Mooi maar ongevaarlijk
‘Een gelijkend portret’ van Mischa de Vreede
Een gelijkend portret door Mischa de Vreede Uitgever De Arbeiderspers, 191 p., f 29,90
Wim Vogel
Veel verrassends bevat Een gelijkend portret van Mischa de Vreede niet. Wel is haar nieuwe roman goed geschreven, onderhoudend en sympathiek en ook verveelt hij geen moment, maar na drie hoofdstukjes (er zijn er zeventien) is de thematiek duidelijk en resteert alleen de vraag of het beschreven portret inderdaad gelijkt. Zijn er overeenkomsten tussen Elena Boukouris, een negentiende-eeuwse Griekse schilderes en Nora van Houten (‘as in chocolate, yes’), een Nederlandse schrijfster? De laatste ontvlucht Amsterdam als haar geheime geliefde op sterven ligt en wil op het Griekse eiland Spetses de rust vinden om de biografie van Elena te schrijven. Elena verliet in 1848 Spetses om zich in Rome in te laten schrijven aan de kunstacademie. Omdat tekenen naar model toen voor vrouwen verboden was, verkleedt zij zich als man en krijgt door die list toegang tot de academie. Daar ontmoet zij Savierio Altamura, met wie zij in 1852 in Florence trouwt. Het huwelijk is ongelukkig. Al in 1857 keert Elena met haar twee oudste kinderen naar Spetses terug, waar zij enkele jaren later aan tuberculose overlijden. Elena breekt haar penselen boven hun graf, graaft later hun lijken op en neemt die mee naar huis. In 1900 sterft zij blind, arm en vereenzaamd. Haar carrière als schilderes heeft zij opgeofferd, haar belangen weggecijferd voor die van haar overspelige echtgenoot en het resultaat is kenmerkend voor veel vrouwenlevens in de negentiende eeuw.
Mischa de Vreede
klaas koppe
Nora wordt gefascineerd door dat ‘uitgediende moederschap’ van die ‘crazy lady uit de vorige eeuw’. Wezenlijke overeenkomsten zie ik verder niet. Elena raakte alles kwijt en wist die leegte niet door eigen creativiteit te vullen, en daar slaagt Nora nu juist wel in. Mischa de Vreede had er goed aan gedaan die hele negentiende-eeuwse geschiedenis niet te gebruiken. Zij blijft steken in marginale aantekeningen als het zuiveringsproces van de werkelijke hoofdpersoon voltooid is; de parallellen met Nora zijn gezocht en tamelijk literatuurderig en dat terwijl Nora zelf heel goed in staat is als personage een roman te dragen.
Als zij op Spetses (‘de helft van Terschelling, vijfendertighonderd inwoners samengeklonterd rond de oude en de nieuwe haven’) aankomt, lijken haar vooruitzichten slecht. Haar volwassen zoon is in Amsterdam achtergebleven, haar geliefde inmiddels gestorven, al haar bezittingen geroofd in Napels: ‘In één ruk is mijn hele verleden me ontnomen.’ Alleen haar werkschrift met aantekeningen over Elena heeft zij behouden. Wat haar overblijft, is haar schrijverschap, haar vermogen mensen in hun omgeving te observeren en te analyseren, en Mischa de Vreede is daar zeer bedreven in. Ze levert mooie portretten van aangespoelde Europeanen die weten dat ze zichzelf tot dat eiland veroordeeld hebben en dat ze zich nooit meer ergens echt thuis zullen voelen. Zó wenst Nora niet te worden en dus moet ze eerst met haar verleden in het reine komen om te weten wat ze dan wel wil.
Als schrijfster weet Nora dat haar sterkste passages die zijn waarvan de essentie verzwegen wordt. Juist het afwezige zorgt voor ruimte ‘waarin alles mogelijk is, dus ook dat onbeschrijflijke en de open plek die ontstaat kan worden ingevuld door de engel die in iedere lezer schuilt’.
Emotioneel hervindt zij de ruimte door de dood van haar geliefde te aanvaarden als ‘een ongekende mogelijkheid’. Ze koppelt het Orfeusmotief aan het lied dat over Egidius ooit gezongen zou zijn: jij liet mij het leven. Hoe kaal en leeg dat leven ook is, alleen door haar creativiteit zal ze ‘die witte plek’, ‘dat niet-zijn’, kunnen omzetten in beelden, in proza. Zo gaat ook deze roman uiteindelijk weer over de bekende motieven in het werk van Mischa de Vreede: liefde, dood en kunst, dat zijn nu eenmaal de ‘dingen die iemand in staat stellen boven zichzelf uit te stijgen’.
Ondanks die bijna pastorale zinnen, en ondanks de goed geslaagde impressies van een Grieks paradijs is Een gelijkend portret geen roman die je lang bijblijft. De geschiedenis van Elena wordt daarvoor té geforceerd gekoppeld aan die van Nora en, wat erger is, de witte plekken waar Nora zo graag over schrijft, ontbreken nu juist in haar eigen verhaal. Nergens had ik het idee dat er een beroep werd gedaan op het engeltje dat toch ook ergens diep in mij zal schuilen. Alles kwam kalm en weliswaar mooi beschreven op zijn plaats. Een gelijkend portret is dan ook een mooi boek, maar wel erg ongevaarlijk.
■