Vertaald
Iedereen die graag zou zien dat de Nederlandse literatuur iets voorstelt in de wereld - iedereen dus die de Nederlandse literatuur een goed hart toedraagt - kan een zucht van verlichting slaken: Het verdriet van België is uitstekend vertaald in het Engels. (Hugo Claus, The Sorrow of Belgium, translated from the Dutch by Arnold J. Pomerans, Amerikaanse editie: Pantheon Books, 609 p., importeur Van Ditmar, f 49,85; Engelse editie: Viking, importeur Penguin Nederland, f 60,40.) En dan bedoel ik over het algemeen ook Engels (ik zou natuurlijk moeten zeggen: Brits Engels) - en gelukkig geen Amerikaans. Niet dat er iets mankeert aan Amerikaans Engels op de juiste plaats, maar dat kan in een Europese context meestal niet gezegd worden. Vertaler Pomerans, zelf Amerikaan denk ik, heeft dat probleem onderkend en aangepakt. In een voorwoord meldt hij ons: ‘De keuze van slang en idioom aanvaardbaar en begrijpelijk voor beide culturen, bleek in sommige gevallen een onneembare hindernis. De beslissing om veelal de voorkeur te geven aan Brits Engels boven Amerikaans, is genomen in de overtuiging dat de tekst op die manier Europeser aan zou doen.’ Dat is heel verstandig, en die benadering werkt tamelijk goed.
De schrijver meende naar zijn zeggen dat enkele verwijzingen verheldering behoefden. Daarin schuilt een zeker gevaar: uitleg kan dodelijk zijn in vertaalde literatuur. Het is misschien een goed idee de Engelstalige lezer te vertellen dat het Davidsfonds ‘de katholieke boekenclub’ is, maar om ‘Sekt’ te vertalen als ‘Sekt, champagne’ is overbodig. Elke lezer die tot bladzijde 387 is gekomen, kan dat wel zelf verzinnen. Dat soort opdringerigheid komt evenwel maar zelden voor.
Zoals altijd geeft de dialoog de meeste moeilijkheden. Hier en daar slaagt de vertaler er niet in die levendig te houden: ‘Zeg dat wel, zuster’ wordt ‘You may well say so, sister’, iets wat niemand denk ik zou zeggen; ‘That's true enough’ of ‘Too true’ zouden beter zijn geweest. Soms klinkt hij onwillekeurig toch Amerikaans, zoals in ‘You're chicken’ en ‘You're scared shitless’. Maar dat zijn schoonheidsfoutjes: over het algemeen heeft hij voortreffelijk werk geleverd en de poëzie, humor, observatiescherpte, kortom het wezen van deze geweldige roman behouden. Misschien roept dit niet zozeer om een zucht van verlichting, als wel om drie hoeraatjes.
ANTHONY PAUL