Utopia
In Praagse ochtenden komt het verhaal voor van iemand die ik beschrijf als een oplichter en spion. Het is een autobiografisch verhaal. Enkele maanden na de publikatie heeft de man me opgebeld. Hij bezwoor me dat hij me niet bespied had. Wat me na dat telefoontje diep raakte was dat hij alles wat ik schreef accepteerde behalve dat hij een spion was. Dat zat heel diep. Ik denk achteraf dat hij niet mij maar iemand anders bespioneerde. Over het algemeen geloof ik niet dat mensen beledigd zijn als ze mijn verhalen lezen. Ik denk dat ze moeten glimlachen als ze lezen hoe alles in werkelijkheid in elkaar zat.’
Humor is belangrijk in uw werk. Is het communisme ingestort door een gebrek aan humor?
‘Ik zou zeggen: er was een gebrek aan psychologisch gevoel. De marxistische leer weet geen raad met het feit dat er in een samenleving allerlei psychologische aspecten een rol spelen. Het utopia van het communisme is gebaseerd op economische wetten zonder dat er begrip is voor psychologie en het gedrag van mensen. Maar het is onmogelijk iets voor mensen op te bouwen zonder te begrijpen hoe ze in elkaar zitten. En om op uw vraag terug te komen: als je niets van psychologie doorhebt is het lastig humor te doorgronden.’
Vindt u het juist dat Vačlav Havel president is geworden? Een schrijver is toch in de eerste plaats observant en criticus van de samenleving?
‘Vačlav was jarenlang de werkelijke leider van de oppositie. Hij was beiden: schrijver en politicus. Een schrijver is ook een staatsburger. Je kunt hem het recht niet ontzeggen als hij het fijn vindt president te worden. Havel was het brein achter de oppositie. Hij heeft zichzelf jarenlang omgeven met mensen die hij kon vertrouwen. En dat was geen geringe prestatie onder de gegeven omstandigheden, omdat het regime zo lang duurde en veel mensen daardoor gecompromitteerd waren. De oppositie bestond grotendeels uit artiesten en intellectuelen. Dus was het logisch dat die nu de politiek in zijn gegaan. Het kan gevaarlijk zijn als artiesten en intellectuelen politicus worden maar aan de andere kant kunnen ze een rol spelen bij het ontwikkelen van de democratie. We zullen zien hoe het afloopt, het is nog te vroeg om te oordelen. Wat gaat gebeuren hangt sterk af van het karakter van de nieuwe politici. Als ze slim en sterk zijn zullen ze overleven.’
Hebt u zelf ooit politieke ambities gehad?
‘Ik wil me niet te veel in de politiek mengen. Dat hangt er ook mee samen dat ik bang ben voor oppervlakkigheid. Ik geloof ook dat het hebben van macht een zeer gevaarlijke verleiding is. Net trouwens als het vergaren van roem. Ik zeg altijd: roem en glorie zijn voor een schrijver meer bedreigend dan onderdrukking. Mij is acht maal een functie aangeboden. Minister, ambassadeur, parlementslid. Ik heb het allemaal geweigerd. Ik haat dergelijke functies. Ik hou ervan te observeren. Dat is precies de rol van de literatuur in de maatschappij. Ik hoef geen onderdeel te zijn van een beweging of van de geschiedenis.’
Maar wat heeft de revolutie dan in uw persoonlijk leven veranderd?
‘Ik keek vooruit naar de dagen van mijn pensioen. Ik had me voorgenomen dan veel te gaan lezen. Ik heb het nu vreselijk druk. Ik kan reizen. Sinds de revolutie heb ik niets meer gelezen. Ik moet nu speeches en artikelen schrijven en interviews afgeven. Een toneelstuk over Karel Čapek kan ik voorlopig niet afmaken. Bij mij thuis gaat onophoudelijk de telefoon. Dat was vroeger niet zo want die was vaak afgesloten. Op straat herkennen mensen me omdat ik op de televisie ben geweest. Het stoort me niet en maakt me eerder blij.
Ik heb altijd het idee dat wat er in mijn leven gebeurd is nuttig was. Misschien dat m'n leven zonder de revolutie wel heel gewoontjes was geëindigd. Door de veranderingen doe ik hele nieuwe ervaringen op. Op mijn leeftijd - negenenvijftig - biedt het vele nieuwe kansen. Laat ik zeggen: het is in ieder geval goed voor mijn gezondheid.’
■