Een te overdonderend bekend inzicht
‘De verloren vader’ van Marina Warner
De verloren vader door Marina Warner Vertaling René Kurpershoek Uitgever Contact, 286 p., f 39,90
Marja Brouwers
Wat te doen met de waarheid! Marina Warner, de Italiaans-Engelse schrijfster van The Lost Father, weet het niet. Deze roman werd in 1988 voorgedragen voor de Booker Prize. De Nederlandse vertaling verscheen alweer enkele maanden geleden. Al die maanden heeft die vertaling hier op mijn tafel gelegen. Het heeft wel even geduurd, voor ik kon wennen aan tanden die ‘zich levend gevild zouden voelen’, aan ‘pitareske’ namen, ‘schuiverende’ ratten, slagers die plakjes vlees ‘afschillen’, aquaducten die men ‘door de vlakte ziet schrijden’ en ‘slakkendood’ dat wordt gestrooid. Dat een man omstreeks 1915 een ‘kek’ uniform droeg, dat zij zo. Dat een vertelster nog wat ‘info over mimicry’ moet lezen, desnoods. Maar een koninginnepage die eieren grootbrengt leidt te veel af. Welke omvang hebben de eieren van een koninginnepage, ga je onwillekeurig piekeren, als het beestje ophoudt ze groot te brengen? Enzovoorts.
Hiervan bekomen, mag je aannemen dat het in De verloren vader om niets meer of minder gaat dan een authentieke familiegeschiedenis. Een schrijfster, ‘Anna’, is bezig die te schrijven en ze leest er ter toetsing van het waarheids- of werkelijkheidsgehalte passages uit voor aan haar moeder, ‘Fantina’. Brandpunt van het verhaal, dat in die statische omlijsting fragmentsgewijze vordert, is de vader van Fantina, Davide Pittagora, geboren in een Zuiditaliaans dorpje in 1893 en gestorven toen Fantina acht jaar oud was. Ook Anna moet ergens een verloren vader hebben, de Engelsman met wie Fantina trouwde, maar hierover vernemen we weinig. Hij is er niet meer, zoals de vader van Anna's zoontje na een scheiding eveneens elders vertoeft. Deze twee verloren vaders blijven zozeer in het vage, dat je je afvraagt waarom ze er nog bij moesten. Misschien ter wille van een impliciet contrast. Weglopers, terwijl Davide Pittagora in het manuscript alle trekjes krijgt van de traditionele pater familias: sterk, edel, betrouwbaar.
Tegen het einde van haar verhaal ziet Anna zelf in dat een vorm van projectie daar niet vreemd aan is geweest. Ook blijkt dan dat ze in de wat naïeve veronderstelling verkeerd heeft een in ieder opzicht ‘ware’ geschiedenis te schrijven. Het procedé dat ze heeft toegepast (ze gebruikt de herinneringsbeelden van moederen overige familieleden, bekijkt familie-albums en leest bewaard gebleven flarden van een dagboek) levert eerder een teveel dan een tekort aan personages op. Een genealogie voorin wil de lezer al behulpzaam zijn bij het uit elkaar houden van vier generaties Nunzia's, Rosa's, Talia's, Cati's, Lucia's, Imma's en Maria Filippa's. Wie het interesseert kan daarnaast nog een papiertje in het boek leggen om te noteren waar Franco, Tommaso Talvi, Papà Sandra, Pericle, Nicholas en anderen precies passen in de groeiende chronologie. Aan een zweem van psychologische nieuwsgierigheid zijn al die figuren niet ontsproten. Ze onderscheiden zich vooral van elkaar door leeftijdsverschillen, en door hun respectievelijke rollen in een intrige, die Anna baseert op het overgeleverde feit dat het vroegtijdig overlijden van Davide Pittagora werd veroorzaakt door loodvergiftiging. Er zou een kogel in zijn lichaam hebben gezeten, die niet operatief kon worden verwijderd.
Hoe kwam hij daaraan? Dat is de vraag. Een speurtocht naar het antwoord voert de vertelster door een periode van ongeveer negentig jaar, met als vertrekpunt de landstreek in het zuiden van Italië waar Davide Pittagora opgroeide. Plotse emigraties naar Amerika passeren de revu, sommige mislukkend, andere definitief. Het Mussolini-tijdperk komt ter sprake, zonder dat Anna daarover iets anders kan ontdekken dan wat iedereen eigenlijk al wist. (Voor de meeste Italianen zat er weinig anders op dan zich aan de Leider te onderwerpen.) Het schrijven van haar roman (‘Het Duel’) geeft Anna niet alleen inzicht in haar eigen leven maar ook, zo verzekert de omslagtekst ons, in de problemen van geschiedschrijving, van de mythologisering van het verleden.
Dat zijn geen kleine dingen, maar Marina Warner weet ze in een handomdraai aanschouwelijk te maken. Waar het de kogel betreft, houdt Anna het op de familielegende, die wil dat Davide duelleerde om de eer van zijn zusje Rosalba. Karakters gesponnen rond dat duel worden de aanvankelijke toetsstenen voor weer andere gegevens in het verhaal. Maar! Op het allerlaatste moment komt er een kranteartikel te voorschijn, dat de echte Rosalba blijkbaar ooit eens heeft uitgeknipt en bewaard. Het is een artikel uit 1912 en het beschrijft een opstand tegen de landeigenaren in het Italiaanse dorp. Daarbij werden schoten gewisseld. Er vielen doden en een aantal deelnemers raakte gewond, ‘onder wie een student in de rechten, die hulp had verleend ter zake van de verklaring met eisen’. Talrijk zijn opeens de vragen die zich nu aan Anna voordoen. Waarom heeft Rosalba juist dit artikel bewaard? Was de gewonde student misschien haar broer Davide? Was het niet een duel om de eer van zijn zus, maar een door syndicalisten aangewakkerd volksoproer waarbij hij gewond raakte? En zo ja, moet de vertelster dan weer helemaal opnieuw beginnen?
Marina Warner
Wie kan het wat schelen! Als de waarheid of waarachtigheid van een verhaal bestond uit niets dan overeenstemming met wat feiten ergens daarbuiten, dan was ieder verhaal overbodig. Door het artikel op het spoor gebracht van de echte waarheid komt Anna tot het overdonderende inzicht dat persoonlijke mythe- en legendevorming een zuivere geschiedschrijving wel eens in de weg staan. Iets dergelijks is hier dan ook duidelijk het geval. Dat het duel verhaal nog een verborgen zin zou kunnen hebben, is een gedachte die kennelijk buiten het blikveld van de vertelster moet blijven liggen. Jammer, want zo is de hele Verloren Vader alleen maar een omslachtige illustratie van het zwakzinnige idee dat je aan romans en geschiedschrijving dezelfde eisen van letterlijkheid zou moeten stellen.
■