Van genie naar knie
Het begint er nu echt op te lijken dat de knieschijf van een internationale voetballer belangrijker is dan wat dan ook. De omkering der waarden heeft op een uiterst triviale manier plaats: die knieschijf slokt zoveel ruimte op in kranten en andere vormen van menselijke communicatie dat er eenvoudig geen plaats meer is in het hoofd van mensen voor wat écht belangrijk en bijzonder is - en niet alleen maar ‘leuk’, wat voetbal ongetwijfeld is. Als een van de kenmerken van totalitarisme is dat men zich op grote schaal en dwingend met het leven van individuen gaat bemoeien, dan begint de massacommunicatie totalitaire vormen aan te nemen, hoe democratisch in de kern ook. Zelfs het vermogen om je aan collectieve gebeurtenissen te onttrekken dreigt te verdwijnen. De omkering der waarden komt maar zijdelings aan bod in het speciale aan Genialiteit gewijde nummer van het Groningse tijdschrijft voor geschiedenis Groniek, maar door de historische benadering wordt het contrast met de huidige tijd versterkt. Men spreekt niet meer van ‘genialiteit’ tegenwoordig, dat maakt het verschijnsel juist zo historisch. Nu heeft men het over ‘hoogbegaafdheid’, een psychologische categorie. Echte uitzonderlijkheid wordt snel getrivialiseerd of onschadelijk gemaakt en doodgedrukt door romantisering. Door alles in de sfeer van het sterrendom te brengen wordt uitzonderlijkheid iets religieus, men kan er niet bij, maar is er wel één mee. Groniek bevat capita selecta uit de geschiedenis van de genialiteit: ‘Van genialiteit naar (hoog)begaafdheid’ van de psychologen H.W. van Boxtel, M.P.M. Sanders en A. Venmans, over de geniecultus tijdens de periode van de Sturm und Drang door A. Labrie, over Michelangelo en de beeldvorming rond een geniale beeldhouwer door J.L. de Jong, over twee middeleeuwse genieën (Avicenna en Ibn Khaldun) door R. Kruk,
over genialiteit in de natuurwetenschappen door J. Kommandeur. Over psychologie van de verering die met genialiteit samenhangt schrijft W. Schönau in een artikel dat zich uiteindelijk toespitst op de verhouding tussen Freud en Jung. Dat de ideeën over wat genialiteit precies is door de eeuwen heen wisselden laat J. Boomgaard zien in zijn stuk over het lot van Rembrandt sinds de negentiende eeuw. Aanvankelijk werd Rembrandt niet echt geniaal bevonden omdat hij daarvoor te subjectief zou zijn. Deze betrekkelijke waardering was het gevolg van het romantische geniebegrip waarin een harmonie tussen objectiviteit en subjectiviteit voor werkelijk genie stond: de scheiding tussen subject en object zou in het kunstwerk worden opgeheven. Door Eduard Kolloff werd Rembrandt in 1854 van ‘subjectieve smetten’ ontdaan: Rembrandt ging zo in zijn kunstwerken op dat men niet meer van ‘subjectiveit’ kon spreken. Carel Vosmaer (in zijn biografie uit 1863) beschouwde Rembrandt weer wel als genie want dat was volgens hem iemand bij wie de tijd waarin hij leeft tot uitdrukking komt en die tegelijk richting weet te geven aan de ontwikkeling van de geschiedenis. Rembrandt is voor Vosmaer ‘de schilder van het leven, hij toont ons de essentie van zijn tijd en de essentie van het bestaan in het algemeen’. De wisselende waardering voor genieën hangt duidelijk samen met de wisselende definitie die van hen gegeven wordt. Dat toont Labrie aardig aan als hij de ideeën van Goethe, Novalis, Schlegel, Kant, Jean Paul, Herder, Lavater en Bodmer achter elkaar behandelt, met Goethes Wilhem Meisters Lehrjahre als uitzondering omdat Wilhelm zijn artistieke ambities uiteindelijk in een goede verhouding met de samenleving wil brengen. De artikelen in Groniek hebben precies het effect dat geschiedschrijving moet hebben: ze maken hedendaagse verschijnselen veel duidelijker. Vanaf oktober zal
Groniek worden uitgebreid met interviews en recensies en zich niet meer beperken tot één thema. Dat maakt het blad (dat vier keer per jaar verschijnt) mogelijk nog aantrekkelijker. Om het leven van al die al verschenen themanummers wat te verlengen (over Oost-Europa, over Ironie enzovoort) is het aan te bevelen in elk nummer een lijst van nog te na te bestellen nummers op te nemen. (Groniek 108, te verkrijgen door overmaking van f 15,95 op giro 1496758 van Groniek, Groningen.)
CP