Watapana. Jaargang 4(1971-1972)– [tijdschrift] Watapana– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] [Gedichten Ll. R. Narain] C VI de oude ogen vroegen nog om leven zijn oude benen gevlochten konden evengoed doorbogen takken zijn de wind is zwaar onverstoorbare yogi het is wel te veel moeite de benen te ontrafelen na zoveel jaren hij moet zijn leven dragen verder verdorren er verpoederen al twijgen en maar vluchten vluchten een noordoostenwind keren zijn wijsheid kon niet bezweren een oude zwerver te worden ik volgde sporen vermolmde heuvels en hoger laat ik ze achter mij de gedachten verzwaren mijn rug holt uit stenen ogen over houden om leven vragen natte schelpen aan een strand het vlees aan een lange reis verzworven Ll. R. Narain Een lange reis de vrouw van wie ik hou is het telkens omklappen van de vele bladeren dansend een boom omvattend ik hou van een vrouw behalve dat haar ogen laatst zwart waren nu blauw schemert zij met zoveel glimlachen als de aarde die onder mijn voetstappen opwaait als een eiland uit zee springend zoals op mijn lange reis steeds meer lichten de stad voorspellen als de geuren van vroeger mij verlaten zij boog over mij en verzoende chemicaliën met het leven voorzichtig groen uit regen geboren overdadig groen nog schuwend Ll. R. Narain Vorige Volgende