De Zeeuwsche minnezanger(ca. 1870)–Anoniem Zeeuwsche minnezanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van Uitgezochte Liederen Vorige Volgende Nieuw lied. Over de doorgraving van Holland op zijn smalst. Wijze: Wien Neêrlandsch bloed. Wien Neêrlandsch bloed door d' ad'ren vloeit, Heft thans den volkszang aan; Wiens hart voor Nederland steeds gloeit, Juicht vrij in haar bestaan. Komt zingen wij een vroolijk lied, Uit onbeklemde borst, Hollandsch kanaal licht in 't verschiet, Juicht Neêrland met uw Vorst. (bis.) Ja, Willem III gaf ons zijn woord, Hij waakt voor ons bestaan, Opdat aan Y- en Amstelboord, De handel wel mag gaan. De eerste koopstad van ons rijk, De steun van Nederland, Kreeg van den Vorst een gunstig blijk, Weg dan die tweedracht spant. (bis.) Verheffen we onze bede thans Voor 't hand'lend Amsterdam, [pagina 55] [p. 55] Opdat eenmaal de schoone kans, 't Kanaal door Holland kwam, Opdat de Y- en Amstelstroom Steeds bloeie als weleer, Gelijk een rijk beladen boom, Dit bidden wij den Heer. (bis.) Op dan, gij mannen! die den naam Van Nederlanders draagt, Vereenigt u dan al te saam, Met 't doelwit dat u schraagt, Wend u vereend tot uwen Vorst, Van elken rang en stand, Die met uw zorg en welvaart torscht, Voor 't lieve Vaderland. (bis.) Weg dan met hem die onbesuisd Steeds land en Vorst vergeet, Wien 't Neêrlandsch bloed door d' ad'ren bruischt Verheft met ons deez' kreet: Lang leev' het lieve Vaderland, Ja, Koning Willem leev', Heel de Amsterdamsche handelsstand, Die zooveel welvaart geeft. (bis.) Mocht Holland op zijn smalst eenmaal Doorgraven tot aan zee, Ja mocht een nieuw en schoon kanaal, Versieren Amstels ree; Wij smeeken van Gods vaderhand, [pagina 56] [p. 56] Met diep geroerde borst, Behoud voor 't lieve Vaderland, Voor Vaderland en Vorst. (bis.) Vorige Volgende