Tijdschrift
De dood van generaal Wolfe in Quebec, waar de Fransen en de Engelsen vochten halverwege de achttiende eeuw, de verdediging van Samuel Johnson bij een moordzaak in Charing Cross in 1727, het leven van de eerste Chinees die in Parijs ging wonen aan het begin van de achttiende eeuw en daar een Franse vrouw trouwde, het overleven van joodse kinderen in de synagoge in Boedapest tijdens de Tweede Wereldoorlog en de recente inval van de Amerikanen in Panama; al deze uiteenlopende verhalen maken deel uit van Granta 32, dat gewijd is aan de geschiedenis. En dan wel aan de geschiedenis in de meest oorspronkelijke betekenis van het Griekse woord ‘historia’, zegt de flaptekst. ‘Navorsing, informatie en onderzoek’, geeft het woordenboek als eerste betekenis en als resultaat daarvan ‘verslag, verhaal en geschiedenis’ als tweede betekenis. Maar zo rechttoe, rechtaan zijn de meeste bijdragen aan dit nummer niet geschreven. Na het vorsen en onderzoeken komt het vormgeven van de verworven kennis en ook het fabuleren. Sommige auteurs spelen een fraai spelletje met de feiten die het archiefonderzoek heeft opgeleverd, zoals Simon Schama in ‘The Many Deaths of General Wolfe’ en Jonathan Spence in ‘The Paris Years of Arcadio Huang’. Bij het verhaal van Giorgio en Nicola Pressburger, ‘The Temple in Budapest’, ontbreekt de afstand van de auteurs tot de tekst, die Schama en Spence in staat stellen om hun verhaal juist zo mooi te vertellen. De gebroeders Pressburger zaten zelf opgesloten in de synagoge en hun bijdrage heeft dus het karakter van een ooggetuigeverslag. Hoewel jaren later verteld, is de toonzetting van het verhaal nog zeer direct en nabij. Als Giorgio Pressburger terugkeert naar de plek des onheils ontmoet hij daar de oude Samuel Stern, die hem niet herkent. Voor hem bestaan alleen nog de doden, en als er dan zo'n vermeende dode levend voor hem staat, reageert hij
achterdochtig. Pressburger vlucht weg, overmand door de wrange schaamte van de overlevenden. Martha Gellhorns verslag over Panama is een aanklacht. Waarom hebben de politieke leiders, de media en de burgers van de ‘grote westerse democratieën’ zich wél het lot aangetrokken van de mensen in Centraal Europa, maar zich geenszins bekommerd om de mensen in Centraal Amerika. De meeste bewoners van die streken zijn niet rijk en niet blank en dus heeft het geweten van de wereld geen last van hun beroerde leven of tragische dood. Martha Gellhorn geeft een niet mis te verstaan oordeel over de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten. Jonathan Raban laat in zijn ‘New World’ de Koreanen aan het woord die in het beloofde land met vallen en opstaan hun eigen stukje van the American dream trachten te verwezenlijken. Het is hetzelfde verhaal als dat van de Italianen, Oosteuropeanen en Chinezen, maar dan vele jaren later in een wel wat veranderd Amerika. Allan Gurganus' lange bijdrage ‘Blessed Insurance’ is het meest de moeite waard van deze Granta, waarin overigens vrijwel alle bijdragen van hoog niveau zijn. Alleen Elizabeth Hardwicks ode aan New York is wat rommelig. Allan Gurganus schrijft een gefictionaliseerde autobiografie van een blanke jongen die zijn studie bekostigde door voor een uitvaartverzekering geld op te halen in een arme zwarte wijk. De wekelijks te betalen vijftig dollarcent is een obool voor het hiernamaals, waarvan de ex-slaven meer verwachten dan van het leven hier. Wanbetalers moeten door de jonge student worden geroyeerd, en dat blijkt een zware taak, om mensen die jaren gezwoegd hebben op het laatste nippertje de toegang tot het koninkrijk der hemelen te ontzeggen.
EVA COSSEE
Granta, £5,99/£25,95 per jaar; 2-3 Hanover Yard. Noel Road, Islington, Londen.