Lenin tegen Gorki
Toen Raymond Keene op de Olympiade van Haifa (1976) de grootmeestertitel behaalde, sprong hij volgens ooggetuigen zo'n enorm gat in de lucht dat het even leek alsof er een kangeroe in de zaal aan het werk was. De vreugde van Keene was niet helemaal onbegrijpelijk, want toen al moet hij begrepen hebben dat er geen groot toemooispeler in hem schuilging. In de loop der jaren hebben de ambities van Keene zich minder gericht op het schaken zelf en steeds meer op alles wat zich rondom het bord afspeelt. In allerlei schaakorganisaties dook Keene op, er was geen commissie of hij was er wel lid van. Maar om de een of andere reden wedde Keene bijna altijd op het verkeerde paard. Binnen de Fide nam hij stelling tegen Campomanes, maar Campomanes werd herkozen. De laatste jaren heeft Kasparov in Keene een warme pleitbezorger gevonden, maar onlangs ging er opnieuw iets mis. Kasparov zag zijn volgeling graag in het bestuur van de Grand Masters Association, maar helaas: Keene kreeg wederom onvoldoende steun om geroepen te worden tot dit hoge ambt. Toch boekt Keene ook wel eens een succesje. Zo wist hij in 1986 de tweekamp om de wereldtitel tussen Kasparov en Karpov naar Londen te halen, een prestatie waarvoor Margaret Thatcher hem beloonde met een hartveroverende glimlach.
Keene is niet alleen actief als organisator, hij schrijft ook boeken. Dat doet hij met zo'n regelmaat - in vijftien jaar heeft hij zo'n vijftig titels geproduceerd - dat hij ook wel eens ‘de boekenfabrikant’ of ‘de boekenleverancier’ wordt genoemd. Sommige van zijn boeken zijn heel goed, zoals Nimzowitsch; A Reappraisal, dat met recht een standaardwerk genoemd mag worden. Veel plezier heb ik ook beleefd aan The Modern Defence, een serieus theorieboek, dat Keene samen met Botterill heeft geschreven. Andere boeken van Keene zijn hoofdzakelijk aardig en leuk, zoals The English Chess Explosion, waarin de opkomst van een nieuwe Engelse schaakgeneratie wordt verklaard. Maar veel van wat Keene schrijft is maakwerk, eendagsvliegjes die je al weer vergeten bent voordat je ze opgeborgen hebt. Onlangs is van Keene Chess, An Illustrated History (Phaidon, Importeur Nilsson & Lamm, f 65,50) verschenen. Gezegd moet worden dat dit 128 pagina's tellende boek bijzonder fraaie platen en foto's bevat. Het is altijd een genoegen om naar schaakspelen te kijken die meer dan duizend jaar oud zijn. Het is ook een genoegen om Lenin te zien schaken tegen Gorki - had Lenin het daar maar bij gelaten. En welke schaker kan met droge ogen kijken naar een foto van de vierjarige Capablanca, die bezig is zijn vader in de pan te hakken? Opmerkelijk detail: het ventje zit op de mooiste stoel, terwijl papa Capablanca het met een relatief eenvoudig zitje moet doen. Maar inhoudelijk stelt de geschiedschrijving van Keene niet zo veel voor. In kort bestek heeft hij vlijtig een aantal bronnen overgeschreven zonder daar zelf veel aan toe te voegen. De stijl van Keene is droog, wat jammer is, want als Keene in een geïnspireerde bui verkeert, kan hij schrijven met een fijn gevoel voor understatement. Grove fouten maakt Keene niet, al noemt hij het ‘absoluut uniek’
dat het stuk dat wij als de toren kennen door de Russen lodya (= boot) wordt genoemd. Dat is onjuist. Volgens Henry A. Davidson in zijn Short History of Chess had het woord ‘roka’ in het oude Bengalen ook al de betekenis van ‘boot’ of ‘schip’. Sommige historici hebben er op gewezen dat de roka (rukh in het Perzisch, rook in het Engels) bij de Indiërs het meest wendbare schaakstuk is geweest. Omdat een toren niet kan bewegen en een schip wel, zou de schip-vertaling de voorkeur verdienen boven de toren-vertaling. Als naslagwerk is deze Illustrated History door zijn oppervlakkigheid niet echt bruikbaar en het zal, zoals zoveel andere plaatjesboeken, wel spoedig bij De Slegte terechtkomen. Misschien zou Keene zich in de toekomst kunnen wijden aan een nieuwe versie van Golombeks standaardwerk A History of Chess. Dat zou een eervolle onderneming zijn. Keene heeft er de stijl en de eruditie voor. Als een van de weinigen zou hij dat kunnen. Hij moet er alleen nog de ambitie voor hebben.
MP