Geen ogenblik was ik veilig in je handen.
Zonder reden sloeg je mij in het gezicht.
Je hebt mij gestriemd met je karwats.
Je hebt mij gesleurd over de barre grond.
Het dagelijks voedsel heb je mij onthouden.
Wees tevreden. Je hebt je doel bereikt.
Nog één minuut en ik barst en sterf.
Maar de geschiedenis is nog lang niet uit.
De rekening wordt ingediend,
De dichter heeft hier dus uiting willen geven aan zijn abolitionistische gevoelens. Het sterk lyrische karakter heeft de vertaler op voortreffelijke wijze weten weer te geven, maar er is daarbij toch, helaas, veel van de originele sfeer verloren gegaan. We ondergaan in de Nederlandse bewerking niet meer de ‘kunuku’- of plantagesfeer. Een vertaling als ‘over de barre grond’, terwijl er staat, dat de slaaf op de plantage gesleurd werd, is nogal vaag.
‘Over de barre grond’ localiseert ons niet, we weten niet wáár het gedicht zich afspeelt. Verder is de vertaler voorbijgegaan aan een heel belangrijk woord. Pierre Lauffer heeft niet voor niets het woord ‘Bomba’ gebruikt. Hij geeft ons daarmee te kennen, dat de slaaf spreekt, niet tegen de blanke plantagehouder, maar tegen de slavenopzichter, óók een neger.
Dit komt in de vertaling niet tot uitdrukking, wat jammer is, omdat men dan niet de dreiging voelt, waarmee het gedicht eindigt. De slotregel ‘ma mi alma lo plegabo’ betekent nl. veel méér dan ‘de rekening wordt ingediend na mijn dood’. Het betekent, dat de geest van de slaaf de slavenopzichter zijn hele leven zal blijven kwellen. Voor een nuchtere blanke plantagehouder zou dit helemaal niet een bedreiging zijn geweest, maar voor de ‘Bomba’, een rasgenoot van de slaaf, daarentegen wel, omdat deze wél in spiritisme gelooft. Kortom, in de Nederlandse bewerking is de typische plantagesfeer van Curacao verloren gegaan.
Uit deze bundel is ook het gedicht ‘Balia barí’, waarbij het Pierre Lauffer er vooral om te doen was de muziek van de ‘tambú’, de trommel, te imiteren met zeer rithmische, onomatopeïsche woorden.
Met zeer plastische termen heeft hij daarbij een sfeer van dans en sensualiteit gecreëerd, een techniek, die we ook tegenkomen in de poëzie van de Cubaanse dichter Nicolás Guillén.
Gelukkig is poëzie niet alleen maar een techniek, die iedereen zou kunnen leren. Poëzie omvat veel méér.
Het wezen der poëzie (ik citeer Vestdijk) is het essentiële, het mysterieuze