Gootsteenbakje
Wat Nicolaas Matsier in zijn bespreking van De afwasborstel (zie pagina 8) schrijft is allemaal goed en wel, maar ik heb sterk de indruk dat al deze aandacht voor de borstel een poging is om een kwestie uit het zicht te houden die minstens zo urgent is: die van het gootsteenbakje. Wie het gootsteenbakje niet als een probleem ziet wast óf nooit af, óf hij heeft geen gevoel voor de juiste verhoudingen ten aanzien van de levensproblemen. Het is makkelijk er luchtig over te doen en te zeggen dat het toch maar in een hoekje staat en als zodanig slechts de functie heeft van kleine vuilnisbak. Dat ontken ik niet, maar hoe weinig benijdenswaardig zijn functie ook is, het stelt tegelijk een reëel probleem. Er zal weinig discussie zijn over zijn functie: het gootsteenbakje is voor de viezigheid. De moeilijkheden beginnen op het moment dat men de inhoud in de grote vuilnisbak heeft gedaan. Normaal is dat de laatste daad bij de afwas. Dan staat men met het bakje in de hand. Dat is vies. En moet in een net huishouden ook schoon. Het afwaswater is na de grote afwas een beetje vies. Om een of andere reden is het feit dat het afwaswater dan een beetje vies is, precies de reden dat ik (men) er wel een gootsteenbakje in wil schoonmaken - er echt schoon water voor gebruiken heeft iets verspillends, dat doe je niet. Maar nu: waarmee wordt het gootsteenbakje schoongemaakt? De afwasborstel ervoor gebruiken stuit mij tegen de borst, die is voor de verwijdering van een soort viezigheid die hoger is in rang, dat wil zeggen minder vies. Het met de hand doen kán, maar is toch een beetje smerig (ik trek bij de gedachte automatisch een vies gezicht). Met de ‘lel’ (wat men nu precieus ‘het keukendoekje’ noemt) is ook niet smakelijk. (Het is misschien goed erop te wijzen dat men voor problemen die met de afwas te maken hebben vergeefs zal grijpen naar het Complete Book of Cleaning (Nederlands:
Alles over schoonmaken) van Barty Phillips, want daarin wordt het niet behandeld). De oplossing die ik op eigen kracht heb gevonden (maar wat halfhartig toepas) is het gebruik van de gootsteenborstel. Die halfhartigheid heeft te maken met de grofheid van die borstel: die staat niet in verhouding tot de positieve inborst van het gootsteenbakje. Het is alsof het bakje straf krijgt door het met deze ruwe borstel te bewerken. Ik probeer dit bezwaar weg te rationaliseren door mezelf voor te houden dat ze allebei uitdrukkelijk tot het domein van de gootsteen behoren, familie van elkaar zijn, maar dat heeft iets van een smoesje. Er moet iets beters voor het lot van het gootsteenbakje te bedenken zijn, iets dat toch niet ten koste gaat van - dat is een uitdrukkelijke voorwaarde - de algehele efficiency bij de afwas.
CP