De Zeeuwsche minnezanger
(ca. 1870)–Anoniem Zeeuwsche minnezanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van Uitgezochte Liederen
De Zeeuwsche minnezanger. Verzameling van Uitgezochte Liederen. A.J. Bronswijk, Oostburg [ca. 1870]
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Meertens Instituut: 3978 Gesloten Kast: B 41
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Zeeuwsche minnezanger. Verzameling van Uitgezochte Liederen uit ca. 1870.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. II) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE ZEEUWSCHE
MINNEZANGER.
VERZAMELING VAN
UITGEZOCHTE LIEDEREN.
Negende druk.
GEDRUKT BIJ
A.J. BRONSWIJK
TE OOSTBURG.
[pagina 1]
INHOUD.
bladz. | |
---|---|
De liefde is wonder in haar werken | 3. |
Kom lichte minnaren, in 't vrijen habiel | 6. |
Wat brengt de liefde menig paar | 8. |
Daar was een herderinnetje | 11. |
De postiljon is juist een man | 13. |
Ach Karel! waar moogt gij zijn? | 15. |
Reeds lang zong men den lof der wijn | 17. |
Als men nu eens beschouwt | 19. |
Gij dappere oorlogshelden | 21. |
Vaarwel bruidje schoon de vreugd van mijn enz. | 23. |
'k Heb in den band van trouwen geen behagen | 25. |
Kom mijn bruintje stap wat aan | 26. |
Wat brengt de liefde menig paar in druk | 28. |
Als de bloemen buiten bloeien | 31. |
O heldere zon! O duistere maan! | 32. |
Colijn, een arme hals, was reeds driemaal enz. | 34. |
Broeders, laat de snaren klinken | 36. |
Kom volkje, koop bij mij | 39. |
'k Heb eens een maagd gevreden | 40. |
Op een schoone morgen ging ik uit het jagen | 42. |
[pagina 2]
INHOUD.
Ik kom in Nederland | 43. |
Thans zuchtend in dit kerkerleven | 44. |
'k Heb een buurman moet je weten | 46. |
Tra la mijn tijd is uit | 47. |
De boerenknechten zijn zoo fijn | 49. |
Hoort, mannen hoort de trom en de trompetten | 52. |
Wien Neêrlandsch bloed door d' aderen vloeit | 54. |
Vaarwel mijn Grietje! 'k ga naar zee | 56. |
Vaarwel mijn dierb're vrouw ons schip enz. | 58. |
Vaarwel mijn Vaderland, het schip enz. | 59. |
Het was eens op een kermistijd | 61. |
In Weenen, in Weenen, o ja die schoone stad | 63. |
Komt, vrienden die in 't ronde staan | 66. |
Wie is de vader van het land? de boer | 68. |
Een koopman die in rust en vreê | 71. |
O wat geluk heeft een apotheker | 77. |
Mijn Julia is mij ontnomen | 78. |
Het was laatst op een Zomerdag | 79. |
Als ik u, mijn liefje groet | 81. |
Vroolijk maar op de baan | 83. |
Vrienden luistert naar deez' klucht | 85. |
Wat een geluk in d' echten trouw | 88. |
Komt vrienden 'k zal u iets vertrouwen | 90. |
Lieve moeder laat mij trouwen | 91. |
Schoon is de hemel en schoon is de wereld | 93. |