Charleston
De formule - goedkope en toch in textiel overvloedige kleren die zowel landelijk leven als drama uitstraalden - had een verbazend succes. Hoorde tot de klanten niet een heuse sprookjesprinses? De doorzichtige rok waarin kleuterleidster Diana Spencer voor het eerst als koninklijke verloofde werd gefotografeerd, kwam uit Laura Ashley's eerste Londense boutique. De foto ‘deed immens veel voor het image’ en vormde de basis voor de Amerikaanse expansie. Toch, precies zoals nodig is om de biografie diepte te geven, maakte de aanwas van het kapitaal dat na tien jaar van zeer hard werken was gaan groeien niet gelukkig. Het had als vanzelf geleid tot een jetsettend leven dat Laura Ashley afsneed van haar verlangens naar pastorale vredigheid en ‘keeping your values intact’. De Ashleys kochten er huizen als kastelen voor. Die stonden in Noord-Frankrijk, de Côte d'Azur, Brussel, Palm Beach, en op de Bahama's. Voor het permanent onderweg zijn stonden een vliegtuig en een meereizende kokkin ter beschikking, maar haar geliefde Wales was onbereikbaar geworden: vanwege de belastingen was voor vestiging in het buitenland gekozen. Zelfs een bezoek aan de kinderen, in Engeland, kon de status van het echtpaar als non-residents in gevaar brengen. Vriendinnen die de biografe sprak meldden dat rond Laura in die laatste jaren ‘a deep sense of loss’ voelbaar was.
Zo'n bestaan, dat moet de biografe op andere plaatsen ook wel toegeven, was in het geheel niet conform Laura's nostalgische dromen van geluk. Die waren geënt op wat ze zich voorstelde bij ‘Victoriaans’ en uit Jane Austen gehaald. ‘Ze hield niet van Dickens.’ Laura Ashley's idee van gezegendheid (en van Gods opdracht, want ze was erg christelijk) was het thuis gezellig maken en het gezin bijeen houden - een rol die ze erg vrouwelijk en vervullend vond. Ze had een afschuw van pubs, en het leek haar de taak van de huisvrouw om haar man daaruit weg te houden. Ze was sterk gekant tegen het buitenshuis werken van vrouwen. Ze verzette zich tegen de oprichting van crèches in haar eigen bedrijf, en werkneemsters met nog jonge kinderen thuis konden dan ook niet op haar sympathie of medewerking rekenen. Met haar eigen geval ging ze enigszins schizofreen om: Bernard mocht er geen last van hebben dat ze werkte en ze ruimde daarom direct haar papieren weg zodra hij thuiskwam (vanaf het begin van hun huwelijk ‘hinderde het Bernard erg dat zijn vrouw met wat voor werk dan ook bezig was’). Tegenover haar (vier) kinderen was haar houding op een andere manier drastisch. Ze stuurde ze, om haar handen een aantal uren per dag vrij te hebben, jaren achtereen om halfvijf 's middags naar bed. Tegenover journalisten pochte ze dat háár kinderen niet van huis weg zouden willen, ‘zoals de kinderen van andere mensen doen’. Ze was diep geschokt toen haar twee oudste kinderen, de zestien- en vijftienjarige David en Jane, zich wel degelijk zo rap als mogelijk aan het ouderlijk beheer onttrokken en zich in Londen vestigden. Later, toen de kinderen posities gingen innemen in Laura Ashley plc, kwam dat allemaal weer goed. Laura's tweede zoon Nick erfde haar oog voor verkoopbare stofontwerpen; ze had het er moeilijk mee toen hij de ‘Charleston’-collecties van Vanessa Bell en Duncan
Grant uit de jaren dertig succesvol liet kopiëren. De artistieke, kleurige Charleston-dessins bleken het concern uit een tijdelijk slop te halen. Laura liet het stilzwijgend passeren: ‘Hoe meer ze las over de levensstijl van Bloomsbury in het algemeen en van Charleston in het bijzonder, hoe sterker haar ongerustheid werd dat ze betrokken werd bij een groep wier morele waarden ver waren verwijderd van die van haarzelf.’
De opening van een ‘Laura Ashley’-winkel in Bordeaux, 1978. Midden: Bernard, tweede van rechts: Laura
Het ‘rags to riches’-aspect is in A Life by Design letterlijk te nemen: de kwaliteit van het katoen bleef lange tijd verontrustend voddig. Katoen als zodanig was onderdeel van de Ashley-ideologie: het hoorde net zo onvervreemdbaar bij het bewust landelijke imago van het bedrijf als de tekst op de labels: ‘Made in Wales’. Dat dat bedrijf ‘Laura Ashley’ ging heten was omdat dat imprint beter paste bij de eerste produkties aan schorten en ovenwanten; het eerste woningtextiel en -behang werd verkocht onder de naam van Bernard. De gezamenlijk opgerichte firma was ingeschreven als ‘The Ashley Mountney Company’; Bernard was er technisch en zakelijk de motor van, een erkentelijkheid die Laura hem haar leven lang op nogal stuitend overdreven wijze betoonde. Laura bleek begiftigd te zijn met de artistieke genialiteit die goud van de samenwerking maakte. Een bijkomend voordelige factor was haar naam, ‘timeless, classless and very English’, schrijft Sebba. Enigerlei formele opleiding hadden de twee niet gehad, ze deelden hun gedrevenheid om uit hun (tamelijk lower class) achtergrond te breken. ‘Zij waren elkaars uitdaging,’ zo legt Sebba zedig het succes van hun combinatie uit. Aan het boek valt te merken dat ze soms op eieren loopt om Sir Bernard (die het voorwoord schreef) en de familie te vriend te houden. Een kwestie die ze daarom diplomatiek afhandelt, is de vervuiling die de steeds uit zijn krachten groeiende fabriek halverwege de jaren zeventig begon te veroorzaken, en waartegen de lokale waterzuiveringsinstanties gingen procederen: ‘Gelukkig werd Laura hier nooit persoonlijk in betrokken.’
Laura Ashley
daily express