‘Midden-Europa’
Nog een boek met memoires: die van een man die alle fratsen en grillen van Chroesjtsjov, Brezjnev en andere Sovjetleiders voor het Engelstalige publiek goed moest praten. Vladimir Pozner is een Amerikaanse Rus en een Sovjetjournalist. Hij is die man met dat onberispelijke Amerikaanse accent in elke tweede BBC-Newsnight of CNN-uitzending, die altijd met ‘to say honestly’, of ‘quite frankly’ begint, om daarna onvoorwaardelijk het op dat moment geldende Sovjetstandpunt vurig te verdedigen. Zijn boek is zielig, vol zelfbeklag en zelfrechtvaardigingen, rationaliseringen van eigen leugenachtigheid, en tegelijk vol aanvallen op de Amerikaanse journalistiek. Toch is het interessant: het leven in de hoogste sferen van de Sovjetjournalistiek en het balanceren op de snede, de gecalculeerde dapperheid en de angst om in ongenade te vallen. Elk woord kan hem zijn carrière kosten, een ondoordachte formulering heeft fronsende wenkbrauwen van een partijbons tot gevolg, en een storm op de redactie.
Pozners bekentenis over het werk bij de Moskouse wereldomroep kan als een epitaaf voor een Sovjetjournalist fungeren: ‘I chose subjects that I could write about honestly, subjects that would not lead me into confrontation with my boss or with my conscience.’ Anderen, zegt Pozner, konden zich zelfs deze kleine marge niet permitteren: ‘I enjoyed a degree of freedom very few Sovjet journalists had.’
De boeken van Crouch, Laqueur en Rupnik zijn van de wetenschappelijke soort. Martin Crouch, van de universiteit van Bristol, schreef een duidelijke en overzichtelijke inleiding tot de Sovjetunie. Het boek is kort maar niet summier. Er worden geen ingewikkelde redeneringen en wijze gedachten geponeerd, maar een evenwichtig rustig college gegeven over de geschiedenis en verschillende sleutelaspecten en begrippen van de huidige ontwikkelingen. Het is een goed studieboek voor een beginneling.
Het boek van professor Walter Laqueur, van de universiteit van Georgtown, is duidelijk bestemd voor de gevorderden. Het is een buitengewoon erudiet overzicht van de inzichten en ideeën die in de laatste jaren in de Sovjetunie opgekomen zijn, een soort ‘encyclopedie van de glasnost’. Laqueur verenigt zijn historische kennis met een verslag van wat er tegenwoordig op allerlei gebied in de Sovjetunie geschreven wordt. Het lijkt erop dat Laqueur alles leest. Hierdoor ontstaat een betrouwbare momentopname van het intellectuele leven in de Sovjetunie. Sommige gebieden genieten duidelijk de voorkeur van Laqueur; bijvoorbeeld de nieuwe ideeën en de grenzen van openbaarheid onder de kunstenaars, de bestaande stromingen bij het Sovjet-‘links’ en -‘rechts’, of de vurige polemieken onder de Sovjethistorici. De discussies en nieuwe ideeën in economie of buitenlandse zaken worden eveneens adequaat en betrouwbaar behandeld, maar missen de gedrevenheid waarmee Laqueur de uitwerking van glasnost op de Sovjetmaatschappij beschrijft. Sommige fragmenten zijn al te vluchtig of simpelweg niet meer actueel, zoals de reacties van de Oosteuropese communistische leiders op de glasnost. Maar het is de schuld van de schrijver niet dat deze leiders intussen zijn weggevaagd. Hun landen willen niet meer ‘Oost-Europa’ heten maar zoals vanouds ‘Midden-Europa’. Zelfs met de benaming schuiven zij weer naar het Westen.