Van Mook
Tenslotte Richard Deacon met het omstreden The Greatest Treason. Toen dit boek verscheen kregen hij en de uitgever direct een proces aan hun broek. De weduwe van de vroegere Britse minister-president, Sir Anthony Eden, diende een aanklacht in en zij mocht op last van de rechter de uitgeverij sommeren de verdere verspreiding te staken. Gelukkig was het boek toen al in Nederland verkrijgbaar. Richard Deacon is het pseudoniem van Donald McCormick die vroeger voor The Sunday Times werkte. Hij komt met nieuw bewijs dat niet wijlen Sir Roger Hollis (van 1956 tot 1965 directeur-generaal van de Britse contraspionagedienst MI-5) voor de Sovjets werkte maar zijn nauwste medewerker Guy Liddell. Andere experts als John Costello hebben ook al een beschuldigende vinger in die richting uitgestoken.
Echter niet deze nog gaande discussie maakt Deacons boek zo interessant. Dat zijn veel meer de opmerkelijke onthullingen over bepaalde Nederlanders of over personen met een duidelijke band met ons land. Neem nu admiraal Lord Louis Mountbatten die nauw betrokken was bij de Japanse overgave in Indonesië. Hij spoorde luitenant-gouverneur-generaal dr. H.J. van Mook aan om met de nationalisten onder leiding van Soekarno te onderhandelen, en was nauw betrokken bij het eerste Nederlands-Indonesische overleg. Deacon komt in navolging van John Costello met nieuwe onthullingen dat Mountbatten wel erg sterke pro-Sovjet-neigingen vertoonde. Dat was een Nederlandse minister in 1945 ook al opgevallen maar zijn oordeel werd toen wellicht vertroebeld door koloniale emoties. Deacon komt weliswaar met nieuw materiaal, maar desondanks is de vraag gerechtvaardigd of Mountbatten niet gewoon anti-Amerikaans was. Recent vrijgegeven Britse documenten wijzen hier eerder op. In ieder geval wordt de rol van diverse sleutelfiguren in dit koloniale drama met het verstrijken van de tijd steeds intrigerender. Te meer omdat er ook al verdenkingen zijn geuit tegen de latere Britse bemiddelaar bij deze tragedie, Clark Kerr, die ook voor de Sovjets zou hebben gewerkt.
Wie trouwens dacht na Igor Cornelissens voortreffelijke studie De GPOe op de Overtoom alles te weten over voor de Sovjets spionerende Nederlandse kunstenaars komt bedrogen uit. Deacon komt namelijk met een nieuwe naam op de proppen: Han van Meegeren. Deze kunstschilder en meestervervalser hield zich al voor 1940 bezig met het vervalsen van schilderijen en zou tijdens de oorlog kostbare doeken van Vermeer en Pieter de Hooch aan de nazi's (onder wie Göring) verkocht hebben. Na een proces werd hij op 12 november 1947 veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf maar hij overleed kort daarop in december 1947.
Deacon weet te melden dat Van Meegeren voor en tijdens(?) de oorlog als agent voor de Sovjets werkte. Omdat ik zijn naam niet aantrof bij Cornelissen dacht ik in eerste instantie dat Deacon wellicht Han Pieck bedoelde. Ik zocht daarom contact met Deacon, en per kerende post bevestigde hij in een vriendelijk briefje dat Van Meegeren wel degelijk als tussenpersoon voor de Russen had gewerkt. Zo is er na de vele personages in het boek van Cornelissen weer een intrigerende naam toegevoegd aan de lijst van (mogelijke) Nederlandse agenten voor de Sovjetunie. Ik stel met nadruk ‘mogelijke’ omdat verder onderzoek zal moeten uitwijzen of Van Meegeren werkelijk voor Moskou heeft gewerkt.
■