko. In de enveloppe zat echter niet het verwachte manuscript, maar alleen een brief waarin Rodenko uitweidde over de terminale kanker die bij de moeder van zijn vrouw was geconstateerd. Dit had er uiteraard voor gezorgd dat hij weinig | |
[pagina 109]
| |
Paul Rodenko en Jetty Schaper tijdens hun huwelijk, 16 mei 1953
aan werken was toegekomen. Desalniettemin verzocht hij Bakker het geld van zijn hypotheek over te maken. Bakker voldeed aan dat verzoek, maar stelde Rodenko op 16 juli een ultimatum: 15 augustus moest hij nu absoluut de kopij in zijn bezit hebben. Ook 15 augustus verstreek zonder dat Rodenko zijn manuscript voor Het spiegelbed inleverde. Om Rodenko te laten merken dat het hem menens was, stopte Bakker daarop de maandelijkse toelage die hij Rodenko betaalde.Ga naar eind5 Rodenko was hierover nogal gepikeerd en schreef Bakker op 19 augustus een brief waarin hij zijn onvrede over de door Bakker genomen stap liet blijken. Hij legde hem uit hoe armoedig zijn levenssituatie was: ‘We leven practisch op droog brood (en leveranciersschulden), want Jetty [Rodenko's vrouw, RH/AL] moet in ieder geval naar Nijmegen kunnen gaan en daar hebben we zowat elke cent voor nodig. Voor een hulp en oppas hebben we ook geen geld, zodat ik halve dagen als kinderoppas door moet brengen, voorzover ik niet rondzwerf om boeken en anders spullen te trachten te verkopen om aan wat geld te komen’. | |
[pagina 110]
| |
Rodenko legde de schuld van het niet gereedkomen van Het spiegelbed daarom bij Bakker. Aan het eind van dezelfde brief schreef Rodenko zelfs dreigend: ‘[...] nu je me opzettelijk en doelbewust (al is het doel me alleszins onduidelijk) in een hoek probeert te dringen waarin de hele zaak totaal onmogelijk wordt [...] zie ik de toekomst somber in, zowel voor het boekje als voor onze relatie’. Hier houdt de correspondentie, voor wat betreft Het spiegelbed op. Uiteindelijk verscheen het boekje in november 1963. Ook de relatie tussen Rodenko en Bakker, zowel op het zakelijke als het persoonlijke vlak, overleefde het voorval. De klucht rondom het verschijnen van Het spiegelbed is exemplarisch voor het lastige parket waarin Bakker zat. Aan de ene kant moest Bakker Rodenko zien te bewegen door te werken, maar aan de andere kant was Rodenko een gevoelige persoonlijkheid, die bovendien van groot zakelijk belang voor hem was. Het was voor Bakker zaak om zijn ongeduld te laten blijken wanneer het kon, en begripvol te zijn wanneer het moest. Alleen zo kon hij Rodenko, zonder hem al te veel af te schrikken, laten weten dat deze zich niet álles kon permitteren. Al met al moet het voor Bert Bakker niet eenvoudig zijn geweest om te werken met iemand ‘die leefde volgens een Russische agenda’.Ga naar eind6 | |
Bakker als financieel beheerder van RodenkoDat Bakker en Rodenko een onconventionele uitgever/auteursrelatie hadden, uitte zich niet in de laatste plaats in de manier waarop zij hun onderlinge financiële zaken regelden. Rodenko had niet alleen een soort doorlopende lening bij Bakker. Maar Bakker hielp hem ook met het aflossen van zijn schulden, het regelen van subsidies, het kopen van een huis en hij betaalde zelfs zijn hypotheek. Het is dan ook niet overdreven om te zeggen dat Bakker bij het gehele gezin Rodenko, zeker wat de financiën betreft, de touwtjes in handen had: ‘Jullie moeten voortaan een begroting maken en alleen in het uiterste geval ergens om krediet vragen’, schreef hij op 15 juli 1957. ‘Vooral Jetty moet hier ernstig op toezien. Jullie hebben met kind en eigen huis grote verplichtingen en lasten op je genomen. [...] Ik hoorde mompelen, dat Jetty al eens over de mogelijkheid van een eigen auto'tje had gedacht. Geloof mij: zet dergelijke onzin voorlopig uit je hoofd. Als jullie tot een dergelijke aanschaf over zouden gaan, zou het leed niet te overzien zijn’. Of het nu ondanks, of juist dankzij Bakkers financiële bemoeienissen was: feit is dat Rodenko tijdens de periode dat hij voor Bert Bakker publiceerde veel schulden maakte. In oktober 1960 stonden de schuldeisers zó hard bij hem aan de deur te bonzen, dat Bakker besloot drastisch in te grijpen. Paul Rodenko's financiële sores kwamen zijn werk immers niet ten goede. De uitgever verordonneerde zijn vriend en werknemer daarom een opgave te sturen van ál zijn schulden. Rodenko stuurde hierop een lijst, waarop onder andere schulden stonden van f460 aan dokterskosten, f119,19 bij de kruidenier, f180,99 bij de loodgieter en f915,33 bij een vloerbedekkingzaak. | |
[pagina 111]
| |
Daisy Wolthers, Jetty Rodenko-Schaper, Cathrien Achterberg-van Baak en Paul Rodenko [foto Nico Naeff]
Bakker betaalde alle schulden - een totaalbedrag van f4093,80 - in één keer, waarvoor Rodenko hem vanzelfsprekend zeer dankbaar was. Uiteraard kwam het geld waarmee Bakker Rodenko's schulden afloste uit diens eigen honorarium voor dat lopende jaar. Bakker bewees Rodenko met het aflossen van zijn schulden dus weliswaar een grote dienst, maar hij dwong Rodenko tegelijk om hard aan het werk te blijven, als hij tenminste niet binnen de kortste keren opnieuw in de dalles wilde belanden. | |
ConclusieNaar aanleiding van de correspondentie tussen Bert Bakker en Paul Rodenko kan betrekkelijk veilig gesteld worden dat Bert Bakker over het algemeen de dominante figuur was in de relatie. Dit had niet in de laatste plaats te maken met de karakters van beiden. Bakker was een sterke persoonlijkheid en Rodenko was nu eenmaal met een natte vinger te lijmen. De schrijver Willem Frederik Hermans typeerde Rodenko's meegaande karakter ooit eens als volgt: ‘Het heeft mij altijd verbaasd, dat hij vergeten is geraakt. Men heeft hem over het hoofd gezien in Nederland. Terwijl hij een heel belangrijk man was. Maar hij had minder ellebogen dan anderen, en hij was te meegaand. Dat heeft me altijd aan hem geërgerd’.Ga naar eind7 | |
[pagina 112]
| |
Paul Rodenko [foto Cor Stutvoet]
|
|