Yang. Jaargang 24(1988)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Sunt lacrimae Michel Bartosik Voorzienigheid De hand opvorderen van je vrouw, haar in de jouwe houden, lang vast houden. Voor het eerst opkijken van de kloven in die van je dochter. Het onmogelijke Schoonpapa verlangen uit de mond van je schoondochter, zeg het nu. Haar een volgend kind opdragen. De hond bedenken met een zakdoek. Papier bestellen, en een potlood, om het wit mee te laten. En uit het nachtkastje, een nummer van Kultura, van het jaar nul - om nog je taal terug te kunnen zien. Vluchtig je aan de kamer hebben verglimlacht. [pagina 17] [p. 17] Toen bleek dat je het washandje niet zelf meer om kon draaien op je voorhoofd, zag ik je grote oog zich vullen met het schandaal. Hoe lang kan dit nog duren? ‘Niet lang meer’ en - geëffaceerd waakzame wildvreemde jonge vrouw - als om je te dienen, haar vraag naar enig futiel verlangen, je laatste wens. Mourir. Er mag nog wat gevolgd zijn, godweet, van pijn, een Pools Jezusmaria, tonggeruchten, lucht die een weg zoekt, je laatste woord, het was gehoord, mijn trots en mijn sterkte, dit misnoegde ongeduld, een leven toe [pagina 18] [p. 18] Kamers De kamer waarin een dode toeft is een soort débarras. Veeg licht staat weggezet in de hoek; iemand is zelfs zijn dweil vergeten... Zo dicht tegen de muur aan zou zich een bed met zijn verstijfde kind kunnen vlijen, het wiegelied uit gewerkt, Pakkeman met zijn nachtzoen te veel slecht verstopt in het behang... Zie - één boog zich schikte de handen lei ze nauw keurig in elkander zoek. uit: Sunt lacrimae (ongepubliceerd) Vorige Volgende