Spreekt u Lego?
Uwe Pörksens vermeende dictatuur van de plastic taal
Plastictaal De woorden van een internationale dictatuur door Uwe Pörksen Vertaling J.E. Brunsmann Uitgeverij Het Spectrum, 144 p., f 24,90
Riemer Reinsma
We zijn er langzamerhand aan gewend: onheilsprofeten die beweren dat het Nederlands bezig is te verloederen. De oorzaken van de vermeende verloedering worden gezocht in een veelheid van factoren, zoals: te gretige woordontlening aan het Engels, afnemende kennis van de grammatica en alomtegenwoordigheid van zachte-sectortaal.
Ongeacht of die profetieën juist zijn, mag het tot troost strekken dat ook andere, grotere talen het voorwerp zijn van doemdenken. Luidde in de jaren zestig René Etiemble met zijn boek Parlez-vous franglais? de noodklok over verengelst Frans, in de jaren zeventig verscheen in West-Duitsland Die Leiden der jungen Wörter, over verwerpelijk geachte Duitse neologismen.
Dit zijn maar twee voorbeelden uit een rijke stroom taalpessimisme. Een in sommige opzichten nieuw pessimisme verkondigt sinds enkele jaren de Duitse hoogleraar mediaevistiek en romancier Uwe Pörksen. Pörksen maakt zich niet alleen bezorgd over het Duits maar over het taalgebruik van de geïndustrialiseerde landen in het algemeen. In de Bondsrepubliek houdt hij al enkele jaren lezingen. In 1988 publiceerde hij een boek met de alarmerende titel Plastikwörter. Die Sprache einer internationaler Diktatur. Uitgeverij Het Spectrum publiceerde in de Aulareeks een vertaling onder de kortere titel Plastictaal.
Zo'n titel schudt wakker. De Duitse, omdat hij aan twee diepgewortelde angsten raakt: voor dictatuur en voor een milieuverontreiniging door niet-afbreekbare plastics. In de Nederlandse titel is de dictatuur komen te vervallen, al komt het thema in het boek zelf wel voor.
Wat zijn plastic woorden? Wat is plastic taal? Laten we beginnen met de plastic woorden. Pörksen bedoelt daarmee het bekende ambtelijk-wetenschappelijk-commercieel techneutenjargon: ‘structuur’, ‘relationeel’, ‘communicatie’, ‘geïntegreerd’, ‘systematisch’, ‘geobjectiveerd’, ‘gedragsalternatieven’, ‘technologisch’, ‘spanningsveld’, ‘machtsaspecten’. We kennen de jolige kretologiemixer zoals die - ik meen sinds het begin van de jaren tachtig - hier en daar in stencilvorm of anderszins van hand tot hand ging. Voor mij ligt bijvoorbeeld de kretologiemixer (ongedateerd) van een prof. N. Poort, ‘agoog’. De mixer bevat drie kolommen met genummerde woorden, elke kolom heeft een eigen nummering. Kolom 1 bevat negen bijvoeglijke naamwoorden in de verbogen vorm (bijvoorbeeld ‘geïntegreerde’, ‘functionele’), kolom 2 bevat deels bijvoeglijke naamwoorden, deels een combinatie van zelfstandig naamwoord en een voorzetsel (bijvoorbeeld ‘ontwikkeling van’, ‘coördinatie van’). Kolom 3 bevat weer substantieven.