Een decennium vol liefde, vrede en geluk
Jane en Michael Sterns catalogus van hippies en verwante subculturen
Sixties people Perky Girls, Playboys, Hippies, Party Animals and other Sixties People door Jane & Michael Stern Uitgever Alfred A. Knopf, 242 p. Uitgever Van Ditmar, f 61,40
Joost Zwagerman
Als ik mij niet vergis is de tijd voorbij dat je je moest schamen een ‘produkt’ van de jaren zestig te zijn. Nu diegenen die een aantal jaren geleden nog meewarig konden worden uitgemaakt voor softies en geitenwollensokken-adepten zelfs het allerlaatste paar sokken in kwestie de deur uit hebben gedaan en zich, gekleed in modieus maatkostuum of gesoigneerd ensemble, sleutelposities hebben verworven in kringen van de media, het bedrijfsleven en de cultuur, is het weinig zinvol om de hippies van weleer hun vermeende softheid aan te rekenen als zij inmiddels zijn gaan behoren tot de gepriviligeerde groep van invloedrijke half-intellectuele veertigers.
Jane en Michael Stern, schrijvers van het nostalgische kleinood Sixties people generen zich geenszins voor hun jeugdjaren. Als rechtgeaarde ‘sixties people’ zijn zij ervan overtuigd te zijn opgegroeid in het meest wervelende decennium van deze eeuw. Met compassie, weemoed en opgetogenheid blikken zij terug op de ‘We Decade’, de bruisende voorloper van de jaren zeventig die de geschiedenis is ingegaan als de ‘Me Decade’. Het echtpaar beroept zich in hun voorwoord op Tom Wolfe die de jaren zestig ooit omschreef als ‘the decade when manners and morals, attitudes towards the world changed the USA more than any other political event’. Jane en Michael Stern voegen hier nog aan toe dat het in geen ander decennium dan de jaren zestig zo duidelijk aan iemands uiterlijk te zien was waar hij of zij voor stond, ‘politically, sexually, and philosopically’. ‘Sixties people wore their lifestyle as proudly as the slogan buttons they pinned down to their shirts,’ aldus het echtpaar Stern in hun voorwoord.
Uit: ‘De jaren zestig’ (Hadewijch, 1988)
In Sixties People gaat het vooral om de (verschillen in) lifestyle. Ieder hoofdstuk behandelt een zich onderscheidende (jeugd)groep. Nu kan het zijn dat ik te laat geboren ben maar van sommige naamgevingen aan de door de Sterns in kaart gebrachte groepen had ik nog niet eerder gehoord. Zo maakte ik kennis met het label ‘Perky Girl’, waarvan er vooral in het begin van de jaren zestig heel veel rondhuppelden in Amerika. De ‘Perky Girls’ waren de meisjes die de hele wereld ‘reuzeleuk’ en adembenemend opwindend vonden, kindvrouwtjes die leefden in de wereld van de lollipops, klapkauwgum en polka-dots. De piepjonge Jane Fonda in Barefoot in the Dark was perky, net als de evenzo guitige Goldie Hawn. Mary Tyler Moore was de perfectie in perkiness.
Andere groepen die Jane en Michael Stern onderscheiden lijken mij wat minder voorbehouden aan de jaren zestig. Wat te denken van de ‘Playboys’? Waren die er pas nadat Hugh Hefners blad van die naam opgang had gemaakt? En de zogenaamde ‘Young Vulgarians’, is dat werkelijk een passende verzamelnaam voor de jeugd die minder perky en meer streetsmart was? Zoals Jane en Michael Stern de ‘Young Vulgarians’ in kaart brengen, lijken zij meer re-makes van een evidente jaren vijftig-cultuur, gemodelleerd naar jongens- en meisjeshelden uit West Side Story en Rebel Without a Cause.