Provocatief kostuum
In de onvolprezen reeks Oxford Paperbacks van de Oxford University Press neemt Zuidoost-Azië een niet onbelangrijke plaats in. Heruitgaven over Malakka, Thailand, Singapore, Serawak en Indonesië verschijnen met grote regelmaat. Alleen over Indonesië telt de reeks al vijfentwintig goed verzorgde boeken, van Vicky Baum tot Mochtar Lubis. Daar zijn ook Nederlandse auteurs bij: Augusta de Wit publiceerde haar Java: Facts and Fancies meteen in het Engels; het werk van M. Székely-Lulofs werd vertaald: Coolie en Rubber. Van haar Hongaarse echtgenoot L. Székely is opgenomen Tropic Fevor: The Adventures of a planter in Sumatra. Székely-Lulofs heeft in Nederland niet over belangstelling te klagen; het fascinerende Van oerwoud tot plantage van haar man wordt dit najaar in Nederland herdrukt. Maar een boek als Een kunstreis in de tropen van de schilder Jan Poortenaar zie ik nog niet zo gauw opnieuw worden uitgegeven. Daar komt nog bij dat het nauwelijks te vinden is; de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek bijvoorbeeld bezit het niet, De Engelse vertaling, die al verscheen in 1928, is nu wel weer beschikbaar: onder de titel An Artist in Java and Other Islands of Indonesia (Oxford Paperbacks, 178 blz., prijs f 29,25). De levendige beschrijving van de reis die hij in de jaren twintig met vrouw en dochter door de Indonesische archipel maakte, blijkt nog steeds de moeite waard. Poortenaar heeft niet alleen oog voor schilderachtige zonsopgangen, maar ook voor de dreiging van het massatoerisme op Bali (toen al!). Hij bezoekt bovendien Madura, Celebes, Borneo en Sumatra, en zit onderweg niet stil: het boek bevat vijfenvijftig illustraties op basis van zijn werk: etsen, tekeningen en schilderijen, waarvan zeven in kleur. De elegante bewegingen van danseressen aan het hof van Solo weet hij met
vaardige hand vast te leggen, maar ook het Tobameer op Sumatra en het Waterkasteel van Djokja inspireren hem. Hij schrijft beeldend, en toont een grote belangstelling voor de Indonesische cultuur. Daar steekt de Europese cultuur soms wat magertjes bij af. In zijn hotel in Medan (De Boer?) verzamelen zich op gezette tijden de planters uit de omgeving. Er is ook een zangeres die geen jurk draagt, maar een wit satijnen kostuumpje, ‘which starts late and ends early upon her provocative person’, met zwarte banden die haar benen aan haar polsen binden (?) Dit fenomeen wordt in de hal als volgt aangekondigd: Vandaag: Zalm. Tarbot. Rita Field.’
PvZ