Longen
Millett is diep geschokt. De danteske beelden voegen zich bij haar herinneringen aan haar twee vorige opnamen en blijven haar achtervolgen, ook als ze door Ierse vrienden is bevrijd en terug kan keren naar de Verenigde Staten.
Sophie heeft zich nu van haar afgekeerd en Fumio vraagt, na jaren van scheiding van tafel en bed, officieel echtscheiding aan. Haar geld is op, haar talent lijkt gebroken. De begaafde hoogleraar, de wereldberoemde feministische schrijfster zit op een onverwarmde zolder de godganse dag romannetjes te lezen, beantwoordt de telefoon niet meer en vecht tegen de aandrang de straat op te gaan om te lopen, zonder ophouden te lopen met als enig doel het uitschakelen van haar bewustzijn: niet meer te denken, zich niets meer te herinneren, geen pijn meer te voelen.
De stelling die Millett in The Loony-Bin Trip ontwikkelt is deze: als je eenmaal in handen van de psychiatrie bent gevallen en de diagnose is gesteld, ben je voorgoed gebrandmerkt. Ieder onaangepast gedrag wordt gezien als bewijs van gekte. Wat bij een ‘gezond’ individu normaal of interessant is, is bij een ‘gek’ gek en reden tot gedwongen inname van medicijnen, of opsluiting. Wat onvermijdelijk werkelijke gekte tot gevolg heeft.
Milletts verhaal, dat uiteindelijk toch goed afloopt omdat een nieuwe ontwenningskuur in 1988 - vooralsnog - lijkt te zijn geslaagd, is een felle aanklacht tegen een maatschappij die mensen stigmatiseert en elimineert omdat ze ‘anders’ zijn. En Millett zou Millett niet zijn als ze haar aanklacht niet persoonlijk en geëmotioneerd had geschreven. P.C. Kuiper had bij het beschrijven van zijn dramatische ervaringen in Ver heen naast de wil tot meedelen zijn wetenschappelijk inzicht tot zijn beschikking. Millett beschikt slechts over het inzicht van een zeer intelligente patiënte - een leek dus - maar beheerst beter dan Kuiper het communicatiemiddel bij uitstek: de taal. Ze schrijft vanuit haar longen, haar huid, haar hart met een snelheid van 140 kilometer per uur, zonder ook maar een seconde de macht over het stuur te verliezen; ze houdt haar hoofd erbij. Het is een verontwaardigd en bewogen verhaal, maar altijd helder. Het heeft diepgang en vaart.
Tot aan het laatste hoofdstuk: de conclusie.
Had ze het trekken van een conclusie maar aan de lezer overgelaten, was ze maar niet op de kansel van de wereldverbeteraars geklommen. Dat godsdienst en politiek, psychiatrie en familie ons ziek kunnen maken, dat wisten we al. Dat we de helderheid van de rede moeten versieren met de ondoorgrondelijke glitter van de irrationaliteit, dat weten we ook. Maar dat we haast blij mogen zijn als we in ons hoofd dwingende stemmen horen, dat we niet naar de dokter hoeven wanneer we ons achtervolgd wanen, dat indentiteitsstoornissen ons leven verrijken, dat voert mij te ver. Dat gaat de richting uit van lichtzinnige euforie over waanzin, van lichtzinnig verheerlijken van een geestestoestand die getekend wordt door angst en lijden en slechts bij vlagen door gevoelens van almacht en grenzeloosheid. Ook Millett weet wat Icarus te wachten stond, zij vreest meer dan wie ook de val vanuit de hemel in de afgrond van de realiteit. Vanwaar dan haar pleidooi voor vleugels en lijm?
Er is nog iets wat mij hindert, hetzelfde wat me destijds ook stoorde in haar autobiografische roman Sita: Millett voelt zich zo verraden. Ze claimt wat de ander - echtgenoot, minnares, leerling, familielid - niet (meer) geven kan of niet (meer) geven wil: onvoorwaardelijke liefde. ‘I always loved them more than they loved me,’ schrijft ze verwijtend. Dat haar geagiteerde gedrag de liefde uitput, de liefhebbenden op de vlucht jaagt, interpreteert ze als ‘betrayal’, verraad. Als onvermoeibaar strijdster voor de mensenrechten (Sexual Politics, Going to Iran, The Basement, The Prostitution Papers) eist ze voor ieder individu - zoals het hoort op de eerste plaats voor zichzelf - het recht en de vrijheid op om anders te zijn, onaangepast, opstandig; ook ‘gek’. Ze vergeet dat dit ook de vrijheid inhoudt om anders te zijn dan zíj is, bijvoorbeeld door in opstand te komen tegen haar koop- of spreekdwang en om genoeg te krijgen van haar angsten en wanen. Het is de vrijheid om een grens te trekken en zich van haar af te keren.