Tijdschrift
Het Nieuw Wereldtijdschrift (1990/2) begint goed. Het opent met een ruig verhaal van T.C. Coraghessan Boyle over drie stoere pubers in het Amerika van de jaren vijftig, die door hun eigen stommiteiten in een draaikolk van geweld terechtkomen. ‘Greasy Lake’ is de stilstaande modderpoel waar de plaatselijke jeugd drinkt, rookt, snuift, vrijt en vecht en waar het drietal er ternauwernood aan ontkomt volkomen tot moes geslagen te worden en in hun overwinningsroes er bijna toe komt om een meisje te verkrachten. De vertaling van Johan Hos is adequaat met meer mooie vondsten dan kleine missers. Een zo'n misser lijkt me de term ‘een voortijdige terugtrekker’ voor een man die ruw in een vrijpartij wordt gestoord. Maarten Beks wijdt in dit nummer een woordkunstige bespiegeling aan het werk en de persoon van Pieter Saenredam, de schilder van talloze kerkinterieurs in de zeventiende eeuw. De interesse voor Saenredam leeft op, maar leidt niet tot groter inzicht in zijn levensloop. Zoals alle kennis over de levens van Rembrandt en Van Gogh wordt gevreten - er kan niets omtrent Rembrandt en Van Gogh aan het licht komen, of ‘het werpt een nieuw licht’, zegt Beks - zo lijkt men over Saenredam eenvoudig niets te willen weten. De wetenswaardigheden over diens leven kunnen op een willekeurige zeventiende-eeuwse ambachtsman van toepassing zijn en Saenredam blijft anoniem. Zijn kunst is gelijk aan vakmanschap/meesterschap, stelt Beks, en waar dat het geval is, is de naam van de kunstenaar nauwelijks een persoonsnaam, hoogstens een merknaam, de naam van een hoog aangeschreven atelier. De omvangrijkste bijdrage aan het Nieuwe Wereldtijdschrift is van Ian Buruma en gaat over de rechtvaardiging van oorlogsmisdaden en over het grootste probleem van de geschiedenis van deze eeuw: de Endlösung. Dat wil zeggen Buruma probeert in ‘Van Hirohito tot Heimat’ de houding van de
Japanners en de Duitsers ten opzichte van hun oorlogsmisdaden minutieus te analyseren. Hij neemt de stelling van Geyl, dat historici de collectieve herinnering van de mensheid behoeden, maar tegelijkertijd legenden creëren die de werkelijkheid vervangen, als uitgangspunt. Behalve de historici zorgen ook de romanschrijvers, de cineasten en de toneelauteurs voor de vertekening van de historische realiteit. De televisieserie Holocaust bijvoorbeeld, door velen afgedaan als een Amerikaanse draak, maakte in Duitsland vele kijkers op een pijnlijke manier bewust van hun verleden. In de Duitse serie Heimat speelt de oorlog zich voornamelijk buiten het fictieve dorpje Schabbach af en wordt gesuggereerd dat de Duitse identiteit bedreigt wordt door het Amerikaans materialisme. Japanse films over de Tweede Wereldoorlog gaan allemaal over het lijden dat de Japanners hebben ondergaan, concludeert Buruma, en negeren volkomen de Japanse wreedheden in Azië. Zo kon de burgemeester van Hirosjima met het voorstel komen om een Auschwitz-monument op te richten in zijn stad waardoor de Japanners en de joden symbolisch werden verbonden als twee volken die het meeste te lijden hebben gehad onder oorlogsmisdaden. In een voorpublikatie worstelt Eric de Kuyper met zijn verblijf bij de padvinders in Brussel. Als hij van welpje gepromoveerd moet worden tot een volwaardige ‘scout’ komt hij tussen al deze ferme, stoere knapen in de knoop met zijn viriliteit. Het feit dat hij tijdens de toneelopvoering bij het grote scoutsfeest schittert in de enige vrouwenrol, maakt hem duidelijk dat zijn toekomst niet tussen deze ‘echte’ jongemannen ligt.
EVA COSSEE
NWT: f 12,50 (f 65, - per jaar). Edelinckstraat 9, 2018 Antwerpen